Stop met oud concurreren

Nieuws | de redactie
18 april 2013 | Inholland en Hogeschool Rotterdam gaan hun onderwijs in de havenstad uitruilen en afstemmen. Ook in Amsterdam staat dit op de agenda. “Als je elkaar kunt aanvullen kun je het hbo sterker maken.”

De twee grote Randstad-hogescholen sluiten heden een samenwerkingsconvenant, dat het hbo-aanbod ook nationaal fundamenteel gaat veranderen. Voortbouwend op hun prestatieafspraken gaan zij hun onderwijs waar mogelijk op elkaar afstemmen en ‘uitruilen’ op elementen waar zij hun zwaartepunten willen leggen. Zo neemt Rotterdam bijna alle ‘Associate Degree’ opleidingen van Inholland over.

De hogescholen van Ron Bormans en Doekle Terpstra zetten hiermee een wezenlijke trend die zeker in het hbo gaat doorwerken. Maar de reactie van Jet Bussemaker op de kritische KNAW-analyse ‘Witte Vlekken’ over de gebrekkige afstemming tussen de universiteiten laat zien dat ook het wo op dit pad gestuurd gaat worden. Er komt dus nog veel meer.

Geen oneigenlijke  rivaliteiten

Doekle Terpstra zegt tegen ScienceGuide dat de kerngedachte van het convenant voor hem is: “Weg uit het klassieke concurreren in het hoger onderwijs!” De instellingen moeten hun portfolio’s allereerst inrichten op basis van hun maatschappelijke opdracht en hun verbindingen met hun omgeving. Het convenant benadrukt daarom sterk ‘de Rotterdamse context’ waarin de twee hogescholen willen en moeten opereren. Ron Bormans noemt dit “een einde aan oneigenlijke rivaliteiten. Concurrentie tussen instellingen hoeft helemaal niet verkeerd te zijn, maar dan wel op de dingen die er toe doen.”

De gemaakte afspraken richten zich er daarom op om de aangeboden bacheloropleidingen zoveel mogelijk complementair te laten zijn. Synergie tussen Rotterdam en Inholland waar mogelijk, opheffen van wat ‘dubbelop’ is “moet steeds mogelijk zijn,” aldus de tekst van het convenant. Ook zetten beide in op de mogelijkheden om door samenvoegingen van opleidingen hun doelmatigheid optimaal te maken, want dit “kan wenselijk zijn.”

Het huidige onderwijsaanbod van hbo-bachelors wordt “geconsolideerd.” Men zal geen nieuwe opleidingen starten, tenzij het profiel uit de prestatieafspraken daartoe dwingen zou. Ook zal men elkaars profiel ondersteunen. Zo zal Rotterdam geen activiteiten ontwikkelen in Delft, waar Inholland actief is rond de ‘groene technologie’ en agro-sector. “Dit convenant is dan ook geen vervanging van de prestatieafspraken met OCW, maar juist een verscherping van wat wij beide daarin als ons profiel hebben neergelegd,” onderstreept Bormans.

Inholland stopt met Associate Degrees

Terpstra en Bormans maken daartoe onder meer precieze afspraken over afbouw, uitruil en samengaan op een reeks specifieke terreinen. Zeer opvallend is dat een oud en langdurig geschilpunt uit de ‘oneigenlijke’ concurrentiestrijd in het hbo nu met één pennenstreek afgedaan is. Inholland ziet voortaan af van activiteiten om lerarenopleidingen voor het vo te ontwikkelen in de Haagse regio. Als er al iets kan gebeuren, dan alleen door Rotterdam en Inholland samen.

In de educatieve sector is er nog zo’n doorbraak in het portfolio. Rotterdam stoot zijn Pabo in Dordrecht af aan Inholland. Zo kan uit twee kleine, bedreigde opleidingen een levensvatbare lerarenopleiding voor de Drechtsteden en eilanden ontstaan, die met de scholen daar verder kan werken, onder de licentie van Inholland.

Zeker zo ingrijpend is de herschikking ten aanzien van de mbo-hbo routes. Rotterdam zet sterk in op de uitbouw van de ‘Rotterdam Academy’ samen met de ROC’s Albeda en Zadkine. In dat kader biedt de hogeschool serie associate degree opleidingen aan. Inholland stopt met haar AD’s en draagt hun aanbod in de havenstad over aan Rotterdam. Ook zal zij geen nieuw AD-aanbod ontwikkelen of starten.

Dit is ook daarom opmerkelijk, omdat Bormans voorheen weinig heil zag in de AD-ontwikkeling. In zijn interview met ScienceGuide van januari 2013 zette hij zijn strategie voor de hogeschool uiteen en erkende dat het succes van de Rotterdam Academy hem verrast had en ‘bekeerd’. De overeenkomst met Inholland betekent een nog forsere stap naar de toekomst ten aanzien van de aanpak rond de doorstroom mbo-hbo.

Academia Graziano Pellè

De “verscherping van het profiel” bij Inholland en Rotterdam beide, en samen, blijkt nadrukkelijk doordat zij hun “contractonderwijs herijken.” Rotterdam heeft er bewust voor gekozen dit particuliere aanbod bijna volledig af te stoten in het kader van de lange termijn filosofie van het eigen beleidsprogramma ‘Focus’. Inholland kiest bewust voor een voortzetting van zulk aanbod aan opleidingen. Daarom kijken de twee hogescholen nu samen of sterk, levensvatbaar aanbod van Rotterdam bij Inholland een doorstart kan maken.

Interessant zal het zijn om te zien of de twee grote hogescholen ook rond hun omvangrijke economie-opleidingen de komende tijd tot vervolgstappen komen. Het thema “synergie” en “samenwerkingen” uit het convenant zou ook daar veel impact kunnen hebben, ook vanuit de relaties met het werkveld en bedrijfsleven gezien. Hierin past dat Inholland zijn IBMS-opleiding nu afstoot en Rotterdam zulk aanbod  ‘overneemt’.  Inholland wil namelijk zijn internationaal gerichte HEO-opleidingen in Amsterdam concentreren als inhoudelijk zwaartepunt en Rotterdam heeft juist op dit terrein in de havenstad een duidelijke positie.

Samen willen de twee instellingen een opleidingssector gaan invullen die in Rotterdam nog ontbreekt in hun ogen: sport en bewegen. Met de stad, OCW en werkveld willen zij de mogelijkheden verkennen. Naast de Rotterdam Academy en de Willem de Kooning Akademie zou er dan een Academia Graziano Pellè ontstaan?

Voorbode voor Amsterdam

De paradigma-verschuiving die dit convenant in het hoger onderwijs, en vooral in het hbo, bewerkt, staat niet op zichzelf. De herschikking – ook in Rotterdam – van de Thomas More Pabo vanuit de Hogeschool Leiden was het eerste signaal. De forse herijking van het aanbod van Inholland werd de katalysator. De vorming van de nieuwe Educatieve Alliantie en het Rotterdamse convenant zijn ingrijpende concretiseringen van deze nieuwe ontwikkeling, die Terpstra zo duidt:

“Als je elkaar kunt aanvullen, dan kun je het aanbod van het hbo sterker maken. Je portfolio moet je invullen vanuit de maatschappelijke opdracht die je als hogeschool hebt en niet vanuit het doel van concurrentiemogelijkheden met anderen in het hoger onderwijs of in je regio.”

Het blijft niet bij de Rijnmondregio. Ook in Amsterdam zou op deze wijze het hbo-aanbod kritisch bezien worden. Een convenant zoals dit tussen Inholland en Rotterdam is gesloten, zou ook in de hoofdstad tot stand gaan komen in dit collegejaar nog. Dit kan voortbouwen op de Educatieve Alliantie, die in Amsterdam vanuit de iPabo en Inholland nieuwe ‘colleges’ voor lerarenopleidingen gaat vormen. Zowel de VU als de HvA zouden hierin betrokken kunnen worden.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK