Nauta daagt onderwijs uit

Nieuws | de redactie
21 november 2012 | HAN-lector Frans Nauta bezocht Berkeley en volgde er ook colleges. Hij genoot van het uitzonderlijk hoog niveau bij studenten én docenten. “Het is niet vrijblijvend. Participatie bepaalt 20% van je cijfer.” Op het NHOC daagt hij ons uit daarmee.

“Onlangs was ik in de gelegenheid om een serie colleges te volgen op Berkeley. Je weet wel, die publieke universiteit aan de westkust van de Verenigde Staten. Iedere klas had drie dingen die ik nog nooit op die manier heb meegemaakt in een Nederlandse les: alle (alle!) studenten hadden hun literatuur gelezen en hun opgaven gemaakt, alle (alle 60!) studenten participeerden actief in de les en het niveau van discussie was iedere keer weer uitzonderlijk hoog.

Ik probeerde door de weken heen te analyseren wat de belangrijkste verschillen waren met de manier waarop we in Nederland college geven en volgen. Ik kwam op zeven verschillen:

1. Ruimte

Stel je een zaaltje voor met zestig studenten. Niet in rechte rijen maar in drie kringen, die in hoogte oplopen. De docent staat daardoor midden in de klas, in plaats van voor de klas. Studenten zien elkaar. Het nodigt allemaal uit tot discussie.

2. Naambordjes en vaste zitplaatsen

In iedere tafelblad is aan de voorkant een smalle naaf geslepen. Iedere student heeft een wit, plastic bordje bij zich van ongeveer 30 bij 10 cm met daarop in zwarte letters zijn of haar naam. Dat bordje past precies in de naaf en valt dus niet om. Daardoor kan de docent iedere student bij haar naam aanspreken, en kunnen studenten dat onderling ook. Slimme studenten gaan zitten op vaste plaatsen, zodat de docent ze onthoudt.

3. Hard werken

Voor één college hadden de studenten het boek ‘Innovators Dilemma’ van Clayton Christensen gelezen. Goed boek, niet moeilijk, wel dik (driehonderd pagina’s). Prima te doen in een week, maar welke Nederlandse docent gelooft dat nog? Pas als de docent dat gelooft gaan studenten er ook in geloven.

4. Teaching cases

De grap was dat de docent geen les gaf aan de hand van het boek. In de les stond de praktijk centraal, in de vorm van  een teaching case. De casus was een startup die moest kiezen welke markt ze in zouden gaan met hun product. De docent gebruikte inzichten uit het boek om de discussie over de casus te structureren, op een zeer elegante manier. De theorie werd direct zichtbaar gemaakt aan de hand van de praktijk. IJzersterk.

5. Cold calling

Iedere student weet dat de vraag zijn kant uit kan komen. ‘Cold calling’ noemen ze dat. Het is cruciaal voor de concentratie van de student, er staat iets op het spel. En nog beter is dat letterlijk iedereen in de klas aan het woord is geweest in de vijfenzeventig minuten dat het college duurde.

6. Geen laptops, geen gadgets

Nietsvermoedend pakte ik mijn telefoon om wat aantekeningen te maken. Oeps, dat was niet de bedoeling. De (bevriende) docent legde in niet mis te verstane bewoordingen uit dat er geen laptops en gadgets gebruikt mochten worden in de klas. Al die techniek leidt af. De verleiding om toch nog even een smsje te versturen is te groot. Dus aantekeningen maak je ouderwets met pen en papier, basta. Geen discussie over mogelijk.

7. Participatie bepaalt 20% van het cijfer

En trouwens, het is niet vrijblijvend. Participatie bepaalt 20% van je cijfer. Docenten houden nauwkeurig bij wie actief een bijdrage levert en wie niet. Wie het college niet heeft voorbereid valt door de mand en merkt dat in haar beoordeling. Ja, dat is wel extra werk voor de docent. Maar een slimme docent regelt ‘teaching assistants’ die de klasparticipatie bijhouden.

Het resultaat was fenomenaal: een energieke discussie op hoog niveau, met veel nieuwe inzichten voor de studenten. Ik zou willen dat ik vroeger op deze manier les had gekregen.

De grap is: er staat niets bijzonders in dit rijtje van zeven verschillen. Er staan geen dure dingen tussen, geen ingewikkelde dingen. Er is geen enkele goede reden waarom we niet op deze manier lesgeven in Nederland. Alles wat er in die klas gebeurde kan ook met een Nederlandse klas. Het is eigenlijk heel simpel.

De eerste stap is om docenten te leren op te werken met teaching cases. Dat klinkt misschien heel duur, maar dat valt reuze mee. de Harvard Business School geeft trainingen voor docenten voor ongeveer driehonderd euro per dag. De teaching cases van de school zijn open toegankelijk en voor een relatief schappelijk bedrag per student te gebruiken. Ik zou zeggen: doen!”

Frans Nauta

Naar aanleiding van deze column is Nauta gevraagd zijn visie met u te delen en in debat te gaan op het NHOC 2012 26/27 november. Mis het en hem niet! Het gehele programma van het Nationaal Hoger Onderwijs Congres 2012 is hier te vinden. Aanmelden kan hier

Lees zijn eerdere columns op ScienceGuide hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK