Het geheim van Delft

Nieuws | de redactie
5 november 2012 | De samenwerking tussen De Haagse Hogeschool, de gemeente, TNO, TU Delft, het Reinier de Graaf Ziekenhuis ontwikkelt zich snel en werd in korte tijd een begrip: ‘de Delftse aanpak’. Wat is het geheim?

Zelf bracht hij zijn studiejaren door aan de TU Delft, maar tegenwoordig is hij volledig voor het hbo gewonnen. Sander van Ipenburg Grijpma is sinds kort directeur van de Academie Technolgy, Innovation & Society (De Haagse Hogeschool, vestiging Delft).

Van Ipenburg is lyrisch over de hogeschool: “Het is heel toegepast, de studenten zijn veel doortastender, dat heeft trouwens niet met intelligentieniveau te maken, maar met een bepaalde instelling. Ik had me dat niet zo gerealiseerd voordat ik bij De Haagse Hogeschool ging werken, maar ik ben het heel erg gaan waarderen.”

“We leven in een heel leuk tijdsgewricht: het gaat economisch niet zo goed dus er moet gevaloriseerd en geïnnoveerd worden. Er is ook veel vraag naar hbo-studenten, meer dan naar universitaire studenten. Grote bedrijven werken heel graag samen met de hogeschool.”

Realistisme inspireert

Het kernstuk van ‘de Delftse aanpak’ is het ‘living lab’, een werkvorm waarin studenten de kans krijgen om in samenwerking met diverse stakeholders échte problemen op te lossen. Van Ipenburg: “Een deel van het onderwijs is nog steeds frontaal, maar een ander deel bestaat uit projectmatig werken in een realistische context. Het gevolg hiervan is dat studenten intrinsiek gemotiveerd zijn en zelf op zoek gaan naar kennis. Ze maken op deze manier snel kennis met bedrijven.”

“In zo’n living lab wordt samen met bedrijven en andere partners gekeken welke kennisvragen er spelen”, legt Sander van Ipenburg uit. “Elk heeft een eigen docent, maar de bedrijven zijn de opdrachtgevers. Het living lab is wel een containerbegrip geworden, maar wij krijgen het echt voor elkaar dat de werkvorm waarde toevoegt. Een zó gestructureerde samenwerking zoals wij die hier in Delft hebben, is vrij uniek. Een aantal mensen is zelfs bezig met een proefschrift over de Delftse aanpak.”

Lokale energieopwekking

De Haagse Hogeschool heeft nu living labs gecreëerd rond verschillende thema’s: het thema ‘evented’ dat zich richt op grootschalige evenementen; het thema ‘jongerenhuis van de toekomst’; het thema ‘race-zeilboot’; en er komt binnenkort nog het thema ‘vitaliteit van de wijk’ bij.

Van Ipenburg: “De gemeente Delft heeft zich tot doel gesteld om in 2050 volledig energieneutraal te zijn. Een geweldige klus voor ons natuurlijk. In ons living lab ‘vitaliteit van de wijk’ gaan we binnenkort naast met vitaliteit ook aan de slag met projecten die bijdragen aan de gemeentelijke ambitie. Denk hierbij aan lokale energievoorziening met lokale smartgrids en energieopwekking.”

Als Van Ipenburg terugkijkt naar zijn eigen studiejaren ziet hij aanzienlijke verschillen: “Vanuit mijn eigen studie kwam ik wel in contact met bedrijven, maar er zijn nu veel meer momenten waarop je met bedrijven in contact kunt komen. Studenten van nu leren vanaf dag één hoe ze met elkaar kunnen samenwerken, met begrip voor andere mensen, andere disciplines. Dat levert een heel nieuw type student op: zelfbewust.”

Vaardigheden die betrekking hebben op het samenwerken in een living lab, kunnen studenten uitdiepen in een ‘minor living lab’, met aandacht voor project management en voor samenwerking tussen verschillende disciplines.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK