Deeltijdramp voor masters en meesters

Nieuws | de redactie
29 februari 2012 | De ingreep in deeltijd-WO en -HBO zal diep insnijden. Sommige instellingen raken tot een kwart van hun studenten kwijt, met name Fontys, HU, HAN en HvA, maar ook Avans en Inholland. Leraren- en masteropleidingen zijn het slachtoffer. Het kabinet schendt hiermee het eigen Pensioenakkoord.

Het stoppen van de bekostiging van de HO-deeltijdopleidingen zaluniversiteiten en hogescholen op kosten jagen en instroom doenverliezen. De universiteiten hebben te rekenen met een minderingvan €50 miljoen in hun bekostiging, waarbij met name de ‘klassiekeuniversiteiten’ als de UvA, UU en RUG miljoenen zullen moeteninleveren.  Bij de hogescholen ziet het er naar uit dat decijfers nog dramatischer zullen zijn.

Einde 77% van de masters

Om te beginnen is ruim 9500 van de 12.000 masterstudenten in hetHBO als deeltijder ingeschreven. Een beëindiging van de bekostigingzou een einde van 77% van het bekostigde masteraanbod inhouden. Ditis meer dan een besparing, zegt CNV Onderwijs.

“Na alle lippendienst dat het onderwijs na allestelselwijzigingen rust nodig heeft, volgt met deze bezuiniging devolgende stelselwijziging. Want met het dichtbranden van dedeeltijdstudiemogelijkheden wordt de HBO master die hoofdzakelijkin deeltijd gegeven wordt, de nek omgedraaid.”

De ingreep zou daarom een stelselverandering inhouden,die noch in het rapport-Veerman, noch in de conclusies daaruitvoor het beleid was overwogen of opgenomen. Dit zal in hetbijzonder de masters in de zorg raken. Dit HBO-aanbod heeft devoorbije jaren door de kwaliteit van de opleidingen en deveranderende vraag in de beroepspraktijk een krachtige ontwikkelingdoorgemaakt.

De daarmee opgebouwde infrastructuur, veelal ook ondersteundvanuit de lectoraten en praktijkgericht onderzoek, zou zwaargetroffen worden, omdat niet verwacht mag worden dat privatepartijen in de zorgsector en zo sterke rol kunnen spelen, dat zijdit HO-aanbod over kunnen nemen.

De zwaarst getroffen instellingen

Het einde van de deeltijd-bekostiging zal niet elke instellinggelijkelijk treffen. De zwaarst getroffenen zijn:

Fontys:  deze hogeschool heeft nu nog 9.416deeltijdstudenten

HU: 7.858

HvA: 5.317

HAN: 5.310

Inholland: 4.722

Hogeschool Rotterdam: 4.089

Avans: 4.041

Windesheim: 3.164

Saxion: 3.048

HHS: 2.383

Grote bedragen in de min

Het verlies aan bekostiging is hiermee reeds nu in grote trekkente berekenen. Fontys zou ongeveer €43 miljoen minder ontvangen danvoorheen. Inholland zou tegen de €25 mln kwijt zijn, de HaagseHogeschool ongeveer €12 mln en de andere in de lijst hierbovenbedragen die daar tussenin zitten. Een snelle compensatie van zulkeverminderingen van hun bekostiging via particulier aan te biedendeeltijdaanbod kunnen de instellingen niet verwachten.

Geen HO-sector zal bij de voorstellen zo ingrijpend geraaktworden als de lerarenopleidingen, met name de opleidingen dieleiden tot upgrading binnen het docentenvak. Van de ongeveer 60.000deeltijdstudenten in het HBO is ruim een derde student in deeducatieve vakken.

Van deze 20.000 spijkert ongeveer driekwart bij met behulp vande zogeheten lerarenbeurs, die vanuit het advies Rinnooy Kan werdingesteld om het opwaarderen en Leven Lang Leren in het onderwijseen impuls te geven. De straks te verwachten kostendekkendetarieven voor deeltijd-HO zullen het gebruik van deze beurs zeeronder druk zetten. Reeds nu is sprake van aanzienlijk mindergebruik, omdat de doorstuderende docent ineens eeninstellingscollegegeld moet gaan betalen. Dit negatieve effect opde participatie met behulp van de lerarenbeurs zal nu dus nogverder versterkt worden.

Elke meester master?

“Jaarlijks maken  zo’n 4000 mensen gebruik van delerarenbeurs,” meldt CNV Onderwijs. “Deze bezuiniging haaltindirect de investering in leerkrachten onderuit. Een ruweschatting laat zien dat een derde van alle deeltijdstudenten op HBOen WO studenten zijn die werkzaam zijn in het onderwijs, of eenbaan in het onderwijs ambiëren. Juist iets waar we als socialepartners trots op waren.” De noodzakelijke instroom van deelnemersom de aanstaande tekorten aan docenten op te vangen zal niet meermogelijk zijn, zo vrezen de betrokkenen.   

Dit raakt twee fundamentele ambities van het onderwijsbeleid.Ten eerste is Kamerbreed ondersteund dat gestreefd moet wordennaar  het adagium ‘Iedere meester een master.’ Dezekerngedachte uit het debat van de grote educatieve faculteiten metde woordvoerders uit de Kamer werd in november 2010 als eendoorbraak in de discussieover de kwaliteit gezien. De voorziene ingreep in het deeltijd-HOmaakt deze normstelling niet meer haalbaar.

Meer in den brede geldt dit ook voor het streefdoel om binnenhet HBO te komen tot tenminste 80% docenten op masterniveau. Deinspanningen daarvoor worden door zo’n ingreep eveneens zwaar onderdruk gezet. De voorzitter van de HBO-raad, Thom de Graaf, reageerdeten aanzien van deze kwalitatieve ambitie al met de volgendewoorden: “Dat schept grote onzekerheid rond kwaliteitsafspraken eninvesteringen.”

Schade aan Pensioenakkoord

CNV Onderwijs trekt dit thema zelfs nog breder. Men wijst op deachterstand van ons land bij Leven Lang Leren vergeleken bij deinzet daarvoor in vooraanstaande kennisnaties. “Een Kamerbreedaanvaarde motie [de motie-Hamer red.] stelt het doel ons land in detop vijf van de kenniseconomieën brengen en dit is ook vastgelegdin het regeerakkoord.”

“Het idee, ook van de Lissabondoelstellingen, van een Leven LangLeren sluit daarbij aan. In een brief aan de Kamer schrijftstaatssecretaris Zijlstra dat deelname aan post-initiële scholinggestabiliseerd is. Hij wil de achterstand met de koplopers op ditterrein als Zweden en Finland dichten. Dan past zo’n bezuinigingdus echt niet.”

Dit hangt samen met de afspraken die op dit gebied zijn gemaaktdoor het kabinet met de sociale partners in het kader van deStichting van de Arbeid en de SER. Zij spraken af veel meer te gaandoen om de loopbanen van werknemers te verrijken door scholing entraining gedurende het werkzaam leven, ook vanwege de veel langerearbeidsparticipatie en de vergrijzing. Dit is een wezenlijkonderdeel van het Pensioenakkoord en dat wordt door de ingreepvanuit OCW feitelijk onderuit gehaal, zo vreest het CNV.

“Doorwerken tot je 67ste kan alleen als werknemers, werkgeversen de overheid blijven investeren in de scholing van mensen. In hetPensioenakkoord staan afspraken over een loopbaanscan, waarmeewerknemers advies kunnen krijgen welke scholing ze zouden kunnenvolgen om actief en inzetbaar te blijven. Het is wel heel cru alsde overheid eerst besluit, om mensen langer door te laten werken enaan de andere kant mogelijkheden ze langer inzetbaar te houdenom zeep helpt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK