Bijblijven centraal in HBO

Nieuws | de redactie
11 december 2012 | In de nieuwe cao voor de hogescholen is een belangrijke doorbraak bereikt bij het stimuleren van bijblijven en professionaliseren van de staf. “Daarbij ligt de nadruk op meer ruimte voor maatwerk. Elke hogeschool is immers weer anders,” zegt onderhandelaar Ron Bormans van de Hogeschool Rotterdam.

Bormans was degene die namens de HBO-raad met de bonden het overleg voerde en onderstreept, dat hij het principeakkoord met hen “echt goed nieuws” vindt. “Het is vooral een mooie zaak dat dit mogelijk is gebleken, omdat we niet in gemakkelijke tijden verkeren met zijn allen. Sociaaleconomisch en ook breder in de samenleving merken we dat er zware druk wordt gelegd op iedereen. Dat we dan toch met een eensgezinde conclusie hebben kunnen komen, vind ik een belangrijk pluspunt. Het is waardevol dat wij elkaar in deze sector goed blijken te begrijpen.”

Doorbraak na lang doordenken

De financiële ruimte is erg beperkt, zo erkent Bormans. “Toch hebben we een klein plusje voor iedereen kunnen vrijspelen, zij het incidenteel. Juist in deze lastige financiële tijden hebben op die manier ook een signaal van waardering kunnen geven, het is misschien geen enorm bedrag [€425 bruto], maar het is ook weer niet heel veel minder dan we in 2011 konden doen.”

Meest opvallende element is hoe de cao het bijblijven en upgraden binnen het HBO een nieuw impuls geeft. 6 procent van het jaarinkomen van alle  mensen bij een hogeschool wordt daarvoor inzetbaar. Elke instelling maakt daarvoor een eigen professionaliseringsplan, zodat men de aanpak kan toespitsen op wat daar het meest doeltreffend zal zijn. Bormans noemt deze doorbraak “de afronding van zo’n anderhalf jaar van doordenken en bespreken samen met de bonden en de hogescholen.”

Robuust maatwerk

Voor hem is deze stap vooruit vooral een belangrijke doorbraak, omdat “wij hiermee echt meer dan ooit het belang van de professionalisering in het werk bij de hogeschool voorop hebben kunnen zetten. De veel grotere ruimte voor maatwerk daarbij binnen de instellingen is niet alleen heel nieuw, het is ook gewoon heel goed! Wat we nu hebben zijn robuuste regels op dit vlak. Die geven de mensen in het HBO duidelijk rechten ten aanzien van hun professionalisering en tegelijk ook de plicht het accent op het bijblijven in je vak en dergelijke ook concreet waar te gaan maken.”

Hiermee – en met een afspraak over de aanpassingen bij zogeheten ‘bovenwettelijke uitkeringen’ – zet de HBO-sector een wezenlijke stap op het gebied van de modernisering van de arbeidsvoorwaarden, waar ook het regeerakkoord voor pleit, onderstreept Bormans. “We zijn hier best trots op. Het benadrukt ook het vertrouwen in onze mensen, omdat zij in de hogescholen zelf dat maatwerk kunnen gaan invullen en de professionalisering daarmee concreet kunnen maken.

Contrast in regeerakkoord

Daarbij wijst hij op een opvallend aspect, dat het HBO in een bijzondere positie brengt. “Wat betreft dat aspect van de modernisering zou ik tegen de opstellers van het regeerakkoord zeggen: ‘U ziet wat wij hier samen voor elkaar krijgen. Dit mag gezien worden. Het is dan wel opvallend wat er in dat regeerakkoord is opgenomen. Voor alle extra investeringen uit het ‘nationaal onderwijsakkoord’ is daarin vermeld, dat men in de verschillende onderwijssectoren eerst tot modernisering van arbeidsvoorwaarden moet komen. De enige sector die daarbij niet kan rekenen op investeringen is het HBO. En juist die sector zorgt als eerste dat hij hier de zaak heeft aangepakt en op orde gemaakt’.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK