Lessen voor educatieve minoren

Nieuws | de redactie
7 november 2012 | OCW is voorzichtig positief over de educatieve minoren die WO-studenten sinds 2010 de kans geven snel als docent aan de slag te gaan. Bij zijn afscheid zei Halbe Zijlstra dat er wel nog “een wereld te winnen” valt. Vooral bij de faam én de kracht van de begeleiding van de studenten.

In één van zijn laatste brieven als staatssecretaris gaat Halbe Zijlstra aan de Tweede Kamer uitvoerig in op de eerste resultaten van de educatieve minoren. Deze noemt hij nadrukkelijk positief. Zij halen jonge academici over zich ook te interesseren voor het leraarsvak. “De algemene conclusie is dat dit traject inderdaad nieuwe groepen studenten lijkt te interesseren voor een carrière in het onderwijs.”

Forse stijging deelnemers

Het ministerie van OCW heeft de eerste resultaten van de in 2010 gestarte minoren laten onderzoeken door Ecorys en ResearchNed. De volgende conclusies spreken uit het onderzoek naar deze eerste evaluatie, zo meldt de vertrekkende bewindsman.

“Het percentage studenten dat de minor kiest zonder van tevoren van plan te zijn voor het leraarschap te kiezen fors is gestegen, van 43% in het studiejaar 2010-2011 naar 50% in het studiejaar 20112012 van het totaal aantal studenten dat kiest voor de educatieve minor. Van deze groep zei na afloop van het studiejaar 2011-2012 42% toch voor het leraarschap te kiezen. De educatieve minor blijkt daarvoor de grootste factor(89%) te zijn.”

Meer aandacht voor pedagogiek

Zowel studenten als scholen zijn positief over de nieuwe mogelijkheid om de educatieve minor te volgen als opstap naar een eerstegraads leraarsbevoegdheid. “ Vooral de vakkennis en de zelfstandigheid van de aanstaande leraar vallen positief op. Een aandachtspunt is dat de voorbereiding op de pedagogisch-didactische aspecten van het leraarschap via deze route als beperkt wordt ervaren.”

Al in 2011 bleek uit een evaluatierapport dat de educatieve minor op positieve feedback van de direct betrokken kon rekenen. Ook toen bleek dat met name de pedogische en didactische aspecten van het vak meer nadruk verdienden, maar was 72% van de begeleiders zeer te spreken over de vakinhoudelijke kennis van de deelnemers.

Uit het recente rapport van Ecorys en ResearchNed blijkt onder meer dat het met het imago van de minoren goed zit. “Scholen geven in bijna de helft van de gevallen aan dat zij de minor een (zeer) goed idee vinden.” Toch schrikt met name het zware programma studenten vaak nog af om deel te nemen aan de educatieve minor.

Onjuist beeld niveau minor

“Een student geeft echter aan dat het verschrikkelijk zwaar zou zijn, maar het achteraf meeviel. Het is daarom goed om het beeld van de educatieve minor onder studenten als zware minor proberen te relativeren. Is het werkelijk een zware minor vergeleken met andere minoren? Of lijkt het zwaar omdat er stage gelopen moet worden en het niet dus niet alleen een theoretische minor betreft?”

Over de begeleiding in het programma is het rapport positief, die is vergelijkbaar met hoe dit bij reguliere HBO- en eerstegraadsstudenten plaatsvindt. Wel vormt met name de beperkte tijd soms een knelpunt. “Wel hebben minorstudenten door de korte duur van de minor en de beperkte onderwijservaring meer begeleiding nodig dan HBO- en masterstudenten.”

Ook UU-decaan Theo Wubbels gaf in gesprek met ScienceGuide en Simon Verwer aan, dat het succes van trajecten als deze minoren, waar hij als pionier veel aan gedaan heeft, staat of valt met de juiste aanpak van begeleiding en van  een zekere verduurzaming van de resultaten. Het gaat er steeds weer om, dat niet slechts de instroom op peil blijft en toeneemt, maar vooral dat de uitstroom succesvol blijkt en blijvend aangetrokken tot de professie van docent.

Bekendheid en afstemming prioriteit

Bij die denklijn van Wubbels en Verwer sluit ook dit onderzoek en de brief van Zijlstra aan. Om ook in de toekomst het succes van de educatieve minoren te verstevigen doet het evaluatierapport een aantal concrete aanbevelingen. Zo moeten de minoren meer onder de aandacht van studenten worden gebracht als mogelijkheid om in te stromen in het leraarsvak.

Daarnaast zou het “raadzaam zijn studenten zo veel mogelijk in duo’s stage te laten lopen,” omdat de scholen zeer positief zijn over de leereffecten in het groepswerk. Dit voorstel wordt ook door Wubbels met nadruk gedaan, vanuit de ervaring van de studenten in de schoolpraktijk. Tot slot noemt Zijlstra het van belang dat scholen meer inspraak krijgen bij het selecteren van minorstudenten en dat de programma’s beter worden afgestemd met het rooster van de betrokken scholen.

De volledige ‘Evaluatie educatieve minor’ leest u hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK