Wat Asscher wil

Nieuws | de redactie
26 oktober 2012 | Lodewijk Asscher waarschuwt voor te veel te snel succes beloven. “Zeg je dat tegen Amsterdammers, dan gaan ze achterover leunen.” Zijn Amsterdamse kennisbeleid ontbrak het aan gemeenschappelijke visie, banden met het bedrijfsleven, geaccepteerd leiderschap en urgentie. Daarover ging hij met de OECD stevig in debat.

De maatschappijvisie en politieke strategie van Lodewijk Asscher werd op een onthullende en verrassende manier zichtbaar. Dit bleek tijdens een discussie tussen de stad Amsterdam en de OECD, die wereldsteden en hun potentieel als kenniscentra en groeisteden met elkaar vergeleek. Pikant was het feit dat zij Amsterdam en Rotterdam in dat verband naast elkaar hadden gelegd. ScienceGuide was aanwezig bij de gezamenlijke evaluatie en doordenking van de uitkomsten van dit internationale onderzoek met de top van de OECD.

De onderzoekers uit Parijs hadden een review van Amsterdam als kennisstad voorbereid. Daarbij maakten ze dankbaar gebruik van een zelfstudie, gemaakt door een team onder leiding van Peter Nijkamp. Ook waren ze gedurende het onderzoek een week in Amsterdam voor het voeren van allerhande gesprekken.

Het beeld dat uit de review oprijst is dat Amsterdam een enorm potentieel heeft. De concentratie aan hoger onderwijsinstellingen en kennisinstituten is geweldig. Maar het ontbreekt aan een gemeenschappelijke visie, er zijn te weinig banden met het bedrijfsleven, er is een gebrek aan geaccepteerd leiderschap en een gevoel van urgentie lijkt te ontbreken, zo somde onderzoeker Richard Yelland droogjes op.

Triple helix

Deze analyse komt overeen met de analyse die oud-gemeentesecretaris Erik Gerritsen eerder al presenteerde. Hij sprak van de ‘kennisparadox van Amsterdam’. Verschillende sprekers wezen er ook op dat de oplossing hiervoor, een triple helix tussen universiteit, overheid en bedrijfsleven, is ontwikkeld door UvA-onderzoeker Loet Leydesdorff, maar tot nu toe alleen buiten Amsterdam is toegepast.  

Gebrek aan leiderschap

Het gebrek aan geaccepteerd leiderschap werd door de aanwezige bestuurders erkend. Zo zei toenmalig collegevoorzitter van de UvA/HvA Karel van der Toorn ook toen al namens de VU: “We hebben winnende kaarten op tafel liggen, maar toch winnen we niet. Daar moeten we echt iets mee.” En ook toenmalig financieel bestuurder van de VU, Kees Rutten, die daarna InHolland van de financiële ondergang redde, vond dat er gesneden moest worden in commissies en dat er meer ‘uitvoerende macht’ moest komen. Maar wie dat op zich zou moeten nemen, liet hij in het midden.

Asscher liet weten niet zoveel te zien in de zoveelste discussie over wie waarover gaat. “Laten we onze aandacht niet richten op de bestuursstructuren. Ik heb de laatste jaren veel gesprekken over dit onderwerp gehad, maar de geleverde inspanningen staan helaas niet in verhouding tot de behaalde resultaten. Daarom kunnen we beter actiepunten afspreken en gewoon aan de slag gaan.”

Verkeerde prioriteiten?

Op de vraag wat Amsterdam niet zou moeten doen, hadden de onderzoekers een helder antwoord. “Jullie noemen steeds life sciences als een van de gebieden waar Amsterdam echt heel goed in zou kunnen worden. Denk daar nog eens goed over na. Het gaat veel geld kosten en lang duren. Dan nog zal het je misschien niet eens lukken de beste van Nederland te worden. Bedenk wel dat heel veel grote steden in de wereld universitaire medische centra hadden”, aldus rector Lauritz Holm-Nielsen (Aarhus Universiteit). En marge van de bijeenkomst zeiden collegevoorzitters Karel van der Toorn (UvA) en René Smit (VU) daarom tegen ScienceGuide zich vooral te willen richten op neurowetenschappen, omdat het terrein van de life sciences inderdaad te breed is.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK