Wintels: mijn lessen uit Amarantis

Nieuws | de redactie
3 december 2012 | Fontys-voorman Marcel Wintels komt met zijn eigen observaties na ingrijpende ervaringen bij Amarantis. Als puinruimer moest hij redden wat er te redden viel. “Onder de oppervlakte gaat het te vaak niet goed. Georganiseerd wantrouwen is de oplossing niet.”

Wintels legt naast de nu gepubliceerde rapportages over de bestuurlijke perikelen bij Amarantis ook zelf een reeks observaties en doordenkingen neer.

Hij waarschuwt voor de ook nu weer subiet te horen toon en inhoud van de eerste reacties. “De politieke reflex van stevige taal en meer regels en bureaucratie uit Den Haag draagt niet altijd bij aan oplossingen. Helaas zien we dat veel overheidsmaatregelen – hoe goed ook bedoeld – een averechts effect hebben. Ik verwacht evenmin wonderen van het toverwoord ‘governance’. Het is ingewikkeld en gaat om de goede maatvoering.“

Anthologie Amarantis

Een bloemlezing uit zijn waarnemingen, eerste lessen en gedachten over de de te trekken conclusies vor het vervolg in het MBO, hoger ondewijs, ministeire van OCW en binnen onderwijsorganisaties leest u hier.

-Ik schrok enorm van wat ik aantrof en heb de minister direct gevraagd onderzoek te doen naar het verleden. Zelf heb ik mij volledig geconcentreerd op de reddingsactie om de organisatie en de daartoe behorende onderdelen weer perspectief te geven.

-Uiteindelijk hebben we met een continuïteitsgarantie van € 18 miljoen van OCW de reddingsoperatie kunnen uitvoeren. Dat is veel geld, maar veel minder dan de € 132 miljoen die in januari nog door de toenmalige Raad van Toezicht aan OCW was gevraagd. En het is een fractie van wat een faillissement van Amarantis de samenleving gekost zou hebben.

Belabberde situatie

-De bestuurders en toezichthouders waar terecht nu zoveel ophef over is zijn allemaal al weg. Dat waren ze overigens al toen ik op maandag 13 februari aantrad, op één toezichthouder na die nog even is aangebleven maar inmiddels ook is vertrokken. Nadat ik op dinsdag 7 februari de vraag van de minister had gekregen of ik ‘Amarantis wilde redden’ heb ik mij op 8 februari ingelezen.

Ik schrok enorm van de belabberde situatie. In een gesprek met de voorzitter en vice-voorzitter van de toenmalige Raad van Toezicht heb ik hen 9 februari gezegd wat ik ervan vond en dat ik vond dat zij niet konden aanblijven. Op vrijdag 10 februari hebben zij hun functies neergelegd.

Onder de radar

-Bij het inlezen was me al direct helder dat de financiële problematiek veel groter was dan uit de boekhouding op het eerste gezicht was op te maken. Ik zag hoe met cijfers ‘gestuurd’ werd. Dit blijkt ook duidelijk uit het onderzoeksrapport. Ook waren er 245 medewerkers/fte teveel voor een verantwoorde exploitatie, voornamelijk in ondersteunende functies, staf en overhead waarvan we in enkele maanden afscheid hebben moeten nemen. Een uiterst pijnlijk proces. Er waren voor tientallen miljoenen (mislukte) huisvestingsprojecten en bijzonder hoge huisvestingslasten. Tegelijkertijd waren veel scholen nog slecht gehuisvest. De portemonnee was tot de bodem leeg. Het bank-krediet liep af.

-Bestuurders kiezen te vaak voor groei. Willen liefst (regionale) monopolieposities. Dat is zogenaamd  (macro-)doelmatig. Soms door de overheid gestuurd. Dat geeft ook invloed, status en macht. Of fuseren uit angst: eigen problemen niet kunnen oplossen, de instelling wordt ‘strategisch kwetsbaar’ en wordt elders ondergebracht. Waarmee het een probleem van een ander wordt of onder de radar verdwijnt.

Meer dan voldoende toezicht  

-Toezichthouders waren er te over: de Raad van Toezicht, de inspectie, de financier, de accountant, de auditcommissie, OCW, de medezeggenschap, de ondernemingsraad. Maar niemand doorgrondde alle problematiek, als die al te overzien was en getoond werd. Iedereen zat erbij, keek ernaar, lette vooral op het ‘eigen straatje’ en ondertussen ging het jaar in jaar uit steeds slechter.

-Moet de omvang van een school eigenlijk niet zodanig zijn dat iedereen met gezond verstand kan zien of een school er goed of slecht voorstaat? Kwalitatief en financieel. Zonder derivatenspecialist, financieel specialisten of vastgoedexperts.   

-Zijn scholen autonome maatschappelijke ondernemingen of vormen van publieke voorzieningen? Daarbij is de ordening van onderwijsaanbod een belangrijk thema: snel stoppen met foute vormen van concurrentie in het publiek domein.

Weinig collegialiteit 

-Sommigen zagen Amarantis liever failliet gaan. Spraken dat ook hardop uit. Alsof dan niet 30.000 leerlingen en 3.300 medewerkers op straat zouden komen te staan… Sommigen wilden delen overnemen om de eigen ‘marktpositie’ te versterken of leegstand te vullen. Hoewel er in de sector veel moois gebeurt waar we trots op mogen zijn, viel de collegiale steun in de sector niet mee.  

-Grote besturen zijn een soort mini-ministerie. Ik hoor niet tot de groep mensen die denkt dat je scholen beter maakt door veel meer OCW-bemoeienis op detailniveau. Maar OCW moet wel betere mogelijkheden hebben om sneller in te grijpen als het fout dreigt te gaan. Nu staat ze te lang machteloos toe te kijken.

-Verschil in onderwijskwaliteit wordt niet gemaakt door efficiency, schaalvoordelen of bestuurlijke krachtenbundeling. Wel door goede docenten, betrokkenheid en eigenaarschap. En door de nodige aandacht voor ethisch en moreel juist handelen. Daar heel kritisch op zijn met en naar elkaar. De kracht van een (h)echte gemeenschap. Daar kan geen overheidsingrijpen, stapeling van toezicht en governance-model tegenop.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK