De Aarde als museumconservator
De temperatuur in depots wordt nu tussen de 18 en 20 graden gehouden. Er is echter geen bewijs dat dit voor het behoud van de collecties en archieven nodig is. Uit onderzoek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed bleek eerder zelfs dat een lagere temperatuur beter is voor de kwaliteit van de meeste kunstobjecten. Ook het met de seizoenen laten meebewegen van de temperatuur heeft een gunstig effect. Wel is het daarbij van belang om de luchtvochtigheid te reguleren.
Kosten laag, bewaaromstandigheden uitstekend
De installaties die nu nog nodig zijn om de temperatuur constant te houden, hebben een aantal belangrijke nadelen: de grote hoeveelheid energie die ze gebruiken is erg kostbaar, de bouw-, onderhouds- en exploitatiekosten zijn hoog en áls er een storing is de kans op schade aan de collecties en archieven aanzienlijk. De Rijksdienst voor het Culturele Erfgoed nam daarom het initiatief om een totaal nieuw depotconcept te ontwikkelen.
René Wokke van de rijksdienst: “In plaats van technische installaties krijgen de bovenkant en de zijkanten van het gebouw een zeer dikke isolatielaag, maar de vloer juist niet. Daardoor neemt het gebouw de stabiele, gunstige condities van de aarde over. De temperatuur zal in de zomer circa 15 graden zijn, en in de winter circa 10. De kosten voor de ontwikkeling en exploitatie zijn laag, terwijl de bewaaromstandigheden voor de objecten uitstekend zijn.”
