Voortdurend armpje drukken

Nieuws | de redactie
5 december 2012 | De Haagse collegevoorzitter Rob Brons was ooit politiechef en brandweercommandant. Nu worstelt hij als HO-bestuurder met een klassieke paradox: “Je wilt onveiligheid voor studenten minimaliseren, tegelijk leren studenten juist het meest wanneer ze risico’s nemen en fouten maken.”

Onlangs vierde De Haagse Hogeschool zijn 25 jarig bestaan. Als prikkelende spreker werd socioloog Frank Furedi uitgenodigd. Furedi maakte naam met zijn kritische publicaties over de doorgeschoten hang naar veiligheid en de neiging van leraren (en anderen) om hun autoriteit te outsourcen.

Het resultaat volgens Furedi: een cultuur van angst en onderwijsinstellingen die leerlingen niet langer onderwijzen, maar uitsluitend leren om in de pas te lopen, om niet af te wijken. “No responsibility for me,” zei hij uitdagend.

“Hij liet ons in verwarring achter”, verzucht Rob Brons, voorzitter van het college van Bestuur van de jubilerende hogeschool. “Hier word je aan het denken gezet is een leus van onze hogeschool. Wij hadden voor dat lustrum Furedi uitgenodigd en ik kan wel stellen, dat hij ons inderdaad aan het denken heeft gezet. Ik werd er zelfs een beetje somber van, want hij bood mij als bestuurder geen handelingsperspectief en dat geeft me een ongemakkelijk gevoel.”

Onveiligheid naspelen

“De laatste jaren is er in de samenleving ontzettend veel gedaan om risico’s te identificeren. Maar daarmee hebben we er misschien ook voor gezorgd, dat het lerend vermogen van kinderen belemmerd wordt. Je leert nu eenmaal door dingen te doen, ook als die risico’s met zich mee brengen. Hoe waar dat ook is, dat is natuurlijk geen legitimatie om dingen ineens weer op een onveilige manier te organiseren. De vraag waar ik nu mee worstel, is: hoe creëer je een klinische situatie waarin je onveiligheid kunt naspelen?”

Rob Brons is een onderwijsbestuurder met een opvallend carrièrepad. Voordat hij collegevoorzitter bij De Haagse Hogeschool werd, vervulde hij diverse topfuncties bij de politie en de brandweer. Over de switch naar het hoger onderwijs kan hij kort zijn: “Ik heb mij altijd heel erg verbonden gevoeld met de publieke sector, mijn werk heeft altijd in het teken gestaan van maatschappelijk belang. Maar op een gegeven moment komt er een bepaalde herhaling in.”

Opstijgen uit het midden van de cirkel

“Toen zei iemand in mijn omgeving – een wat esoterisch ingesteld persoon – dat na 28 jaar de cirkel rond is. Dan heb je namelijk 4 maal 7 jaar achter de rug en kun je niets meer bijleren. Je staat voor een keuze. Óf comfortabel blijven ronddraaien, zodat de cirkel steeds dikker wordt, óf je gaat nog eens goed nadenken wie je echt was toen je carrière begon. En dan stijg je van het middelpunt van de cirkel op, om ergens anders te landen.”

Precies op dat moment kwam de vraag of Brons niet collegevoorzitter van De Haagse Hogeschool wilde worden. “Dat deed wel heel erg recht aan mijn Hagenaarschap, aan mijn internationale ervaring. Plus: ik was jarenlang dienaar van bestuurders geweest, dit was de kans om zelf eens aan de bestuurskant te zitten.”

Mensen nemen de vluchtweg niet

Als bestuurder staat Rob Brons nu voor de uitdaging om het beste uit ruim 1.800 medewerkers en 23.500 studenten te halen en hen – soms zelfs door ze stommiteiten te laten begaan – te laten leren. “Mijn werk was jarenlang het detecteren van onveiligheid. Dankzij administratieve processen en techniek zijn belangrijke stappen gezet, maar de grootste uitdaging blijft het menselijk gedrag. Neem bijvoorbeeld een tunnel. Daarin is een vluchtroute aangelegd, maar als er zich een noodsituatie aandient, kiezen veel mensen ervoor om te keren. Ze nemen die vluchtweg niet! En precies dáár bots ik op Furedi.”

“Tijdens mijn studietijd las ik een heel mooi boek van Selma Freiberg: de magische wereld van het kind. Tussen de nul en de vier jaar is de periode dat een kind het meeste leert, en dat leert het gek genoeg van de mensen die daar het minste voor zijn toegerust, van ‘amateuropvoeders’. Toch zien we kans om kinderen in die vier jaar alle belangrijke dingen bij te brengen. ‘Gij zult niet met uw vingers in het stopcontact zitten’ en ‘gij zult niet aan de theepot zitten’. Hoewel elk kind waarschijnlijk wel een keer met hun vingers in het stopcontact zit en met de vingers tussen de deur krijgt.”

Bestuurders trokken wit weg

Waarom is het uitbannen van risico eigenlijk zo belangrijk? Brons: “Om zo lang mogelijk gezond te leven. Wij proberen studenten erop toe te rusten zelf gevaren te detecteren en adequaat daarop te handelen. Maar hoeveel risico moet je inbouwen? Ik vind dat moeilijk. Wij leiden voor zoveel verschillende beroepen op. Je moet uitkijken dat je niet direct in leven en dood-kwesties terecht komt.”

Vroeger werd de comfortzone van kinderen automatisch beperkt door de meer autoritaire ouders. Nu komen de leerlingen onderhandelend binnen en stellen vanaf les één direct de kennis en autoriteit van hun docenten op de proef. Brons: “Het is een voortdurend armpje drukken: wie heeft ergens het meeste verstand van? Ik ben druk aan het piekeren hoe je de comfortzone zodanig kunt veranderen dat het meer prikkelt. Er zal hoe dan ook iets van het comfort af moeten.”

In één opzicht wordt Furedi door Rob Brons gelogenstraft: Furedi stelt dat mensen vandaag de dag vaak geneigd zijn om hun autoriteit te outsourcen. “Het lijkt wel alsof iedereen zich oncomfortabel voelt met zijn eigen autoriteit”, aldus de socioloog. Maar van Brons kan dat zeker niet gezegd worden. Studenten en docenten van De Haagse Hogeschool kunnen er vrij zeker van zijn dat hij in crisissituaties niet weg zal duiken.

In zijn eerdere functie als hoofd van de brandweer hanteerde Brons risicocontouren. “Voor overstromingen gold een risicocontour van 10-5, dat wil zeggen dat een overstroming eens in de 10.000 jaar acceptabel werd geacht. Wij hebben destijds scenario’s laten zien van wat zulk hoog water met het Binnenhof doet. En toen gingen we er nog vanuit dat de zeespiegel minder zou stijgen dan wat nu reëel wordt geacht. De bestuurders trokken wit weg.”

De waterzebra

“Risico is waarschijnlijkheid maal impact”, is het parool van Brons uit die tijd. Maar heeft risico per se met gevaar, met onveiligheid te maken? Hij vindt van wel.  Dat risico’s nemen een essentieel onderdeel is van het opleiden van studenten tot professionals, daarvan is Brons  overtuigd. “Je kunt geen goede beroepsbeoefenaar worden als je tot aan het moment van je afstuderen steeds bij elk risico bent weggehouden.”

Voor de ingang van De Haagse Hogeschool heeft een ontwerper alvast één risico-element voor de argeloze bezoeker aangebracht: een pad waarbij de wandelaar telkens over een dunne strook water moet heenstappen. Met een beetje bladeren of gladheid in het nu komende seizoen moet dat kunstwerk geheid valpartijen opleveren. “Ah, de waterzebra”, zegt Rob Brons weinig enthousiast. “Als de arbeidsomstandighedenwet daarop van toepassing zou zijn…  Ik had het liefst een schelpenpad met platanen gezien.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK