“Waarde basisbeurs niet erg groot”

Nieuws | de redactie
8 mei 2013 | Het voorbije decennium is het aantal niet-westerse allochtone studenten in het HO gestegen met 73%. Heeft de basisbeurs deze stevige groei niet goed geholpen, vraagt het CDA aan OCW. Bussemaker denkt dat maatregelen rond studiekeuze en onderwijskwaliteit veel meer invloed hebben gehad.

Vorig jaar december verscheen de internationale studie ‘The European second generation compared’, het resultaat van een grootschalig onderzoek tussen 2006 en 2008. Doel van het onderzoek was inzicht te krijgen in de integratie van migrantenjongeren van de tweede generatie in Europa en in de invloed van de stedelijke en nationale context hierop.

OCW liet in een eerdere reactie weten blij te zijn met dit onderzoek. “Het onderzoek kan worden gezien als een pleidooi voor het belang van onderwijs: een afgeronde opleiding is de sleutel tot de arbeidsmarkt en tot emancipatie in brede zin.”

Grote weerslag

Naar aanleiding van dit onderzoek is er door Kamerleden een aantal vragen gesteld aan de minister, zij heeft daar vervolgens schriftelijk op geantwoord. Het CDA vraagt zich af of de groei van 73% in ons land van niet-westerse allochtonen in het HO niet te danken is aan de basisbeurs. “Is het niet zo, dat Nederland juist zo hoog scoort vanwege de financiële toegankelijkheid van het hoger onderwijs?”

Deze Kamerfractie maakt zich zorgen over de gevolgen van het voornemen een sociaal leenstelsel in te voeren voor juist deze groep eerste generatie studenten. “Dit voornemen, gekoppeld aan het feit dat stapelen voor instellingen financieel onaantrekkelijker lijkt te worden gemaakt, zal met name een grote weerslag hebben in deze groep van kwetsbare leerlingen.”  

Een ‘toegankelijkheidsbeurs’

Volgens de minister is de waarde van een basisbeurs voor de HO-toegankelijkheid echter moeilijk te definiëren. “De waarde van de basisbeurs voor de toegankelijkheid is niet afzonderlijk, expliciet en exact vast te stellen, maar waarschijnlijk is die waarde niet zo erg groot. In die richting wijzen verschillende onderzoeken en decennialange praktijkervaring, waarin de basisbeurs steeds is versoberd en de studentenaantallen wel bleven toenemen.”

“De OECD heeft in 2008 al aangegeven dat de belangrijkste voorwaarde voor toegankelijkheid is dat studenten voldoende middelen hebben om hun studie te kunnen financieren. Als studenten dat op een gunstige manier kunnen lenen en verzekerd zijn tegen al te grote investeringsrisico’s, dan is aan die voorwaarde voldaan en ontstaat er geen grote bedreiging van de financiële toegankelijkheid.”

De minister ziet eerder andere oorzaken van de stijging van de studenten onder de ‘minderheidsgroepen’. Zij meldt in het nieuwe leenstelsel geen drempels te voorzien voor de toegankelijkheid voor deze groep. “Waarschijnlijk zijn de positieve effecten van maatregelen op het terrein van studiekeuze en onderwijskwaliteit veel groter. Wel is het zo dat de financiële toegankelijkheid voor studenten uit achterstandsgroepen extra geborgd kan worden. Vanuit die invalshoek heeft het kabinet voorgesteld om de aanvullende beurs in de vorm van een toegankelijkheidsbeurs voort te zetten. Hiermee wordt het stapelen niet financieel onaantrekkelijk gemaakt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK