Gouden les van Epke
In een volgepakte hal op topsportcentrum Papendal waren Epke en zijn broer Herre te gast bij de installatie van Marije Elferink. Elferink die als jonge wielrenster in het team van Leontien van Moorsel zelf aan topsport mocht ruiken, doet al jaren onderzoek op de Rijksuniversiteit Groningen naar hoe toptalent te herkennen en optimaal te begeleiden.
Dromen van Herre en Epke
In tegenstelling tot Epke heeft Herre zijn droom om topturner te worden enkele jaren geleden vaarwel gezegd. In Arnhem laat hij zien op de brug nog steeds uit de voeten te kunnen. “Als klein jongetje was ik altijd ontzettend bezig met de sport. Ik bedacht ook de FIG-code (juryreglement voor turnen .red) voor wedstrijden thuis. Ik won dan ook meestal van Epke,” lacht Herre.
Epke en Herre hebben in hun opvoeding volop ruimte gekregen van familie en school om hun talent te ontwikkelen. “Het zijn van topsporter kun je echt ontwikkelen,” zegt Epke Zonderland. Tot een bepaalde leeftijd had de gouden kampioen van Londen zich op meer sporten gefocust. “De laatste jaren staan alle keuzes in het teken van de sport. Ik ben vanaf m’n 18e 24/7 met turnen bezig geweest.”
Meedenkende studie
Het proces om talent echt te herkennen en de sporter dan ook in die sport die daar bij past te krijgen, is precair en voor Marije Elferink dan ook al jaren onderwerp van studie. “Hoe stel je mensen met talent in staat die keuze ook te ontwikkelen,” vraagt de HAN-lector in het gesprek met de broers dan ook.
Zonderland benadrukt dat hij met zijn studie geneeskunde niet voor de makkelijke weg heeft gekozen. “Je merkt dat de universiteit minder flexibel is qua lesprogramma. Dat moet je dus goed plannen met je studieadviseur. Maar zolang die met je meedenkt is het wel mogelijk een flexibel programma samen te stellen.”
Daarnaast spelen financiën een belangrijke rol. Epke kan er als student niet nog een bijbaan bij hebben. “Ik ontvang een bijdrage van NOC*NSF omdat ik als high potential ben aangemerkt daarmee kan ik m’n onkosten in de sport en mijn studie betalen. Het is belangrijk dat sporters die ruimte blijven krijgen.”
Commitment én plezier
Voor de in Arnhem aanwezige studenten die wellicht zelf ooit nog hopen door te breken, hebben Epke en Herre Zonderland nog een belangrijke boodschap. “Besef bij je studie dat je zelf verantwoordelijk bent voor de keuze die je maakt. Je zult dus ook commitment voor die keuze moeten hebben en het zo mooi mogelijk voor jezelf moeten inrichten.”
Epke Zonderland heeft de ruimte gekregen om te ontdekken waar zijn passie ligt, om zich vervolgens te ontwikkelen tot een sporter van wereldklasse. Marije Elferink benadrukt in haar inaugurele rede hoe belangrijk die ruimte is. “Het plezier moet voorop blijven staan.” Het is aan de ouders, het onderwijs en het kind zelf om vervolgens te ontdekken waar dat talent ligt. Dat is de weg voor een ieder zijn eigen Olympia te ontdekken en te laten bereiken.
“Ik wil dat kinderen een goed sportadvies krijgen,” zegt Elferink die het onderzoek naar talent en de herkenning daarvan in allerlei situaties een nieuwe impuls wil geven bij de HAN. En wie weet kan Hans van Zetten dan over enkele jaren die zelfde woorden uitschreeuwen: “En, hij staat!”
