AWT wil ‘plan B’ van kabinet
In zijn advies op basis van het regeerakkoord zegt de AWT dat het goed is, dat het nieuwe kabinet kiest voor een duidelijke continuïteit in het kennis- en innovatiebeleid, in het bijzonder bij de topsectoren. Mar dan moet dit ook echt en gestaag gaan gebeuren. Daar zet de Raad een scherpe waarschuwing bij.
Uiterst ongelukkig
Men schrijft de bewindslieden onomwonden: “Dat u de steun voor private investeringen in onderzoek en ontwikkeling in dit regeerakkoord per saldo opnieuw terugschroeft, vindt de raad om twee redenen uiterst ongelukkig. Ten eerste, uitgaven aan kennisontwikkeling en innovatie zijn investeringen waaraan wij nu en in de toekomst ons economisch potentieel ontlenen. Wanneer bezuinigen noodzakelijk is, verdienen investeringen anders behandeld te worden dan consumptieve uitgaven.”
“Ten tweede, het is van groot belang dat de overheid zich een betrouwbare partner toont die de afspraken nakomt en de plannen uitvoert waaraan de afgelopen twee jaar is gewerkt en die met het oog op de lange termijn zijn gemaakt. Met deze bezuinigingen loopt u het risico dat bedrijven ook terugkomen op toezeggingen om meer in R&D te investeren in Nederland.”
Eenheid in optreden
Juist nu is het van belang dat het kabinet tot een heldere visie voor de langere termijn komt, ook omdat bijvoorbeeld voor het Europese Horizon 2020 programma de inzet van ons land van groot belang is om daar optimaal van te kunnen profiteren, onder meer door matching van investeringen. “Visie [maakt] duidelijk welke ambities wij als land collectief koesteren en welke rol en verantwoordelijkheid de overheid daarmee voor zichzelf ziet.”
“De AWT komt in het regeerakkoord allerlei nationale ambities en maatschappelijke uitdagingen tegen, bijvoorbeeld op het terrein van duurzame energie, maar mist vooralsnog een visie op de innovatieprocessen die hiervoor nodig zijn en op de (initiërende) rol van de overheid om de vereiste innovaties te realiseren. Een overtuigende langetermijnvisie is een noodzakelijke basis voor een bestendig kennis- en innovatiebeleid. Zonder een heldere, stabiele en breed gedeelde onderliggende visie zijn continuïteit in beleid, eenheid in optreden en verscheidenheid binnen een consistent kader niet op te brengen en vol te houden.”
Het bedrijfsleven is het daar mee eens, zo blijkt uit de reactie van Wientjes op de studie van het Rathenau Instituut. “Ook volgens VNO-NCW is industriebeleid een zaak van lange adem. Het alsmaar wisselen van dit beleid is funest voor het investeringsklimaat. Het bedrijfsleven heeft stabiel en duidelijk beleid nodig voor forse investeringen.”
Daarbij moet het bedrijfsleven nu dan ook wel echt gaan ‘leveren’, zegt de AWT. Dat van die kant in ons land realiter en relatief mondjesmaat geïnvesteerd wordt in kennis noemt de raad puntig “de stilzwijgende overeenkomst die onder het topsectorenbeleid ligt.”
Voet op gaspedaal
“Het topsectorenbeleid heeft een leerproces op gang gebracht. Geleidelijk zoeken alle betrokken partijen nu hun rol binnen nieuwe structuren. Binnen het topsectorenbeleid heeft het bedrijfsleven niet alleen het stuur in handen, maar ook de voet op het gaspedaal. Het heeft naast ruime belastingfaciliteiten een aanzienlijke zeggenschap over plannen en middelen gekregen, in de verwachting dat het de private innovatie-inspanningen – die in Nederland naar verhouding laag zijn – zal opvoeren. Dit is de stilzwijgende overeenkomst die onder het topsectorenbeleid ligt.”
“Het is nu van groot belang dat zowel overheid als bedrijven gewekte verwachtingen zoveel mogelijk waarmaken en zich aan gedane toezeggingen houden. De AWT raadt de minister van EZ aan om hierover in dialoog te blijven met het bedrijfsleven. Hou in de gaten of de private innovatie-inspanningen binnen redelijke termijnen daadwerkelijk omhoog gaan.”
Zorg voor plan B, ook bij OCW
Of dat ook “daadwerkelijk omhoog” zal gaan wil de AWT niet voetstoots aannemen. Daarom moet het kabinet zorgen voor een ‘plan B’ en moet OCW “ervoor zorgen dat de continuïteit in het wetenschappelijk onderzoek voldoende gewaarborgd is, met name in de financiering van het promotieonderzoek. Waar ‘het bedrijfsleven aan zet’ kan leiden tot veranderingen in inhoudelijke onderzoeksaccenten en gebruik van onderzoeksresultaten, mag het niet gaan ten koste van het volume aan funderend onderzoek en de opleiding van de volgende generatie onderzoekers.”
VNO/NCW benadrukt dat van hun kant men echt is gaan leveren: “De eerste stap is gezet met het afsluiten van innovatiecontracten ter bevordering van duurzame samenwerking tussen wetenschap en bedrijfsleven. In die contracten zijn private investeringen van 1,5 tot 2 miljard euro gemobiliseerd. Verder wordt in de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s), die pas vier maanden lopen, de samenwerking tussen onderzoekers en ondernemers verder vormgegeven. De eerste signalen zijn veelbelovend. Uit de ingediende voorstellen voor de TKI-toeslag blijkt dat meer dan 1500 bedrijven, die zelf zo’n 319 miljoen euro zullen bijdragen, zijn betrokken.”
Bredere, ook Europese scope
De aansluiting van de topsectoren bij de Europese ‘grand challenges’ is nog niet al te stevig van de grond gekomen. “Het is van belang hier een inhaalslag te maken. Landen als Duitsland, waar het beleid geformuleerd is langs de lijnen van maatschappelijke opgaven en bedrijven en kennisinstellingen zich dientengevolge ook volgens die lijnen organiseren, zijn hiermee allang aan de gang,” waarschuwt de AWT.
Het accent moet daarbij niet te eenzijdig en ‘ouderwets’ op de bekende namen en de technieksector in klassieke zin gelegd worden. “Innovatie draait echter steeds vaker om een combinatie van technische vernieuwing en organisatorische, institutionele of sociale verandering.”
“Het is daarom wenselijk om de focus van het huidige kennis- en innovatiebeleid te verbreden. De AWT spoort de ministers van EZ en OCW aan om binnen de scope van het kennis- en innovatiebeleid ruimte te scheppen voor een grotere diversiteit aan vormen van innovatie, waaronder diensteninnovatie en sociale innovatie.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap