Leenstelsel zit klem

Nieuws | de redactie
19 november 2012 | Het kabinet moet zijn knopen tellen. Het sociaal leenstelsel zal de Eerste Kamer vooralsnog niet overleven en invoering in 2014 lijkt zo onhaalbaar. De gevolgen daarvan reiken ver, want de opbrengst van deze ingreep dreigt dan eveneens te kantelen.

De vlotte kabinetsformatie heeft al enkele ‘slachtoffers’ gemaakt in het regeerakkoord, met name in de zorg. Nu dreigt er ook een misser in het hoger onderwijsbeleid: de invoering van het sociaal leenstelsel. De opstelling van de fracties in de Tweede Kamer wijst erop dat dit de Senaat niet zal overleven.

VVD en PvdA hadden in 2010 nog wel een stevige ‘paarse’ meerderheid voor de afschaffing van de basisbeurs. In elk geval konden zij rekenen op de steun van D66 en GroenLinks. Het CDA ging in de Catshuisbesprekingen met de VVD en PVV feitelijk ook om, als de opbrengst teruggeploegd zou worden in de kennisinvesteringen.

Fundamentele wijziging mogelijk?

Het nieuwe regeerakkoord maakte de kans op snelle doorvoering nog groter, zo leek het  op het eerste gezicht. De aanvullende beurs werd gehandhaafd, althans een inkomensvoorziening bij de leningen voor lagere inkomens. Tevens werd de doorvoering geleidelijk ingezet. Niet als inbreuk op de rechten van alle reeds lopende bursalen, maar geleidelijk vanaf het HO-cohort per september 2014.

Zo leek het er op, dat een SF-beleid met brede steun voor een fundamentele stelselwijziging mogelijk was geworden. Maar dit versplinterde al snel. Het CDA voelde zich door de breuk met de PVV als gedoogpartner niet langer gebonden aan een mislukt akkoord met de VVD. D66 en GroenLinks hadden het leenstelsel in het Kunduzakkoord ook zijdelings laten liggen. Alle drie keken daarom nu met een frisse blik naar wat VVD en PvdA afspraken.

Het CDA houdt als oppositiepartij nu primair vast aan zijn eigen programma van 2010 en 2012: behoud van basisbeurs en aanvullende beurs voor zowel bachelor als masterfase. Daarmee is er in de Eerste Kamer een fors blok van partijen die de huidige SF in stand willen houden: CDA, SP, PVV, SGP en CU. Alleen als D66 en GL beide het kabinet zouden steunen kan het leenstelsel er komen, kortom.

Foute spelletjes

D66 is door de onderwijsparagraaf van het regeerakkoord echter ernstig teleurgesteld. Netto extra investeringen in kennis zijn alleen geconstrueerd dankzij -nota bene- de omarming van de motie-Buma die geld verschuift van minister Plasterk naar minister Bussemaker. Pechtold noemt de bewering dat VVD en PvdA extra geld steken in kennis zelfs “foute definitie-spelletjes”.

De enige ruimte om fors extra te investeren zagen D66 en GroenLinks net als eerst ook VVD en PvdA in de inzet van de opbrengst van het sociaal leenstelsel voor het HO en R&D uitgaven. Zij zagen nu echter dat het regeerakkoord de facto met een boog om deze conclusie loopt.

Alles na 2017 – als een nieuw stelsel enige opbrengsten feitelijk gaat opleveren – houden VVD en PvdA in het ongewisse. In het eerste debat over het regeerakkoord bleek dat PvdA-voorman Samsom als uitgangspunt daarbij kiest, dat de opbrengst van de bezuinigingen in de kabinetsperiode 2013-2017 wel terugkomen in het hoger onderwijs. Maar de opbrengsten na 2017 wil hij pas in de debatten in die tijd een bestemming geven. Hij wees er op dat ook elders nog grote vragen om investeringen leven en noemde expliciet het primair onderwijs en het MBO. 

Hier bovenop kwam dat de VVD de eerdere SF-wijzigingen in het huidige stelsel, ‘studeren is investeren’ geheten, na het regeerakkoord doorzetten. Deze wijzigingen waren voor D66, GL en oorspronkelijk ook de PvdA onverteerbaar. De twee oppositiefacties voelen er weinig voor voorstellen van de gedoogcoalitie van Rutte-I alsnog aan een meerderheid te helpen.

Toegankelijkheid HBO

Deze combinatie van factoren maakt dat D66 en GroenLinks beide vooral de onaantrekkelijke kanten van het nieuwe SF-beleid op zich af zien komen. Daar komt nog bij dat de voorziene terugval van vooral HBO-studenten juist hen zwaar op de maag ligt. Beide willen zich profileren als dé onderwijspartij en daar pas geen effect bij van wel bewuste inperking van de toegankelijkheid van het HBO. Vooral niet als zij er voor de lange termijn maar weinig concreets voor terug zien.

Dat de voorzitter van de HBO-raad voor D66 in de Senaat zit, maakt het nog minder comfortabel voor die partij om het kabinet op dit punt steun te gaan geven.  Bij GroenLinks speelt bovendien de zware nederlaag in september een grote rol. De dramatische verliezen in juist de studentensteden, waar zij zo sterk was, hebben ertoe geleid dat men meer liberale programmapunten als het leenstelsel veel kritischer is gaan zien.

Gevaar van uitstel

Het perspectief is voor Rutte-Asscher dan ook snel versomberd. Zij vinden nu geen meerderheid meer in de Eerste Kamer voor hun voorliggende SF-plannen. Tactisch uitstel daarvan is op zich mogelijk, want de opbrengst aan bezuinigingen is voorlopig gering. Maar nu al gaan marchanderen met het regeerakkoord –na de perikelen rond de zorgpremie en belastingtarieven- is nogal riskant.

Bovendien is zo’n uitstel nog om een andere reden riskant. Alles wordt dan opgehangen aan de uitslag van de Provinciale Statenverkiezingen van de uitslag van maart 2015. Deze zouden in juni van dat jaar een Eerste Kamer moeten opleveren die VVD en PvdA een afdoende meerderheid zou bieden. Om de uitvoering van wezenlijke projecten uit het regeerakkoord van de twee fracties in de Tweede Kamer daar bijna geheel van afhankelijk te maken, is bijna verlammend voor de eerste twee of meer jaar van Rutte-II.

Rondpompoperatie in aantocht?

De bewindslieden kunnen dan alleen nog kiezen voor een invoering die over een veel langere periode uitgesmeerd zou worden en die voor de HBO-studenten en anderen uit lage inkomensgroepen ruimhartige inperking van het leenrisico verzekert. Wellicht dat D66 en GroenLinks dan overstag willen gaan, gelet op hun eigen verkiezingsprogramma. De financiële opbrengst van een nieuw leenstelsel zou daarmee worden herschikt en de inkomensvoorziening voor studerenden daar een zwaarder deel van gaan uitmaken.

Maar dan zal de stelselwijziging nauwelijks nog geld opleveren om te investeren in het hoger onderwijs en onderzoek. En dat was wel de bedoeling van de hele opzet. Het gevaar ontstaat echter dat een zeer ingewikkelde, de middengroepen financieel belastende ‘rondpomp’ operatie rond beurzen en leningen overblijft, zonder verdere positieve effecten voor de kenniseconomie en de investeringen in groei.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK