HBO-jurist studeert vaak door
Met name de advocatuur of het notariaat, het klassieke juridische werkveld, blijven vooralsnog hun deuren sluiten voor HBO-afgestudeerden, concludeert Suzanne de Rooij. Zij voerde een evaluatieonderzoek uit onder de eerste lichtingen afgestudeerde HBO-juristen. Daaruit blijkt dat de afgestudeerden tevreden zijn over de opleiding en over de aansluiting tussen de opleiding en de beroepspraktijk.
Conservatisme houdt ramen dicht
Niettemin besluiten veel afgestudeerden tot een vervolgopleiding op academisch niveau. Volgens De Rooij valt op “dat de HBO-juristen die wel meteen na de opleiding zijn gaan werken vooral aan de slag gingen buiten het klassieke juridische werkveld, bijvoorbeeld bij gemeenten en rechtsbijstandverzekeraars.”
Het klassieke juridische werkveld zoals advocatenkantoren, notariskantoren en rechtbanken maakt in mindere mate gebruik van de mogelijkheden van HBO- juristen. Volgens Van Rooij ligt dat mogelijk aan het conservatisme, de tradities en de cultuur binnen de klassieke juridische beroepen. Ook het nog niet volledig gebruikmaken van de mogelijkheden om taken en verantwoordelijkheden te splitsen naar verschillende opleidingsniveaus – met name in de advocatuur – speelt een rol. Daarnaast is er de impact van de economische crisis en de onbekendheid met de HBO-Rechtenopleiding in de eerste jaren van haar bestaan.
Ook de onbekendheid van de HBO-juristen met het eigen (werk)profiel lijkt een oorzaak. De Rooij adviseert hogescholen dan ook om het ‘merk’ van de HBO-jurist te versterken door in hun HBO-Rechtenopleiding de minoren verder af te stemmen met het werkveld op de verschillende rollen die de HBO-jurist kan verrichten.
