De ecosystemen van de toekomst

Dat gaat Wim van der Putten van het NIOO-KNAW onderzoeken. Met zijn ERC Advanced Grant voor excellente wetenschappers hoopt hij straks de toekomst voor onze natuur veel beter te kunnen voorspellen. Het eerste experiment ging alvast bijzonder van start: de toekomstige koning van Nederland heeft hoogstpersoonlijk planten gepoot in de ‘ecosystemen van de toekomst’.
Hoe zal de natuur er straks uit gaan zien in ons land, en hoe stabiel is ze dan? Doordat het klimaat verandert, kunnen zuidelijkere soorten tegenwoordig in Noord-Europa aarden. Regelmatig worden al nieuwe soorten waargenomen. Zeker is wel dat ze niet allemaal tegelijk aankomen: over dezelfde afstand doet een plant met lichte zaden een paar dagen maar bepaalde bodemdiertjes ruim tien jaar. En als planteneters wel opschuiven, hebben ze nog niet zomaar hun favoriete plant teruggevonden.
Geen groepsreizen in klimaatverandering
“Je zou het kunnen vergelijken met een toneelgezelschap dat niet samen over het continent reist naar een volgend theater, maar waar alle spelers met eigen vervoer gaan,” schetst bodemecoloog Wim van der Putten. “Het is de vraag of alle spelers wel op tijd op die nieuwe plek aankomen. En of daar hetzelfde toneelstuk wordt opgevoerd of een heel nieuw, samen met lokale acteurs.”
Dat naar het noorden oprukkende planten tijdelijk van hun vijanden en ziekteverwekkers verlost zijn, toonde Van der Putten eerder al aan. Daardoor is de kans groter dat ze in het nieuwe leefgebied een plaag vormen. Ze worden ’te succesvol’. Maar ook het omgekeerde is mogelijk: als ze hun helpers zoals samenwerkende schimmels kwijtraken, kunnen planten zich minder goed handhaven.
“In dit nieuwe onderzoek gaan we na hoe boven- en ondergrondse organismen hun gastheerplanten terugvinden, hoe lang dat duurt en of de oorspronkelijke relaties tussen planten, vrienden en vijanden weer worden hersteld.” Tot nu toe zijn voorspellingen gebaseerd op verschuivingen van soorten zonder te letten op hun ‘ecologische partners’. Van der Putten: “Ik verwacht dat dit onderzoek de voorspellingen realistischer zal maken. Bovendien hoop ik ook te begrijpen wat zich de afgelopen miljoenen jaren tussen de opeenvolgende ijstijden heeft afgespeeld.”
Wel planten, geen bodemleven
Als eerste experiment hebben de onderzoekers net veertig mini-ecosystemen opgebouwd. Noord- en Midden-Europese plantensoorten zijn gepoot in Noord- en Midden-Europese bodems, inclusief bodemleven. Ze gaan kijken hoe Nederlandse ecosystemen reageren op de zuidelijkere invloeden. De planten zijn inmiddels in ons land te vinden, het bodemleven nog niet. Voor de planten is een aantal zustersoorten uit rivierengebied uitgekozen: Nederlandse soorten worden vergeleken met hun Midden-Europese tegenhangers. Bijvoorbeeld knoopkruid en gevlekt knoopkruid. Idem voor morgensterren en raketten. Na een jaar volgt een ‘stresstest’ met extreem weer, waarna de onderzoekers het herstel volgen via het aantal aanwezige soorten, hun groeivermogen en de kringlopen in de mini-ecosystemen. De resultaten geven inzicht in de maatregelen die eventueel nodig zijn om de overgang van huidige naar toekomstige natuur te bevorderen.
Meest Gelezen
Europese Unie: ‘Academische vrijheid in Nederland verslechtert’
UvA-studenten dagvaarden universiteit om internationalisering
Susanne Täuber: "Wie haar klacht niet laat afzwakken, wordt kapotgemaakt"
'Studentenwelzijn verbeteren zonder wetenschappelijk bewijs kan veel schade toebrengen'
Nederlandse universiteiten dalen op vrijwel alle domeinen in de QS-ranking
