Sylvester@Harvard, Week 5

Nieuws | de redactie
15 april 2013 | Sylvester Eijffinger blikt terug op week vijf op Harvard. Hij sprak over de politieke patstelling in Italië, prijst het bindend studieadvies en ziet de situatie aan de VU met lede ogen aan. “Het is voor mij inmiddels duidelijk dat de universiteiten in het zuiden van het land efficiënter functioneren en professioneler bestuurd worden.”

MAANDAG 8 APRIL 2013 

Vanochtend veel zaken geregeld met betrekking tot de bijeenkomsten van de UvT Sociëteit op 25 april en 29 mei 2013 in het kader van het strategisch plan van Tilburg University. Het gewone werk gaat gewoon door. 

Om 12.00 uur een lunch met mijn collega en vriend Marty Feldstein, President Emeritus van het National Bureau of Economic Research (NBER) en een van de meest senior hoogleraren van het Harvard Economics Department. Wij hebben afgesproken in het Harvest Restaurant in Brattle Street waar ik nog niet eerder geweest ben en dat ook niet gemakkelijk te vinden is.

Marty zat al aan een tafel in een hoekje van het restaurant op mij te wachten met zijn iPad en een kop koffie. Veel onderwerpen passeerden de revue, waaronder de eurocrisis, Cyprus, maar vooral ook Italië. 

Marty ziet de politieke patstelling in Italië als een groot probleem en eerlijk gezegd moet ik hem daarin gelijk geven. Italië is te groot voor de noodfondsen (EFSF en ESM) en zal ook niet aan de conditionaliteit van deze noodfondsen willen voldoen. Dat betekent dat de ECB haar opkoopprogramma (OMT) niet kan activeren, omdat de conditionaliteit een essentiële voorwaarde is voor het activeren van OMT. Zou de ECB haar opkoopprogramma zonder conditionaliteit moeten activeren, dan zou dat het einde van de onafhankelijkheid van de ECB inhouden. 

Draghi heeft op een conferentie voor het afscheid van Mervyn King als Governor van de Bank of England gezegd dat de ECB nooit het ‘credit risk’ van de eurolanden zal kunnen overnemen, maar wel garant zal staan voor het ‘currency (convertibility) risk’ van de perifere landen, opdat zij wel lid van de eurozone blijven. De vraag is waar de grens voor dit risico ligt. 

Om 14.00 uur kwam mijn goede vriend Hans-Werner Sinn, President van CESifo en het Ifo Instituut nog bij mij langs. Hans-Werner heeft een ‘sabbatical’ van een paar weken bij Boston University (waar hij een seminar over de eurocrisis en Target2 gegeven heeft), MIT en Chicago, waar hij morgen naar toe vliegt. Hij kwam even bij mij langs voor een kop koffie. Het was buitengewoon genoeglijk, ook al was het onderwerp dat wat minder. 

Hans-Werner zag de politieke crises en instabiliteit in landen als Italië en Spanje ook als zeer zorgwekkend. Hij zag het nog somberder in dan Marty Feldstein en ikzelf, omdat deze landen niet in staat blijken te zijn om de juiste maatregelen (bezuinigingen en hervormingen) te nemen, omdat er geen steun bij de bevolking is. 

DINSDAG 9 APRIL 2013 

Vanochtend weer aan mijn boek gewerkt en geskypet met het thuisfront over de strategische bijeenkomsten. Daarna naar de Faculty Lunch (kip, zalm en salades), waar in onze discussie vooral het verschil tussen de Amerikaanse en Europese topuniversiteiten aan de orde kwam. De Amerikaanse hebben zoals bekend veel meer private financiering dan hun Europese zusters. Harvard University heeft een totaal vermogen van $ 33 miljard (exclusief gebouwen en grond), terwijl de reserves van Tilburg University meer in miljoenen uitgedrukt moeten worden. 

Veel collega’s vroegen mij dan ook hoe het mogelijk is dat Tilburg het zo goed doet op het gebied van Economics en Law. Mijn antwoord was dat Tilburg als een van de eerste universiteiten op het continent ingezet heeft op internationalisering. CentER for Economic Research is bijna 30 jaar geleden opgezet naar het model van een Amerikaanse graduate school met tenure-track assistant professors en job market hiring. 

Het belang van publiceren in de top journals is toen geïntroduceerd en het promotiebeleid is daar toen op gebaseerd. Tilburg was in die tijd – 30 jaar geleden – een grote uitzondering, maar nu hebben Europese topscholen dat concept nagevolgd waardoor de concurrentie toegenomen is. 

Niettemin kunnen de Nederlandse universiteiten niet met de top-10 of zelfs de top-20 van de VS concurreren, omdat Amerikaanse universiteiten niet alleen veel meer private financiering hebben, maar ook vanwege de afnemende publieke financiering door de overheid, terwijl diezelfde overheid ons niet de vrijheid geeft om zelf onze collegegelden vast te stellen en onze toekomstige eerstejaars studenten aan de poort te selecteren. 

De bijdrage van de Nederlandse overheid neemt al jarenlang per student af, terwijl diezelfde overheid onze beide handen op de rug vastgebonden heeft. Het enige lichtpuntje is dat wij nu een Bindend Studieadvies (BSA) aan studenten die niet voldoende voortgang maken mogen geven. Selectie aan de poort is nog een politiek taboe. 

Mijn Amerikaanse gesprekspartners kijken mij met verbazing aan, maar mijn Europese collega’s begrijpen het. 

WOENSDAG 10 APRIL 2013 

Vandaag op ScienceGuide gelezen hoe erg mijn eigen alma mater, de Vrije Universiteit, vastgelopen is en het lot van de Universiteit van Amsterdam daaraan door hun strategische samenwerking verbonden is. Het is een treurig om te lezen hoe het VU-bestuur volledig ‘disconnected’ van de decanen en faculteiten was. Als nieuwe Rector Magnificus is Frank van der Duyn Schouten, onze voormalig rector, aangetrokken. 

Frank is tien jaar rector in Tilburg geweest en heeft een schat aan ervaring bij het besturen van een universiteit. Ook al heb ik er alle vertrouwen in dat met Frank de juiste bestuurder is aangetrokken, denk ik dat het een flinke klus zal zijn.

Het is voor mij inmiddels ook duidelijk dat de universiteiten in het Zuiden van het land (Eindhoven, Tilburg en Maastricht) efficiënter functioneren en professioneler bestuurd worden dan de Randstedelijke universiteiten. Wellicht dat dit nu ook eens eindelijk doordringt bij het ministerie van Onderwijs en verantwoordelijke politici? 

Zo dadelijk een lunch met mijn collega Ed Glaeser, de echte pionier op het terrein van ‘urban economics’ en naast vele belangrijke journal artikelen de auteur van het magistrale boek ‘Triumph of the City’ dat door The Economist en The New York Times Book Review terecht als een meesterwerk wordt betiteld. 

Ed heeft het vakgebied ook wetenschappelijk op de kaart gezet en komt daarmee in principe in aanmerking voor een Nobelprijs. Zijn boek gaat over de verstedelijking van Amerika (‘America is an urban nation’). Hij toont ook overtuigend aan dat de steden niet vies, arm en ongezond, maar juist de schoonste, rijkste en gezondste plaatsen om te leven zijn.

Als voorbeeld wordt vaak Boston genoemd, dat zijn industrieel verleden achter zich heeft gelaten en door de enorme concentratie van hoger onderwijsinstellingen in staat is geweest om vele innovatieve bedrijven aan te trekken die de stad veel vernieuwing en welvaart hebben gebracht. 

Wellicht is Boston een rolmodel voor steden als Tilburg? In hetzelfde restaurant, Sandrine’s (Holyoke Street), kwam ik een oude bekende tegen, namelijk Lorenzo Bini Smaghi. Lorenzo was tot voor anderhalf jaar geleden ECB-bestuurder maar moest toen plaats maken voor de benoeming van Mario Draghi als President van de ECB. Dat was zo met de Fransen afgesproken, omdat er weer een Franse ECB-bestuurder benoemd moest worden. 

DONDERDAG 11 APRIL 2013 

Vanochtend komt FD-redacteur Marcel de Boer langs. Marcel komt naar de VS vanwege de IMF/Wereldbank vergadering in Washington DC en heb ik een paar maanden geleden uitgenodigd voor een bezoek aan het Harvard Economics Department. Wij gaan samen naar de Faculty Lunch in de Hansen-Mason Room op de derde verdieping, waar Marcel informeel kennis maakt met de grote namen uit de economische literatuur. 

Maar de echte reden voor zijn bezoek is een interview met Ben Friedman over zijn inmiddels klassieke boek ‘The Moral Consequences of Economic Growth’. Dit boek gaat terug tot de traditie vóór Pareto en kijkt naar economische groei vanuit een perspectief van politieke economie in de traditie van Adam Smith en anderen.

In zijn boek analyseert Friedman belangrijke episodes in onze economische geschiedenis en komt hij tot de conclusie dat economische groei het smeermiddel is voor een samenleving en ervoor zorgt dat een samenleving zich ook kan vernieuwen. Dit boek is een aanrader, het analyseert de groei vanuit een politiek-economisch perspectief. 

Marcel heeft zich heel goed voorbereid en stelt Ben ook de juiste vragen. Oorspronkelijk had Ben een vol uur voor dit interview uitgetrokken, maar hij geniet duidelijk van het gesprek dat uiteindelijk anderhalf uur duurt. Marcel heeft zoveel opgeschreven dat hij meer dan een pagina zal kunnen vullen. Binnenkort in FD Weekend! 

VRIJDAG 12 APRIL 2013 

Vanochtend aan mijn vijfde weekboek gewerkt en om 12.00 uur een lunch met mijn collega Dani Rodrik (Harvard Kennedy School). Dani en ik kennen elkaar al lang vanwege mijn vorige sabbaticals bij Harvard in 2003 en 2008. Daarnaast is er nog een band die wij hebben: wij zijn lid van de Economists’ Club van Project Syndicate, een van top-5 websites in de wereld (www.project-syndicate.org). 

De Economists’ Club is een zeer selecte groep van enige columnisten die opinie-artikelen (‘op-eds’) schrijven over belangrijke actuele thema’s die vervolgens in 8 of 9 talen vertaald worden en dan aan ruim 400 kwaliteitskranten (waaronder het FD) aangeboden worden voor publicatie. Leden van de Economists’ Club zijn Barry Eichengreen, Stephen Roach, Ken Rogoff en George Soros. 

Het was een zeer interessante lunch, waarbij onderwerpen zoals de eurocrisis, fiscal cliff en sequester snel geanalyseerd werden. Dani is gespecialiseerd in ‘international trade and finance’ en een wetenschapper die zowel een scherp analytisch vermogen heeft, als wel een enorme kennis van het beleid en de instituties. Hij is een voorbeeld van een econoom die altijd ‘rigor’ en ‘relevance’ in zijn analyses nastreeft (zie weekboek 4). 

Het voert te ver om alle zaken die in de anderhalf uur aan tafel ter sprake kwamen hier te bespreken. Ik sluit graag af met een dankwoord aan de lezers van mijn weekboek en mijn Twitter-volgers (@SCWEijffinger). 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK