Bormans kiest radicaal voor de bachelor

Nieuws | de redactie
10 januari 2013 | “Alle ballen op de bachelor.” Korter kan Ron Bormans de toekomst van het HBO niet samenvatten. “Niet geraffineerd of moeilijk” noemt de nieuwe Rotterdamse collegevoorzitter de kern van wat er nu moet gebeuren. Essentieel is het radicaal de consequenties er uit te durven trekken.

“Ik heb mezelf gedwongen om mijn hele verhaal over het HBO en zijn betekenis opnieuw op te bouwen.” Ron Bormans begon na jaren als voorzitter van de HAN, als lid van de Commissie Veerman en ‘opinion leader’ in het hoger onderwijs bij de Hogeschool Rotterdam.

Hij werd zich binnen de kortste keren bewust van het gevaar dat hij vanuit die eerdere ervaringen snel conclusies ging trekken over de kansen en toekomst van die grootstedelijke hogeschool. “Het was noodzakelijk om eerst diep kennis te maken met het eigene van wat hier gebeurt. Een hogeschool is een complexe organisatie waarin de maatschappij, waar de buitenwereld voortdurend naar binnen giert.”

Waarom doen we dat dan?

Arnhem is geen Rotterdam. De economie, de sociale omgeving, de bevolking en studenten, de bedrijven en partners zijn er anders. En dus zal het HBO er anders zijn, benadrukt Bormans als hij zijn conclusies over hoe het verder moet met Rotterdam op tafel legt. “We zijn een complexe sector met een grote maatschappelijke omgeving met een grote maatschappelijke opdracht. Je moet je daarom voortdurend afvragen hoe je die opdracht vertaalt. Hoe doe je dat? Hoe geef je daar leiding aan? “

Bormans komt daarom met een serie conclusies voor de toekomst die ook hemzelf af en toe verrast heeft. Zo was hij “een scepticus” over de ontwikkeling van de Associate Degree. Maar in de Rotterdamse context blijft dit nieuwe aanbod van HBO en MBO samen de sleutel tot nieuwe successen voor nieuwe studenten.

Zijn visie voor de komende jaren heeft in elk geval een korte titel: ‘Focus’. Die wil Bormans leggen op drie kernpunten. “Het onderwijsproces is de kern van de zaak. Als we dat zeggen, dan moeten we het ook de kern van de zaak laten zijn. Alles wat we doen moet in dienst staan van dat proces. Zaken die  daar minder mee te maken hebben, moeten we dan ook scherp bezien. Waarom doen we die dan eigenlijk?”

Geen branding voor de verkoop

Het eerste punt van de focus van zijn hogeschool noemt Bormans de verbinding met de stad Rotterdam. “Die verbinding is de voorbije jaren zo krachtig gelegd dat deze echt fantastisch geworden is. Het heeft echt betekenis dat de naam van onze stad en hogeschool dezelfde is. Dat is geen ‘branding’ voor de verkoop, het is de kern van wat wij doen als hogeschool. Dat dit zo sterk is gelukt, vind ik een prestatie die men hier heeft geleverd. In andere grote steden heeft men zulke verbindingen ook willen ontwikkelen, maar ik durf de stelling aan, dat dit alleen hier in Rotterdam met zoveel elan ook echt gerealiseerd wordt.”

Twee zwaartepunten staan daarvoor symbool: het grote project ‘op Zuid’ en de RDM Campus. “Samen representeren zij wat altijd het hart van het HBO is geweest, vanaf het eerste begin van dit soort beroepsopleidingen en de hogescholen zelf. Het is hoger onderwijs waarin én de economische ontwikkeling én de bredere maatschappelijke ontwikkeling zijn verweven.”

Een wereldhaven als Rotterdam “is ook zeer krachtig als de omgeving voor een grote hogeschool met de nodige ambities. De vraagstukken hier zijn zowel veel massaler als ook veel eenduidiger dan elders in de omgeving van hogescholen, in andere regio’s of steden. Ook daar is Rotterdam echt iets heel anders dan Arnhem en Nijmegen met een reeks meer landelijke regio’s daar omheen.”

Radicaal doordenken

“Die urbane verbinding is dus heel betekenisvol. Zij werkt, bestaat in de praktijk. Dus die focus is er nu al. Maar dan moeten we deze ook nog radicaler durven doordenken. Wat betekent dit voor elke opleiding, voor elk aanbod aan onderwijs en onderzoek van onze hogeschool?”

Concreet betekende dit voor Bormans dat er twee grote Centres of Expertise bij zijn hogeschool moesten komen. Een Centre helemaal gericht op de haven als centrum van kennis en innovatie. Een Centre gericht op de aanpak van de complexe, brede sociale problematiek ‘op Zuid’ en de verbinding daarvan met een groot geheel van opleidingen binnen de hogeschool.

“Toen we voor dat tweede CoE niet de extra middelen kregen via de Review Commissie heb ik gepraat daarover met Halbe Zijlstra. Hem hebben we gemeld, dat we dit grote project zelf kunnen voortzetten. Juist omdat die focus op de verbinding met de stad echte betekenis heeft en moet blijven krijgen.”

Preciezer, minder op protocollen

Het tweede punt van de focus van de hogeschool is voor Bormans het rendement. Dat moet omhoog. Maar daarover moet heel het hoger onderwijs wel diep nadenken, zeker het HBO. “Als we niet oppassen, gaan hier namelijk echt een probleem scheppen, juist omdat het eigenlijk de goede kant op gaat!”

Wat is dat probleem? “Het feit dat de lat echt omhoog gaat, precies zoals we dat met de Commissie Veerman hebben bepleit. Dat gebeurt nu en dat vind ik heel erg goed. Maar je hoort de ‘maar’ al…”

Tegelijk zijn de accreditaties van de opleidingen duidelijk strenger, scherper geworden. “Het is preciezer geworden, ook meer op de inhoud en minder op de protocollen. Ook dat is erg goed dat dit gebeurt. Maar laten we beseffen wat dit inhoudt. Een deel van de opleidingen zal dit niet aan kunnen, daar zullen meer en steviger hersteltrajecten moeten gaan komen. Dat kan niet anders als je het serieus neemt dat de lat echt omhoog gaat.”

Daarvoor niet opgericht

Volgens Bormans vergeten nog te veel mensen in en rond het hoger onderwijs dat er nog een tweede risico bij komt nu de lat terecht omhoog gaat. “Het niveau waarmee de jongeren bij ons instromen, gaat minder snel omhoog dan de lat die wij leggen, mede door de accreditaties bij het eindniveau, voor het diploma.”

“Dat kan maar één ding betekenen volgens mij: wij zullen in de tijd tussen hun instroom bij ons en hun diploma meer moeten leveren. Gebeurt dat niet, dan gaan veel minder jongeren het noodzakelijke eindniveau halen. Dat is niet waarvoor wij als hogescholen zijn opgericht.”

Zouden de opleidingen niet “meer leveren” aan kwaliteit van onderwijs om over de hogere lat te kunnen springen, dan is het gevolg helder voor Bormans. “Dan gaan we nat bij de accreditaties van de kwaliteit die wij leveren. Want iedereen wil dat we die lat omhoog leggen, wijzelf ook.”

Binding via inhoud, minder via structuren

In Rotterdam is de conclusie hieruit helder. Het bestaande onderwijsproces is sterk, mede dankzij een krachtig ontwikkelde ‘zorgstructuur’ rond de lessen en rond de docenten. De coaching, ondersteuning, mentoraat en dergelijke slagen er in een goed resultaat te bereiken vergeleken bij anderen in het grootstedelijk HBO. “Willen we het nog beter doen – en dat moet – dan zullen we de focus op het onderwijs zelf moeten leggen.”

Bormans wil die focus versterken door niet ‘meer van hetzelfde’ te doen en de studenten nog meer via de zorgstructuren te begeleiden. “De binding met de student moet nu meer via de inhoud, via het vak de nadruk krijgen. Daarin moet immers die lat omhoog, in het primair proces. Dat krijgt steun vanuit die zorgstructuur en deze doet dit goed. Maar willen we die lat omhoog en meer binding in de inhoud van het onderwijs, dan moet er minder overheid zitten in die zorgstucuren en meer ruimte voor nadruk op de inhoud.”

Meer primair proces is overigens niet hetzelfde als ‘meer contacturen’. “We willen dat er meer mensen met meer intensiteit bezig zijn met studenten en met de inhoud van het vak waar we ze voor opleiden. Je moet ze als het ware weten ‘te pakken’ op de inhoud, op de professie. Alleen zo zullen ze ook over die hogere lat gaan springen.”

Alle energie richten op de bachelor

Dit brengt naar het derde punt van de Rotterdamse focus. Bormans wil een doelgerichte, eenduidige keuze voor het voor het hart van het HBO. “Alle ballen op de bachelor. Op de voltijdse opleiding voor de bachelorgraad. Daarvoor hebben we het HBO. Dat is onze publieke taak ook, zorgen voor uitstekende bachelors voor de beroepen die ons land en deze stad vooral nodig hebben.”

Die focus heeft consequenties. “Als je dit zegt, dan moet je ook de energie van alle mensen daar op richten. Die voltijdse bachelor moet gewoon op orde zijn, daar moeten we met zijn allen die lat omhoog brengen. Docenten, lectoren, studenten, alle mensen van de hogeschool.”

Voor Bormans betekent dit scherpe keuzes maken. “We gaan stoppen met allerlei dingen die we nu nog privaat doen, denk aan cursussen of consultancy op allerlei terreinen. De hogeschool is geen bedrijf, we richten ons helemaal op die publieke opdracht voor die goede bachelors.”

“Daarmee neem ik ook zelf afscheid van het idee van de hybride instelling. Radicaal. Dit gaat namelijk niet werken, het is te complex en heeft te weinig focus. Over dat afscheid van die denklijn van onder meer Roel in’t Veld heb ook ik wel een jaar of tien gedaan, dat besef ik maar al te goed.”

Scherp kiezen, ook bij masters en deeltijd

Ook bij het deeltijdaanbod gaat Rotterdam scherp kiezen. “Hier gaan we echt selectief nadenken en handelen. Ik stel vast dat de helft van ons portfolio bij de deeltijd niet rendabel is. Als de focus dan de voltijdse bachelor is en daar de energie en de investeringen heen moeten, dan moet je hier dus scherpe conclusies trekken.”

Die nadruk op de bachelor zorgt zelfs voor een moratorium bij de masters. “De boodschap is uiteindelijk eenvoudig. Zorg dat de bachelor op orde is, richt je daar als docenten en instituten op. Pas daarna kun je samen weer kijken of er bovenop die goede bachelors, waar de lat omhoog gaat, ook nog nieuwe masters bij het aanbod passen. Het is geen moeilijk, geen geraffineerd verhaal eigenlijk, hè? Ik wil dat we allemaal gaan trekken aan dat ene touw: de voltijdse bachelor die veel sterker moet worden. Daarmee trekken we het geheel omhoog.”

De scepsis voorbij

Verrassend is in dit geheel dat Bormans met nadruk de nieuwe Rotterdamse aanpak van de Associate Degree hierbij versterken wil. Hij stond eerder bekend als zeer afstandelijk tegenover die MBO-HBO opzet. “Een echte scepticus was ik, nou en of. Nu ben ik een enthousiasteling.”

Hoe kan dat? Bormans was als lid van ‘Veerman’ vooral sceptisch over het blije onthaal van de AD als weer een nieuw fenomeen. De feitelijke ruimte daarvoor naast of tussen MBO en HBO achtte hij feitelijk maar gering. “Nederland is geen California, waar ze community colleges kennen met van die korte opleidingen. Ik zag dat hier niet opbloeien. Mijn scepsis was vooral gericht tegen het onberedeneerde gejuich over wat met de AD zou gebeuren.”

In Rotterdam trok men zich intussen van die scepsis van een lid van de Commissie Veerman weinig aan. In de grote havenstad werd de nieuwe mogelijkheid voor beroepsgericht aanbod met kracht opgepakt.  Met de ROC’s werd vanuit de hogeschool een eigen model van de AD’s ingericht, de Rotterdam Academy.

“En dat blijkt wel degelijk te werken. Ze kozen de goede opleidingen, ze kozen een herkenbaar civiel effect en de docenten uit MBO en HBO blijken elkaar te  inspireren en aan te vullen. De eerste signalen zijn dat ook het rendement bij de Rotterdam Academy hoog is.” Bormans is de scepsis voorbij.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK