Met de lama tegen HIV

Nieuws | de redactie
30 januari 2013 | Lama’s maken een eiwit als reactie op HIV en dat schakelt het virus nogal doeltreffend uit. UU-promovenda Nika Strokappe heeft dit ontdekt. Omdat het goedkoop en stabiel is en kleine kans op resistentie kent, gaat men het snel preklinisch testen. Waarom lama’s? Dat is een verhaal op zich.

Met haar promotor prof.dr. Theo Verrips en samen met Engelse collega’s heeft de promovenda een eiwit gevonden dat het HIV-virus zeer effectief uitschakelt. Bovendien past het eiwit zo precies, dat de kans op resistentie veel kleiner is dan bij vergelijkbare eiwitten. Het gevonden eiwit is een fragment van een antilichaam dat lama’s aanmaken als reactie op HIV-eiwitten. Eén van de voordelen van dit eiwit is dat het goedkoop te produceren is.

“Antilichamen met een vergelijkbare effectiviteit worden gemaakt in menselijke cellen. Dit is zo duur, dat ze voor het grootste deel van de wereld onbetaalbaar zijn. Ons eiwit wordt geproduceerd in gistcellen of bacteriën en dat is zo’n 10 tot 100 keer goedkoper. Bovendien is het ook bij hoge temperaturen stabiel, wat betekent dat voor de opslag geen koelkasten nodig zijn. Zeker in Afrika en delen van Azië maakt dat de distributie aanzienlijk eenvoudiger en goedkoper”, vertelt Nika Strokappe.

Lama start up na emeritaat

Voor het gebruik zou het eiwit in een vaginale ring of crème toegepast worden om te voorkomen dat vrouwen bij onbeschermde seks geïnfecteerd raken. De eerstvolgende stap is te testen of het eiwit in de vagina overleeft en even effectief is.

Vanwege zijn emeritaat heeft de hoogleraar in 2010 het bedrijf QVQ opgericht, waarin hij verder werkt aan de toepassing van antilichamen van lama’s voor diverse ziektes. Strokappe is inmiddels in dienst bij QVQ.

Antilichamen worden aangemaakt om indringers zoals virussen uit te schakelen. Een antilichaam past precies op een cruciaal deel van het virus. Zo wordt dit geblokkeerd en kan het virus zijn ziekmakende werk niet meer doen. Het HIV ontsnapt al dertig jaar aan antilichamen omdat de delen van het virus waar een antilichaam goed bij kan, heel veranderlijk zijn.

Tegelijkertijd worden de  cruciale delen, die veel minder veranderlijk zijn, bijna volledig afgeschermd. Alleen een zeer klein antilichaam kan hier bij komen. Dit bracht prof. dr. Theo Verrips op het idee antilichamen van lama’s te proberen. Die zijn veel kleiner dan antilichamen van mensen en andere dieren.

Precies in het cruciale deel

Als doelwit voor het antilichaam kozen de biologen het deel van het HIV dat bindt aan witte bloedcellen in ons lichaam. Hierin verandert weinig, want anders kan het virus de cellen niet meer binnendringen.

Vervolgens zochten ze net zo lang, totdat ze een fragment van een lama-antilichaam hadden dat bij dit cruciale deel van het virus kan komen en er bijzonder precies op past. “Meestal zit zo’n eiwit ook een stukje buiten het cruciale deel. Maar dat deel verandert weer makkelijk van vorm, zodat snel resistentie ontstaat”, aldus Verrips. “Het door ons gevonden eiwit past precies bínnen het cruciale deel. Wij verwachten daarom dat het virus hier niet zo snel resistent tegen wordt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK