Wetenschap niet de waarheid

Nieuws | de redactie
8 februari 2012 | Het is een illusie te denken dat wetenschappers simpelweg ‘de waarheid’ kunnen vertellen aan beleidsmakers. “Hoe meer wetenschappers uit verschillende disciplines bij een kwestie worden betrokken, hoe meer onzekerheid politici zullen oogsten,” stelt het Rathenau Instituut over de hang naar evidence based policy.

Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het RathenauInstituut is een verkenning gepresenteerd van de verwachtingen enpraktijken rond zulke beleidsvorming. “Hoe gaan wetenschappers diede maatschappij willen bedienen te werk als zij niet simpelweg ‘dewaarheid’  aan ‘de macht’ kunnen vertellen?”

Gebrek aan discussie

Bij de presentatie van het rapport sprak Rathenau-directeur enschrijver van het rapport Jan Staman over een gebrek aan dialoogtussen wetenschappers en politici. “Er is naar mijn mening inNederland nog te weinig discussie over de manier waarop de dragersvan kennis en die van macht het vruchtbaarst met elkaar om kunnengaan.”

In het verkennend rapport worden steeds twee experts – politiekbestuurlijk én wetenschappelijk – uit de velden onderwijs, justitieen gezondheidszorg, gevraagd naar hun bevindingen en praktijken inde discussie tussen beide belanghebbenden.

Opvallend in het rapport is dat blijkt dat ook in de wetenschapmoeite heeft de ‘ideologische strijd’ volledig buiten het onderzoekte laten. “In dat geval hebben wetenschappelijk bewijzen niet destabiliserende, richtingbepalende werking die de roep omevidencebased policy impliciet veronderstelt.”

Klinkt leuk, op niets gebaseerd

Professor Henriëtte Maassen van den Brink wijst in de publicatieop allerlei culturele of ideologische belemmeringen waardoor hetserieus ontwikkelen van evidence based beleid in bijvoorbeeld hetonderwijs zeer penibel kan blijken. Al gauw wordt geroepen ‘gebruikonze kinderen niet als proefkonijnen!’ terwijl bij medischeontwikkelingen heel ander geredeneerd wordt. 

“Waar kankerpatiënten in de rij staan om een experimenteletherapie te mogen volgen, huiveren ouders voor experimenten opscholen. Ik vind het persoonlijk flauwekulargumenten. Er vallenweliswaar geen doden als het onderwijs niet mag experimenteren,maar je bent wel voor je leven getekend als je slecht onderwijshebt gehad.”

“Daar bekommeren wij  wetenschappers ons om, en we proberenzo dicht mogelijk bij een  onderzoeksopzet te komen die ons instaat stelt om met enige zekerheid te rapporteren over oorzaak engevolg. Maar dat stuit dus op ideologische bezwaren.”

“Het ironische gevolg is dat er nu in de praktijk juistongecontroleerd geëxperimenteerd wordt – zonder enig bewijs enzonder gefundeerde aanleiding. Die maatschappelijke stage, diegratis schoolboeken: klinkt leuk, op niets gebaseerd. En we metenook de effectiviteit van al die interventies niet.”

“Maar”, zegt Maassen van den Brink, “we kunnen de resultaten diehet onderwijsbeleid boekt wél op wetenschappelijke wijzebeoordelen. En het veld zou in ieder geval rekening kunnen houdenmet wat we wél weten. Er gaan nu miljoenen om in het onderwijszonder dat men kijkt naar wat dat geld oplevert.”

Politici willen scoren met onderzoek

Eén van de geïnterviewden, hoogleraar criminologie FrankBovenkerk (UU), geeft als voorbeeld: “”De politiek ziet het liefstedat wij wetenschappers informatie leveren waarmee zij kunnenscoren, zodat zij kunnen zeggen: ‘Dankzij mijn aanpak is decriminaliteit omlaaggegaan!’ Maar vaak zijn onze adviezen niet zohelder en hard. Zo is de belangrijkste reden dat misdadigers methun wandaden stoppen het feit dat ze ouder worden. Welk advieshoort daarbij?”

Staman stelt dan ook in het voorwoord van het rapport dat”politici moeten beseffen dat meer wetenschappelijke kennis nietnoodzakelijkerwijs onzekerheden zal helpen verminderen.Integendeel, bij complexe problemen resulteert meer wetenschap vaakin meer onzekerheid. Soms is dus een deugdelijk debat overovertuigingen en waarden het hoogst haalbaar.”

Wetenschapper moet ook expert worden

Wil een wetenschapper ook het praktisch beleid dienen danworden, zo concludeert het rapport ook andere kwaliteiten gevraagd.Immers “hoe groter de maatschappelijke belangen bij een bepaaldebeslissing, hoe groter de onzekerheid. En hoe meer wetenschappersuit verschillende disciplines bij een kwestie worden betrokken, hoemeer onzekerheid politici zullen oogsten.”

Een wetenschapper met de ambitie wel bij te dragen, heeft zoformuleert het rapport dan ook “gevoel voor de socialewerkelijkheid waarin bepaalde problemen zich voordoen en kan goedinschatten wat wetenschappelijke kennis kan betekenen voor diewerkelijkheid.”

“De expert verwoordt die kennis op een manier die overkomt bijpolitici en beleidsmakers. Hij of zij heeft  begrip voor dedynamiek waarin politici en beleidsmakers werken, maar waakt ervoordat de voortdurende discussies binnen de wetenschap wordenmisbruikt  voor het zaaien van twijfel uit politiekgewin.”

“Een expert beseft dat er veel verschillende kenniswerelden enhandelingspraktijken bestaan – buiten, maar ook binnen dewetenschap – en dat die werelden en praktijken vaak zullen botsen.In zo’n geval komt het aan op het nemen van een faire politiekebeslissing te midden van onzekerheden, weet deze expert.”

“Wetenschappers zullen hierbij zeker behulpzaam zijn, maarkunnen niet de doorslag geven. Een goede wetenschappelijk expertbeschikt over nogal wat – veelal impliciete – kennis; kennis diehij of zij eerder verwerft door maatschappelijke ervaring dan uitwetenschappelijke tijdschriften.”

Het volledige rapport van Rathenau leest u hier. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK