HBO verrijkt eigen onderwijs

Nieuws | de redactie
4 december 2012 | Het HBO kent een majeure opdracht die met weinig geld waar gemaakt moet worden. Het praktijkgericht onderzoek gaat echter niet ten koste van onderwijstaken, maar verrijkt deze juist. Windesheim-voorzitter prof. Albert Cornelissen weerspreekt negatieve geluiden daarover.

Prof. Cornelisen schrijf naar aanleiding van een opiniestuk in de NRC hierover het volgende:

‘Het artikel onder de kop HBO plundert eigen onderwijs op de opiniepagina van NRC Handelsblad van 27 november jl. – van de hand van de voorzitter van de Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen (VMH) Jan Willem Bruins – behoeft nuancering en correctie.

HBO met lege handen

Waar Bruins een pleidooi houdt voor meer subsidie ten behoeve van praktijkgericht onderzoek op hogescholen, verdient hij alle ondersteuning. Niet alleen krijgen het voortgezet onderwijs en het MBO in de nieuwe kabinetsperiode meer additionele middelen, ook de universiteiten ontvangen meer gelden voor funderend wetenschappelijk onderzoek. Het HBO staat echter met lege handen en dat is een betreurenswaardig besluit.

Want het specifieke onderzoek dat de hogescholen in hun curricula trachten te incorporeren, is een cruciaal en integraal onderdeel van de kwaliteitsslag die het HBO heeft ingezet. Dat proces verdient dringend een ruimere financiering dan nu, juist om op termijn goed opgeleide, creatieve, ondernemende en innovatieve studenten af te leveren die de moderne, geglobaliseerde economie nieuwe impulsen kunnen geven.

De HBO-raad pleit hier al jaren voor, enerzijds als concrete bijdrage aan economisch herstel, anderzijds als broodnodige impuls voor verhoging van het onderwijsniveau, verbreding van het onderwijsaanbod en versterking van de professionaliteit van de student.

Fikse derde geldstroom

Waar in het artikel echter een fundamentele tegenstelling wordt gecreëerd tussen de investeringen in onderwijs en de investeringen in onderzoek van hogescholen en de conclusie wordt getrokken dat de hogescholen met hun investeringen in onderzoek onverantwoorde risico’s nemen voor de onderwijskwaliteit en zich dus, bij uitblijvende overheidsfinanciering van dat onderzoek, in hun onderzoekambities moeten matigen, slaat hij de plank mis.

Volgens recente cijfers van de HBO-raad ontvangen hogescholen circa €70 miljoen uit de rechtstreekse bekostiging door marktpartijen voor productontwerp- en ontwikkeling. Daar komt nog eens €20 miljoen bij uit onderzoeksprojecten die met RAAK-gelden mogelijk worden gemaakt. Afgerond samen €100 miljoen, als we gelden uit andere overheidspotjes en EU-projecten meetellen.

Verder komt er nog voor €38 miljoen uit non governmental funds binnen (2011). In totaal dus zo’n €140 miljoen uit de derde geldstroom. Uiterst praktisch onderzoek, waarvoor op geen enkele manier een greep wordt gedaan in de kas die bedoeld is voor het geven van onderwijs.

Dynamische driehoek

Van meer belang nog is het feit dat het huidige HBO-onderwijs is gestoeld op de dynamische driehoek onderwijs-onderzoek-ondernemen (de 3 O’s). Bedrijven, instellingen en maatschappelijke organisaties nemen met hun relevante onderzoeksvragen en hun specifieke praktijkkennis actief in deze driehoek deel.
Onderwijs en onderzoek beconcurreren elkaar niet en staan dus niet los naast en zeker niet tegenover elkaar, maar zijn onomkeerbaar met elkaar verweven.

Zo participeren docenten in kenniskringen en investeren zij in hun professionaliteit ten behoeve van beter onderwijs en betere begeleiding. Met de bij onderzoek te ontwikkelen reflexieve grondhouding, kritische en door feiten ondersteunde oordeelsvorming, ondernemende instelling en methodische aanpak wordt het onderwijs verrijkt en wordt bovendien evidente meerwaarde voor economie en samenleving gegenereerd. De uitgaven voor onderzoek en onderwijs zijn niet te scheiden zonder de nieuwe werkelijkheid geweld aan te doen.

Majeure opgave, weinig geld

Er is natuurlijk nog veel te verbeteren, want het integreren van een open en complex concept in een van oudsher gesloten en in zichzelf gekeerde onderwijscultuur verloopt stapsgewijs en met vallen en opstaan. Maar het is van groot belang om de ingeslagen route naar een brede kennisinstelling te versterken, met een actieve betrokkenheid van docenten, onderzoekers en externe partners. Dat is een majeure opgave, die momenteel helaas met (te) beperkte middelen gerealiseerd moet worden.

Investeringen in onderzoek  komen de kwaliteit van het onderwijs ten goede en komen niet voort uit angst om de afgesproken prestatiecontracten met het ministerie niet te halen, achter te blijven bij de concurrentie en gekort te worden. De Vereniging van Medezeggenschapsraden van Hogescholen zou beter moeten en kunnen weten. Kritiek is welkom en zelfs wenselijk, maar dan wel op constructief-participerende wijze en op grond van een juiste weergave van de levende werkelijkheid.’

Prof. dr. A.W.C.A. Cornelissen is voorzitter van het College van Bestuur van Windesheim


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK