HO van de kaart om kaart

Nieuws | de redactie
31 mei 2013 | Wie niet beter wist zou denken dat de OV-kaart voor studenten heilig is verklaard en een verworvenheid waar heel het HO en OV pal voor staan. Niets is minder waar. Niemand wilde hem, toen Deetman hem doordrukte. Nu roept men ‘verworven recht.’ Gaan de verdedigers daarvan hem zelf betalen?

Er was dezer dagen een oploop bij de Hogeschool Utrecht waarin hete tranen geplengd werden over de nakende teloorgang van de OV-kaart voor studenten. Ons land stond min of meer op instorten, de toegankelijkheid van het onderwijs was in het geding en de OV-sector balanceerde op de rand van het faillissement. De ASVA kondigde acties aan, maar wilde nog niet verklappen welke.

Briljant, doch onuitvoerbaar

Zo veel eensgezindheid maakt direct argwanend. Vooral omdat  er op dit terrein een keer eerder zulke vurige overeenstemming was. Dat was toen het kabinet Lubbers-II met het voorstel kwam zo’n kaart in te voeren. Unisono was men tegen, uiteraard om heel verschillende motieven.

Minister Deetman had in 1987-88 twee problemen en deze loste hij in een keer op. Enerzijds was er een ongekend complexe reiskostenvergoeding bedacht door zijn ambtenaren die elke studiebeurs tot een verfijnd en gedetailleerd stukje maatwerk omtoverde. Briljant, doch onuitvoerbaar. Anderzijds moest hij een half miljard bezuinigen en de premier achtte een versobering van de SF dan de beste route.

Om de chaos in het DUO van toen, de IBGroep, radicaal te bedwingen en tegelijkertijd een smak geld binnen te halen bedacht Roel in’t Veld de OV-kaart als bulkcontract en ‘reisvoorziening’. Let wel: elke student kreeg gratis reizen in al het OV gedurende week én weekend, in ruil voor een smalle korting op de basisbeurs. Deze was destijds een gift.

Verzet van NS en ministerie

Op zich verdiende aanhankelijkheidsbetogingen aan de goedgeefse bewindsman en zijn knappe topambtenaar bleven uit. Premier Lubbers had wel een fraaie recensie. Hij noemde de ingreep “verrassend lucide van mijn meest massieve minister.” Het ging er toen om de meest betrokken partijen ervan te overtuigen mee te doen. Allereerst natuurlijk het OV-bedrijfsleven.

Dat was toen nog grotendeels in staatshanden. De vervoersbedrijven in stad en provincie waren als eerste en enige direct om. Zij telden hun knopen. Ze vervoerden veel studenten, zeker ook op onchristelijke tijdstippen en beurden dan maar weinig inkomsten uit. Zwartrijden was de rigeur. En nu kwam een minister hen melden dat hij hen voor die service gedurende vijf jaar een fijn bedrag zou overmaken. Deetman kon bij de RET’s, GVB’s en HTM’s weinig kwaad meer doen.

Dat lag anders bij de NS. Dit overheidsbedrijf viel toen onder de liberale minister Neelie Smit-Kroes. Een slim inspelen op de klant en bedrijfsmatig werken was dan ook niet echt bon ton. NS en ministerie verzetten zich hevig tegen de OV-kaart voor studenten. Zij poogden dure en onuitvoerbare concepten als een kortingskaart per student erdoor te krijgen. Maar In’t Veld liet zich als onderhandelaar niet wegpoetsen en kon aantonen dat een bulkcontract met een simpele reisvoorziening een ‘no-brainer’ was.

Toen de minister bleef tegen spartelen greep premier Lubbers in. Hij wees de collega van V&W er op, dat O&W al jaren achtereen extra had moeten bezuinigen om haar voortdurende tegenvallers bij bijvoorbeeld de Oosterscheldedam op te vangen. Het was nu werkelijk tijd om iets terug te doen. En inkomsten uit een bulkcontract van vele honderden miljoenen die zeker zijn, die kon de VVD-minister toch ook weer vooruit investeren in asfalt voor wegen en tunnels en bruggen? Neelie zwichtte.

OV-kaart diefstal

Toen Deetman zijn ‘lucide’ voorstel op tafel legde als vereenvoudiging van de SF-bureaucratie en papierwinkel en tegelijkertijd als versobering bij versterking van de dienstverlening was de verontwaardiging groot. De PvdA was woedend: kregen de kinderen van de rijken en de studieuze gezinnen uit de middengroepen ook nog gratis openbaar vervoer! Jacques Wallage goot fiolen van toorn over het hoofd van Deetman. Nog razender was de LSVb.

De studentenvakbond vond de OV-kaart diefstal. De minister perkte immers de basisbeurs – de door hem bedachte gift waar ook die LSVb eerder zo tegen was – nu een tikje in om die kaart te financieren. Schande natuurlijk, vooral voor die studenten die een auto reden, veelal een derdehands hoestbui op wielen van hun bejaarde tante. Dit leidde er echter wel toe, dat de eco-vriendelijke PPR eerlijk toegaf dat zij Deetmans voorstel stiekem toch sympathiek vonden.

Standbeeld voor Deetman

Ook de burgervaders van de universiteitssteden ontpopten zich als fans van de minister. Burgemeester Goekoop van Leiden beloofde Deetman in kleine kring zonder omhalen een standbeeld, mede namens zijn collega’s van Delft, Maastricht, Wageningen en andere kleinere HO-gemeenten.

Hun grachten en oude wijken waren namelijk een soort autokerkhoven en het voeren van een parkeerbeleid was onmogelijk. Met de gratis OV-kaart voor studenten was een grote schoonmaak mogelijk, ook voor het leefmilieu in de straten en buurten. Op dat standbeeld van de minister van O&W van de jaren 80 wacht het onderwijsbeleid overigens nog.

De OV-kaart kwam er, maar iets later dan voorzien. De VVD liet Lubbers-II struikelen over het reiskostenforfait en Jo Ritzen voerde de kaart uiteindelijk in. Zijn staatssecretaris en partijgenoot was diezelfde Wallage die zo tegen was geweest, maar wiens soepelheid zo groot was als zijn eloquentie over linkse beginselen. Ritzen versoberde de kaart wel al snel, door de week of wekend kaart in te voeren. Alleen bleek die helemaal niet de bezuiniging op te leveren die hij de Kamer had voorgespiegeld.

Goede zaken voor de NS

De studentenbonden en de OV-bedrijven waren intussen uitgegroeid tot de vurigste verdedigers van de Deetman-kaart. Het vijfjarig contract werd dan ook door elk kabinet nadien verlengd. Elke aantasting van het verworven recht bestreed de LSVb als diefstal van de armen en een gruwelijke ondermijning van de toegankelijkheid van het HO. Dat bijna elke student studeert in zijn woonplaats of het regionale centrum vlakbij die woonplaats in het kleine Nederland bleef veelal onderbelicht.

De NS heeft met de OV-kaart zeer goede zaken gedaan. Die wijsheid achteraf is zoals vaker in het bedrijfsleven: wijsheid achteraf. De toename van de participatie aan het spoorverkeer in ons land is een onmiskenbaar gevolg van onder meer deze studentenkaart. V&W-minister Eurlings voerde zelfs de Camiel-kaart in: een slimme overbrugging om alumni na hun diploma de OV-kaart te laten behouden tegen aantrekkelijk tarief. Ook dat weer een duurzaamheidsbijdrage waar een bewindsman van een elke andere partij zich ook graag voor had laten bejubelen.

Inmiddels moet onze overheid de tering naar de nering zetten. Tegelijk moeten wij investeren in kennis en menselijk kapitaal. Het verdedigen van de OV-kaart als recht is dan geen teken van bereidheid tot prioritering daarin.

Aangezien de studentenbonden, de OV-bedrijven en de HO-koepels nu al decennia hun dankbaarheid voor het vooruitziend beleid van Wim Deetman uiten in hardnekkig defensief gedrag van verworvenheden als deze, zou het voor de hand liggen, dat zij samen tot een opzet komen om een bulkcontract te sluiten en dit om te slaan over hun leden. De minister van OCW zou dan jaarlijks €700 mln kunnen investeren in kennis, onderzoek, onderwijs en innovatie. Het sociaal leenstelsel is dan voor die extra input in middelen niet meer nodig. 

Sociaal leenstelsel weinig haalbare optie

Want dat stelsel is iets waar Deetman al aan gewerkt had als optie en bij het 25 jarig jubileum van de VSNU indringend waarschuwde. “Toen wij grote tegenvallers hadden, heb ik met Onno Ruding besproken of we hier in gesprek met de banken stappen konden zetten.

Was het mogelijk de basisbeurs om te zetten in een lening voor allen tegen een lage, vaste rente? Het gesprek met de top van de banken dat wij toen voerden leverde een duidelijk beeld op. Zij reageerden meteen met een maximale risicomijding.”

De banken eisten van de ministers dat de overheid de aflossing van elke lening zou garanderen. “Die risicomijding van toen zal in de omstandigheden van nu alleen maar sterker zijn,” zo schatte de oud-minister koeltjes in. Zelfs een sociaal leenstelsel voor de masterfase achtte hij daarom een weinig haalbare optie. “Alleen al om die reden vind ik dit een illusie.”

Bovendien miskent dit een in zijn ogen fundamenteel beginsel: “Achttienjarigen zijn wettelijk volwassen burgers. Het is voor de samenleving van belang om in het talent van deze volwassen jongeren te investeren. Dus moeten wij daar iets tegenover zetten om het hen ook mogelijk te maken te kunnen studeren en dat ook full dress te doen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK