Orakelen onder een donkere wolk

Nieuws | de redactie
26 april 2013 | 1000 minuten orakelen over de toekomst van het onderwijs. Samen met politici, beleidsmakers, studenten en betrokkenen ideeën vormen over beter en toegankelijker onderwijs. Dit alles onder een donkere wolk: 1,2 miljard aan bezuinigingen op studenten, zeggen mede-Orakels Lisa Westerveld en Janos Betko.

Alternatieven voor de studiefinanciering

“In de afgelopen decennia is voortdurend bezuinigd op studenten. De Wet studiefinanciering (WSF) die in 1986 werd ingevoerd, schrapte de driedubbele kinderbijslag voor de hogere inkomens en ruilde deze in voor de basisbeurs. In de jaren die volgden stegen de kosten van studeren, terwijl de hoogte van de beurzen daalde.

De ov-kaart die begin jaren ’90 werd ingevoerd, werd later vervangen door een week- of weekendkaart. Ook kamerhuren en kosten voor levensonderhoud stegen. Het oorspronkelijke idee van de Wet studiefinanciering, dat ouders, staat en studenten een deel van het levensonderhoud van een student zouden betalen, ging voor een groot deel niet meer op. De hoogte van de beurs bleef achter bij de daadwerkelijke kosten. 

Er zijn daarnaast een aantal andere problemen met het huidige stelsel:

– Studenten werken veel om minder te hoeven lenen, vaak gaat dit ten koste van de studietijd.

– De rentestand wordt voor vijf jaar vastgesteld. Soms is deze erg laag (zoals nu), maar andere jaren betaalden studenten tegen de 5% rente. Dit zorgt voor ongelijkheid en onzekerheid.

– Het draagkrachtprincipe (degenen die weinig verdienen betalen niets terug) dat politici ons graag voorspiegelen is een wassen neus, afgestudeerden zijn immers draagkrachtig vanaf ongeveer het minimumloon. Enkel degenen die gedurende de gehele afbetalingstermijn hieronder zitten, betalen hun schuld niet terug.

 – Verdient iemand niet genoeg, maar heeft hij/zij een verdienende partner, dan wordt die met de schuld opgescheept.

– De hoogte van de schulden stijgt waardoor steeds meer oud-studenten bezoek krijgen van de deurwaarder. In 2005 waren dit er meer dan 50.000, een paar jaar later al tegen de 70.000 oud-studenten.
– Oud-studenten met een laag salaris, betalen (absoluut gezien) meer af dan degenen die genoeg verdienen om versneld de studieschuld af te lossen, vanwege de bijkomende rente.

– Studenten uit minder draagkrachtige gezinnen en zogenaamde ‘eerstegeneratiestudenten’ leiden het meest onder bovenstaande problemen. 

Bovendien is er een principiële vraag: willen wij een systeem waarin jong-volwassenen deels afhankelijk zijn van hun ouders? 

‘Sociaal’ leenstelsel

Ondanks de goed geslaagde framing van het leenstelsel is de vraag gerechtvaardigd of een stelsel waarin jongeren zoveel moeten lenen sociaal kan zijn. Het voorstel van Bussemaker gaat bovendien uit van de huidige systematiek en vergroot alle bovenstaande problemen. Regeringspartijen werpen soms tegen dat het systeem nog niet is uitgewerkt. Dit is ongeloofwaardig want het blijkt niet uit de brief van de minister aan de Kamer noch uit het regeerakkoord of de verkiezingsprogramma’s van VVD en PvdA. 

Waar men in voorgaande jaren stelde dat een studie zichzelf zou terugbetalen is dat door de huidige jeugdwerkeloosheid en het geringe aantal maatregelen om dit op korte termijn op te lossen niet altijd het geval. Ook de komende jaren zullen veel hoogopgeleiden geen of slecht betaald werk vinden.

Aan de andere kant stijgen alle andere kosten en levert een uitwonende student die begint in het jaar dat de basisbeurs wordt afgeschaft 13.000 euro in ten opzichte van zijn medestudent die het geluk had eerder te kunnen beginnen. Plannen om bijvoorbeeld het collegegeld en de huurprijs voor kamers te verlagen, zijn wij nog niet tegengekomen. 

Spielerei met stelsels

Er zijn veel alternatieven mogelijk zonder het huidige stelsel drastisch te veranderen. Hieronder een paar suggesties:

– Spelen met de rente. Wanneer er wordt terugbetaald met een renteloze lening, zorgt dit voor minder problemen. De student heet duidelijkheid, er ontstaat geen extra schuldenopbouw door rente, armere oud-studenten betalen absoluut gezien niet meer (omdat ze langer doen over het terugbetalen) en er zijn geen oneerlijke verschillen meer vanwege fluctuerende rentestanden.

– Progressieve rente. Oud-studenten met een heel laag salaris zouden dan renteloos kunnen afbetalen. Hoe meer salaris, hoe meer rente iemand betaalt.
– Draagkrachtregeling aanpassen. Momenteel is iemand met een bruto-inkomen van 16.000 euro draagkrachtig (met eenoudertoeslag 20.000 euro). We kunnen dit bedrag bijvoorbeeld vastzetten een (veel) hoger bedrag, zodat lage inkomens niet hoeven af te betalen.

– Maximumpercentage betalen aan studieschuld. Er zijn momenteel personen die tot 10% van het netto inkomen kwijt zijn aan het afbetalen van de schuld. Met een vast maximumpercentage wordt dit beperkt. 

Kortom, mogelijkheden te over om het systeem eerlijker te maken. Het probleem is echter weer te omschrijven in één woord: geld. Geld dat er niet is volgens onze onderwijsminister. Helaas. 

Ideeënarmoede

In het debat in de Tweede Kamer over het huidige stelsel lijkt één uitgangspunt recht overeind te staan: de toegankelijkheid van het onderwijs moet gewaarborgd blijven. Tegelijkertijd lijken verschillende partijen ook verschillende invullingen te hebben van dit begrip. Bovendien is de vraag waarom vrijwel geen enkele partij een duidelijke visie heeft over wat er moet gebeuren anders dan dat men zich voorstander toont van oftewel een leenstelsel, oftewel het stelsel van studiefinanciering. Analyses zijn niet diepgravender dan ‘de slager betaalt nu de studie van de dokter, dus we schaffen de studiefinanciering af dat is sociaal’, ‘pas als er fors moet worden betaalt denken studenten na over de studie’ of ‘studeren is een investering in jezelf’. 

Natuurlijk, er worden suggesties gedaan, maar uitgangspunt blijft een van beide systemen (studiefinanciering of leenstelsel). Zo is de suggestie om de afbetaaltermijn op te rekken een terugkerend punt. Dit is inderdaad een voordeel voor mensen die modaal en hoger verdienen. Degenen die net boven draagkrachtgrens zitten ondervinden echter enkel hinder. Voor hen duurt het immers nog langer voor een eventuele restschuld wordt kwijtgescholden. 

Een echt alternatief

Een alternatief waarvan het principe al lang en onder verschillende namen bestaat, is studietax (een andere term hiervoor is wenselijk). Helaas is het nooit goed onderzocht of dit systeem werkt, mede doordat het idee niet op voldoende politiek draagvlak kon rekenen. Toch is het volgens ons een goed moment om weer serieus naar een soortgelijk systeem te kijken.

Kenmerken studietax:

  • De studiebeurs wordt verhoogd zodat iedere student kan studeren en voorzien in zijn levensonderhoud, zonder dat het noodzakelijk is er fors naast te werken of te lenen of te krijgen van ouders.
  • Het collegegeld wordt afgeschaft (minder rondpompen van geld).
  • De studieschuld wordt vervangen door een collectief studiefonds, waaraan alle studenten na het afstuderen bijdragen.
  • Afgestudeerden betalen niet een vast bedrag, maar een klein percentage van hun inkomen gedurende een aantal jaar (dit zijn variabelen).
  • Het bedrag dat iemand terug moet betalen hangt wel af van het aantal maanden dat hij gestudeerd heeft. In het oorspronkelijke plan draagt een afgestudeerde per gestudeerde maand, drie maanden een bepaald bedrag bij.

De voordelen van een stelsel met deze uitgangspunten zijn:
– Het is progressief: hoe meer profijt van de studie (in absolute bedragen) hoe meer iemand terugbetaalt.
– Studenten nemen minder bijbaantjes, dit komt de studietijd ten goede.
– Het maakt jongvolwassenen ouderonafhankelijk.
– Het voorkomt leenangst. Hoe minder inkomen, hoe minder afdracht er immers wordt betaald.

Natuurlijk kent dit systeem ook nadelen. Tegenstanders werpen op dat het een ‘extra belasting’ is. En behalve het feit dat hogeropgeleiden gemiddeld genomen al in een hogere belastingschijf zitten, is de principiële vraag of een bepaalde bevolkingsgroep extra moet worden belast. Waarom zou de autodealer die niet heeft gestudeerd minder belasting moeten betalen dan iemand met hetzelfde inkomen en een afgeronde studie?

Daarnaast wordt gesteld dat het model harde werkers straft en luiaards beloont. Immers; iemand die na zijn studie moedwillig in de WW belandt, betaalt niet terug. De harde werker die met zijn studie een glansrijke carrière tegemoet gaat, draagt juist meer af.

Het Centraal Planbureau weigert daarnaast het systeem door te rekenen, onder andere omdat zij uitgaan van economisch berekende studenten, die na hun studie naar het buitenland zouden vluchten om zich aan de extra afdracht te onttrekken.

Politieke orakels?


Naar onze mening zit het grootste probleem niet in deze praktische problemen, maar in politieke onwil. Ondanks herhaaldelijk aandringen, is er nooit een fatsoenlijk onderzoek geweest. Tegenstanders van het stelsel halen graag het onderzoek van de commissie Vermeend aan uit 2003 en de doorrekening van het CPB in 2010. Het rapport van de commissie Vermeend gaat echter vooral over studiefinanciering en verkent slechts deels de uitgangspunten van studietax.

Een conclusie van het rapport is dat studietax niet kunnen vanwege de huidige belastingwetgeving. De doorrekening van het CPB gaat over een bijlage bij de doorrekening van de verkiezingsprogramma’s van nog geen 25 pagina’s. Het woord ‘academicibelasting’ komt slechts vijf keer voor, vooral in de kop en de voetnoten.

Het is fijn dat verschillende politici willen meedenken en optraden als onderwijsorakel. Maar staan zij ook echt open voor nieuwe ideeën? Die afwijken van de algemeen bekende principes? Die gedurfder zijn dan het zwart-wit debat leenstelsel versus studiefinanciering? Een gedegen onderzoek zou al een mooie eerste stap zijn. Maar eerst moeten we af van het huidige kader dat 1,2 miljard aan bezuinigingen bevat. Dat is funest voor alle innovatieve ideeën.”

Janos Betko en Lisa Westerveld zaten beide van 2007-2009 in het bestuur van de LSVb, werken beide in het onderwijs en schrijven voor het weblog www.vrij-zinnig.nl. Dit is een bewerking van het pleidooi dat zij hielden bij Onderwijsorakels.

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK