Goeie honger, goeie ellende

Nieuws | de redactie
25 april 2013 | “Klets niet over je dromen. Bewijs ze!” ECHO Award winnares Ilrish Kensenhuis gaat deze zomer van de AHK Theaterschool naar UCLA om juist dat te doen. “Je gaat omdat je niet wilt dat ze jou zullen vergeten.”

De AHK-studente ging op voor de ECHO Award HBO met 11 foto’s en 6 in plaats van 1 referentie uit haar vakgebied. Zij studeert aan de opleiding ‘Theaterdocent’ en haar performance voor de jury – en de zaal bij de uitreiking van de Award – mocht er dan ook wezen. In haar hoofd hoort ze op zulke momenten altijd wat haar leerlingen tegen haar zeggen over “wat theater maken met je doet: ‘Oh ja juf? Nou laat zien dan!’”

Show your dreams

De docent met wie Ilrish “mijn visie op wat theater is” bespreekt, kwam met het voorstel dat zij zich zou presenteren voor de ECHO Award voor excellent allochtoon talent in HBO en WO. “Ik dacht eerst: ‘wat is dat voor rariteitenkabinet? Moet ik iets winnen omdat ik zwart ben? Kunnen ze dat niet zien soms?’ Maar ik ben er over blijven nadenken. En dan moet je wel zeggen ‘Don’t talk to people about your dreams. Show them!’ Dus na een tijdje zei ik mijn docent toch ‘Dennis, laten we dat gewoon gaan doen.’”

Ze schreef “een brief van drie kantjes” aan de jury. De referent die haar moest aanbevelen werd al snel een zestal, van de directie van het Holland Festival tot een scholenkoepel in Utrecht en verschillende theatergezelschappen. Ineens ging het hard.

Ilrish wilde van haar presentatie aan de jury iets maken dat zowel haar ambitie als ‘theaterdier’, als haar herkomst en identiteit als mens aanschouwelijk maakte. Ze verzamelde elf foto’s die veel voor haar betekenden en lijstte ze in. “Ik heb mijn eigen decor voor het gesprek met de jury meegenomen.”

De koffer van vader

De fotolijsten gingen mee in een oude koffer. “Mijn vader had die 39 jaar geleden bij zich toen hij van Suriname naar Nederland trok. Daar moesten die foto’s in, daar kom ik toch vandaan, van die koffer, van die reis?” De dag van de jurypresentatie bleek precies de dag te zijn dat Ilrish’ vader destijds in Nederland aankwam. “Zijn koffer was toen nogal leeg, hij had ook niet veel spullen. Daarom moet deze mee naar UCLA, als ik win, vertelde ik.”

De foto’s zette Ilrish een voor een neer voor de juryleden, bij elke had zij een verhaal over wat deze wilde zeggen. Zo maakte zij van haar presentatie een klein theaterstuk waarin de jury “én spelers én publiek waren. Zij werden zo deel van mijn materiaal, ze moesten iets doen als deel van mijn stuk. Je gaat erheen omdat je niet wilt dat ze jou zullen vergeten.”

Deze aanpak is het hart van het werk van het theaterdier Kensenhuis en van de docent in wording juf Ilrish. “Ik doe zoiets ook met mijn kids als ik in hun school theater met ze maak. Kinderen zijn niet ingebed in theater als vorm. Voor hen is ’theater maken’ geen werk, geen dagelijkse realiteit. De school bereidt ze voor met cijfers, met taal op een leven van werken, maar theater leert ze ook iets over henzelf en de wereld om hen heen.”

Geen Oedipus

“De vragen in theater zijn steeds weer ‘hoe kijk je naar die wereld?’ ‘Wat is een rol en wat ben jij?’ Ik hoef bij de kids niet aan te komen met de oude Grieken en ‘Oedipus’, maar reken maar dat we bij het samen theater maken heel dichtbij dat oude Griekenland komen! Dat doel bereik ik met ze langs een andere route, mijn route.”

Die route uitbouwen, verdiepen is wat Ilrish op UCLA wil gaan doen. “Daarom ga ik langs bij hun programma’s in African-American studies.  Alles wil ik daar kunnen volgen. Ze hebben ook een geweldige faculteit voor theaterstudies. Dat zit bij hen in de universiteit, dat is anders dan bij ons. Daar ga ik rondkijken. Hoe denken zij over wat ‘theater’ is? Hoe kijken zij daar ook wetenschappelijk naar? Alles wil ik volgen.”

Niet zeiken maar poetsen

Ilrish wachtte vijf weken, zolang bleef het stil bij Echo, tot de officiële ceremonie in het Haagse Vredespaleis. “Er gaat van alles door je hoofd. Mijn zus en mijn vriendinnen zeiden: ‘Meid, jij gaat winnen’. Maar ik ben er een van ‘eerst zien, dan geloven’. Niet zeiken maar poetsen.”

Intussen dacht ze: “Stel dat je wint… Dan ga je naar UCLA, maar hoe moet dat dan met mijn zomerbaan in mijn ziekenhuis? Dat gaat nog net lukken, dat ik daar ook nog heen kan.”

Werken, je plicht doen, zorgen voor je boterham, het zijn dingen die Ilrish van thuis mee kreeg. “Ik kom niet uit het wereldje van kunst en theater, echt niet hè? Uit IJsselstein, een arbeidersgezin. Op mijn 13e zag ik voor het eerst van mijn leven een toneelstuk, Romeo en Julia, bij Cosmic.”

Het was een bliksemflits die insloeg. “Zwarte mensen op het toneel? Is dat iets dat ook ik kan ‘worden’?” Thuis vond men het niet direct een geweldig idee. “Ouders willen dat je dokter wordt, of advocaat, in elk geval brood op de plank.”

Dat laatste is niet altijd het eerste waar een student in het kunstonderwijs voor haar toekomst op moet willen rekenen. Niet iedereen is meteen Janine Jansen of Jan Kooiman. Eva-Maria Westbroek is ook eerst stuurs afgewezen omdat men haar stem ongeschikt vond. Ilrish weet het en is er sereen onder. “Studeren voor theaterdocent is honger en ellende. Maar wel goeie honger. Goeie ellende.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK