Tweede taal oppikken
Zij doet dit vanuit een actieve betrokkenheid bij dit onderwerp, want zij is docent Nederlands en Nederlands als tweede taal aan Inholland Haarlem. De kern van de dissertatie is: jonge tweedetaalverwervers vergroten het best hun woordenschat wanneer nieuwe woorden afzonderlijk worden aangeboden in een hoge frequentie van herhaling en liefst met een afbeelding erbij.
Vaak herhalen
Meer dan tweehonderd kleuters van vier jaar deden mee aan verschillende woordenschatprogramma’s. Ze waren allemaal beginnende tweedetaalverwervers en kregen een hele reeks nieuwe woorden aangeleerd, sommigen via een computerprogramma, anderen in de context van een verhaal, al dan niet met een activiteit.
Het experiment laat zien dat voor het leren van nieuwe woorden een hoge frequentie belangrijk is: maar liefst 21 keer. Nog meer herhalen is daarom het motto. Verder blijkt dat het voor beginnende tweedetaalverwervers niet zo gemakkelijk is om woorden te leren via lopende spraak, zoals tijdens het voorlezen van een verhaal of het uitvoeren van een activiteit. Het blijkt dat ze nieuwe woorden gemakkelijker oppikken als zij die woorden ‘los’ aangeboden krijgen, met een duidelijk plaatje erbij.
Net als bij eerste taal
Deze verrassende resultaten passen goed bij wat bekend is uit onderzoek naar het verloop van eerstetaalverwerving. Ook recent neurologisch onderzoek naar woordverwerving wijst in dezelfde richting. Woorden in lopende spraak worden door de luisteraar pas herkend als zij ook de woordgrenzen kunnen herkennen.
Zo ver zijn beginnende tweedetaalverwervers gewoon nog niet. Wel blijken ze erg goed in staat om via louter luisteren nieuwe woorden te leren. Tenminste, als die woorden dan heel vaak te horen zijn, als ze binnen een visuele context staan (een duidelijk plaatje erbij) en als het programma voldoende herhaald wordt.
