Deal of geen deal
De SP is meteen helder. Er is geen overeenstemming met het kabinet te vinden in de Senaat als het leenstelsel in plaats van de basisbeurs overeind blijft staan in de plannen van de coalitie, zo meldt HO-woordvoerder Jasper van Dijk. Er is nog een partij die het kabinet in de Eerste Kamer aan een meerderheid kan helpen en dat is het CDA. Daar houdt men zich bedekt. “Wij gaan in de Tweede Kamer op dit punt niet dealen.”
Kruit droog houden
Dat lijkt tegenstrijdig, maar is het niet. Wil minister Bussemaker in de Senaat immers voldoende steun verwerven, moet zij in de behandeling van haar wetsvoorstellen in de Tweede Kamer de fracties buiten de coalitie ervan overtuigen, dat haar plannen voldoen. Als die partijen delen van hun ideeën in de voorstellen van het kabinet kunnen herkennen, dan is het voor de Senaat niet goed mogelijk om een wetsvoorstel af te wijzen, tenzij het wetstechnisch of qua uitvoeringslasten niet adequaat blijkt. Het CDA houdt dus met oog op de behandeling in de Eerste Kamer zijn kruit droog in de Tweede.
Intussen zingt rond dat D66 en GroenLinks met het kabinet een deal nastreven waarin de ergste effecten van een leenstelsel er afgeslepen zouden zijn. Zo zou men de OV-kaart willen kunnen behouden. Dat is ook om andere motieven geen vreemde gedachte. Voor de OV-bedrijven zou het afschaffen van die reisvoorziening bovenop andere bezuinigingen een te grote aderlating betekenen. De ChristenUnie is door het kabinet al gepaaid door haar zorg ten aanzien van de extra hoge schulden van de bètatech-studenten via het Techniekpact op te vangen.
Cruyff en Bussemaker
Voor minister Bussemaker zijn deze bewegingen een Cruyffiaans voordeel dat ze nadeel hep. Als oud-rector van de HvA ging zij trouwens ook over de Johan Cruyff University. Enerzijds poogt de minister natuurlijk zoveel mogelijk opties te ontwikkelen om haar plan door het parlement in beide Kamers te loodsen. Dat zou een politiek huzarenstukje zijn.
Anderzijds moet zij ervoor waken dat de toegevingen aan allerlei kleine fracties haar zoveel gaan kosten, dat er van de opbrengst van het leenstelsel weinig over blijft. Want dan valt er niets meer te investeren en daar ging het de coalitie om. Mark Rutte onderstreepte dit nog eens nadrukkelijk in zijn gesprek met de LSVb en ScienceGuide.
Het grootste risico is dan ook, dat OCW een plan gerealiseerd krijgt, dat een complex geheel van ‘rondpompen’ van geld en inkomensafhankelijke regelingen oplevert, maar feitelijk geen majeure verschuiving meer van investeringsbedragen naar de kwaliteit van het hoger onderwijs. Dan zou het leenstelsel politiek gaan doen denken aan de zorgpremie-kwestie: een ingewikkelde ingreep die feitelijk de midden en hogere inkomens benadeelt in hun koopkracht.
Premier Rutte geeft impliciet aan, dat hij dat risico ook ziet. “Het geld verdwijnt niet in de grote pot. We willen het juist investeren in de kwaliteit van het HO. Die moet omhoog. Dat is het doel dat verbindt wat de studenten willen met wat wij willen door het leenstelsel in te voeren. Hoe we anders extra geld investeren daarin weet ik ook niet. Dat wordt dan heel moeilijk.”
Meest Gelezen
‘Compensatoir toetsen komt kwaliteit hoger onderwijs wél ten goede’
‘Juist bij flexibiliteit heeft student behoefte aan structuur’
Minister: “Verengelsing ondermijnt de toegankelijkheid van universiteiten”
Wet leeruitkomsten: Doorgeschoten individualisering of broodnodige keuzevrijheid?
Kamer zet voorlopig streep door volgende ronde Groeifonds