Niemand kan meer zonder ICT

Nieuws | de redactie
5 maart 2013 | Een databank vol met gegevens over eeuwenoud hout, trends voorspellen op basis van miljoenen Tweets of morele bezwaren bij medische data-opslag. Op het SURF Research & Innovation Event in de Haagse Hogeschool blijkt dat voor onderzoekers “almost everything is touched by ICT”.

“Dit zou niet zijn gebeurd als het geen bottom-up initiatief was geweest,” vertelt Esther Jansma die als archeoloog al jaren bezig met het onderzoek naar hout. Jansma begon zich enkel jaren geleden af te vragen wat het zou betekenen als zij alle data die zij in jaren onderzoek had verzameld, niet geordend zou opslaan.

Een soort slavendrijver

Het mogelijk verloren gaan van al die gegevens was geen optie en dus startte Esther Jansma het initiatief voor de Digital Collaboratory voor Cultural Dendrochronology (DCCD). Dit is een digitale database waarin hout op basis van de jaarringen wordt geanalyseerd, de leeftijd wordt bepaald en de herkomst wordt gecategoriseerd. Inmiddels verzamelt de database gegevens vanuit heel Europa en “dat is geen sinecure,” vertelt Jansma.

“Je hebt te maken met commerciële laboratoria die informatie verzamelen voor universiteiten, private organisaties en de publieke sector. Je zult daar dus ook allemaal mee moeten dealen en de mensen overtuigen van het belang van een gedeelde database,” zegt zij en verwacht het project dan ook niet zomaar uit handen te kunnen geven. “Ze hebben me nodig als een soort slavendrijver, als ik er niet achteraan blijf gaan, valt het onherroepelijk stil.”

Wat wil je weten van je gezondheid?

Data verzamelen en openbaar maken die op zulke verscheidene plekken wordt verzameld, levert genoeg weerstand op, maar wat als het gaat om data die ook op persoonlijk vlak zeer gevoelig ligt? Met die kwestie houden Maud Radstake en Terry Vrijenhoek zich beiden bezig houden, met name wat betreft de ontwikkeling van  verantwoord datamanagement van medische gegevens.

“Het gaat daarbij niet om de technologie,” vertellen de twee die voor het Centre for Genome Diagnostics en het Centre for Society and the Life Sciences met deze vragen bezig zijn. “Het gaat er om dat je rekening houdt met de vraag van de patiënt: ‘wat wil je weten van je eigen gezondheidsriscio?’.”

Het is in principe mogelijk om alles in databases vast te leggen, maar je kunt je afvragen of je als patiënt wel wil weten in hoeverre je risico loopt op een bepaalde aandoening of afwijking. “Moet een arts in het bezit van die gegevens deze dan ook wel of niet delen met z’n patiënten,” is volgens Vrijenhoek en Radstake een belangrijke vraag.

Twitter als buienradar

Gegevens die burgers een stuk makkelijker afstaan en die derhalve uitermate geschikt zijn voor onderzoek en analyse zijn de berichten die wereldwijd via social media verspreid worden. Twee miljoen Nederlandse Twitteraars produceren dagelijks drie á vier miljoen Tweets die een ongelooflijke hoeveelheid informatie opleveren.

Erik Tjong Kim Sang van het Netherlands eScience Center ontwikkelde in het project TwiNL een database die het mogelijk maakt om Tweets te doorzoeken en te analyseren. Zo liet hij zien dat de zoekterm ‘rechtbank’ op 21 september 2011 een ochtendpiek vertoonde op het moment dat de aanslag die toen werd gepleegd op de rechtbank op de Parnassusweg in Amsterdam ‘nieuws’ werd.

Een klein piekje in de zoekterm tussen twee en drie uur ’s nachts laat echter zien dat er ook ooggetuigen hebben getwitterd rond het daadwerkelijke tijdstip van de aanslag. Informatie die dus met name voor journalisten interessant kan zijn.

Net zo interessant is de geografische informatie van Twittergebruik op een dag dat een sneeuwfront vanuit het Zuiden over Nederland trekt. De zoekterm ‘sneeuw’ trekt dan als een buienradar over Nederland. Volgens Tjong Kim Sang is de informatie van Twitter dan ook zeer interessant om te gebruiken als simulator van weersverschijnselen, maar ook in het detecteren van dialecten en het zeer vroeg signaleren van nieuws.

Nieuws en entertainment op maat

Lora Aroyo van de Vrije Universiteit houdt zich juist bezig met die nieuwsvoorziening en de manier waarop mensen nieuws en entertainment tot zich nemen. Sinds 2009 is zij bezig met het project NoTube.TV waarin televisie en het web samengebracht worden. Volgens Aroyo gaan we in onze keuze voor programma’s steeds meer af op  de ‘wisdom of friends, instead of the wisdom of the crowds’.

Met het verzamelen van persoonlijke gegevens uit sociale netwerken, gecombineerd met ons kijkgedrag, probeert Aroyo onze nieuwsvoorziening met NoTube te personaliseren. Het is daarbij volgens haar ook de truc om soms opzettelijk een tikje onnauwkeurige aanbevelingen te doen in een persoonlijke TV-gids, omdat de kijker nog altijd verrast wil worden.

Alle onderzoekers die op het SURF Research & Innovation Event hun werk kwamen presenteren, lieten zien hoe oneindig de gegevens zijn die we allemaal kunnen verzamelen en wat er allemaal mee te voorspellen valt, verbeterd kan worden en wat er inzichtelijk kan worden gemaakt. Daarbij zijn allerlei valkuilen als privacy, eigendomsrechten en medische gevoeligheden die overkomen moeten worden.

Niettemin blijkt de vooruitgang van de wetenschap door een steeds intensiever gebruik van slimme ICT-tools en Big Data in vrijwel alle disciplines een grote dynamiek te kennen en onderzoekers in HBO en WO te inspireren. Zoals Arnold Smeulders, één van de architecten van de ICT Roadmap bij de afsluiting van de Researchdag stelde: “Almost everything is touched by ICT. If not now, than in the future, anyone will collect more data than can be handled.” 

Alle slideshows van de presentaties op #SRIE13 zijn hier terug te lezen 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK