OCW’s vreemdste misser

Nieuws | de redactie
26 november 2012 | Hoe kan zoiets? Hoe konden de Inspectie en OCW de UvA en VU verwisselen op één van hun neteligste financiële pijnpunten? En hoe kon men Jet Bussemaker daarbij vergeten?

De Kamer zette al maanden druk op OCW, en andere ministeries, om klaarheid te geven over het gebruik van derivaten en andere riskante financiële producten door semi-publieke organisaties. Aangevoerd door Pieter Omtzigt werd het kabinet steeds dringender duidelijk gemaakt, dat hier forse risico’s leken te bestaan voor studenten, patiënten, en anderen die van zulke instellingen afhankelijk zijn. De reeks betrokken organisaties – van Vestia tot een slibverwerkingsbedrijf – wees er op, dat derivaten bijna overal klakkeloos waren benut.

Druk vanuit de Kamer 

Ondanks de vragen, nader overleg en druk vanuit de Kamer leek het kabinet onwillig de feiten op tafel te leggen. Wel zegde OCW toe met een overzicht van alle instellingen te komen, maar kwam er steeds niet mee af. Dat OCW extra onder vuur lag, was niet vreemd, nadat minister Plasterk de beleggingsvoorschriften had moeten aanscherpen vanwege de IJslandse bankenperikelen tijdens de kredietcrisis.

Rutte-I bleek de gegevens niet te willen of kunnen leveren. Het regeerakkoord van Rutte-II bevatte vervolgens een explosieve afspraak: een verbod op derivaten en dergelijke producten voor publieke organen als universiteiten, hogescholen en ROC’s. Voor de Kamer was hier mee helder, dat er veel meer aan de hand was, dan eerder toch gevreesd of vermoed.

Feiten en cijfers snel op tafel

Zeer snel daarna kwam OCW-minister Jet Bussemaker met de feiten en cijfers over de derivaten in haar sector. Omtzigt prees haar scherpe helderheid als bewijs van “fatsoenlijk bestuur”. Maar haar duidelijkheid brengende brief verdween in de publiciteit over één puntje uit de bijlage bij dat document:  één van de instellingen die zeer ruim en riskant in derivaten zat was de UvA. Tot voor kort zat Bussemaker daar zelf in het College van Bestuur als HvA-rector. Waarom zweeg de minister over deze verbluffende kwetsbaarheid, zo vlak na haar aantreden?

Welnu, dat bleek heel logisch. Niet de UvA maar de VU, die andere Amsterdamse universiteit bleek bedoeld te zijn. Noch de Inspectie noch de samenstellers van het rapport noch de staf van OCW had deze vergissing in de bijlage blijkbaar opgemerkt. Dat is opmerkelijk, want de VU was destijds in de IJslandse zaak ook al eens nadrukkelijk in beeld geweest als één van de meer riskante beleggers.

Pijnlijke vergissing voor Bussemaker

De ambtelijke staven hadden hiermee hun nieuwe minister blootgesteld aan een zeer pijnlijke vergissing, die bovendien in eerste instantie haar persoonlijk bestuurlijk verantwoordelijkheid dreigde te beschadigen. Immers, als het inderdaad de UvA was geweest, wat had formateur Mark Rutte moeten denken van de informatie van zijn kandidaat-minister op de vraag of er nog probleempunten waren in haar voorgaande functies die hij moest weten?

Het was niet Bussemakers’ CvB in Amsterdam geweest, maar de beoogde fusiepartner daarvan. De UvA gaf snel een verklaring uit, waarin vice-voorzitter Paul Doop de feiten over het financieel beleid en beheer van zijn universiteit scherp weergaf en verdedigde. De VU meldde na een correctiesignaal vanuit OCW, dat zij inderdaad ruim in de derivaten zat, maar dit allemaal geen probleem was. Omtzigt rekende voor, dat de onderwijssector een totaal risico van zo’n €270 miljoen loopt.

Deze zeer merkwaardige misser over een netelige en risicovolle financiële kwestie – in het regeerakkoord VVD-PvdA van een verbod voorzien immers – roept dan ook een reeks vragen op.

– In welk stadium is de verwisseling van de VU met de UvA in de bijlaghe van het rapport van de Inspectie terecht gekomen? Was dit een tikfout in de eindtekst of hadden de onderzoekers die verwarring zelf eerder al gemaakt?

– Is het bijlage-overzicht door OCW intern zonder meer overgeschreven, zonder second opinions, dubbelcheck of hoor en wederhoor bij de betrokken instellingen?

– Is bij zo’n hoor en wederhoor de verwisseling VU/UvA niet opgemerkt?

– Zijn de bewindslieden over de reeks te noemen instellingen tijdig ingelicht? Was het concept al aan staatssecretaris Zijlstra voorgelegd geweest in zijn nadagen?

– Heeft men de nieuw aantredende bewindslieden in een overdrachtsdossier van deze kwestie op de hoogte gesteld, omdat zij direct de brief met de rapportage aan de Kamer zouden moeten sturen?

– Heeft men de nieuwe minister – oud-UvA/HvA-bestuurslid – van de specifieke vermelding en feiten over de UvA op de hoogte gesteld?

– Is er voordat de nieuwe minister het document met de foutieve bijlage uit deed gaan geen finale, ambtelijke check op het stuk gemaakt, waarin de positie van ‘haar’ UvA werd opgemerkt?

– Hoe was het mogelijk dat zo snel naar de verzending aan de Kamer van het stuk de verwisseling UvA/VU wel werd opgemerkt? 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK