Gezamenlijke droom en geduld

Nieuws | de redactie
20 juni 2013 | In excellent onderwijs doet het ‘werkveld’ eigenlijk altijd mee. De AHK heeft daarin een best practice ontwikkeld met het topgezelschap, Het Nationaal Ballet. Zij begonnen een Junior Company. “Dagelijks en jarenlang investeren docenten in hun studenten, dat blijft toch het geheim."

Klaas Backx van de Nationale Balletacademie aan de AHK schetst hoe dit opmerkelijke model van intens leren, studeren, oefenen én uitvoeren de excellente studenten, docenten en praktijk veel dichter bij elkaar weet te brengen.

Het Nationale Ballet en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten dragen samen verantwoordelijkheid voor Het Nationale Ballet Junior Company, een aspirant dansgezelschap waar studenten uit het excellentieprogramma gedurende twee jaar de nodige praktijkervaring op kunnen doen. Het eerste jaar als stagiair – onder intensieve begeleiding vanuit de opleiding en het gezelschap – en het tweede jaar als volwaardig en zelfstandig danser in dienst van Het Nationale Ballet.

Beter handhaven, meer voldoening

Voor welk probleem was de best practice voor de instelling een oplossing en impuls?

Het ging bovenal om de doorstroom van in Nederland opgeleide balletdansers naar de top van het werkveld. Nu studenten gedurende twee jaar vanuit een beschermde werkomgeving podiumervaring kunnen opdoen, is de verwachting dat zij zich beter kunnen handhaven binnen de competitieve en druk belaste werkomgeving van een groot, internationaal gerenommeerd balletgezelschap.

Wat heeft deze de hogeschool opgeleverd?

Dat is een reeks van kernpunten: een grotere motivatie bij studenten en docenten en een sterk verbeterd beroepsperspectief voor de balletstudenten. Ook is er een nog grotere verbondenheid met het werkveld en een verdere consolidering van de internationale reputatie van het opleidingsprogramma.

Dat leidt tot een verbetering van de concurrentiepositie ten opzichte van gerenommeerde balletscholen in het buitenland en een groeiende belangstelling van topstudenten uit het buitenland en een verbetering van de zichtbaarheid van het programma op nationaal niveau. Ook is de exclusiviteit in de samenwerking tussen de opleiding en Het Nationale Ballet een wezenlijke punt hierbij.

Wat heeft de best practice de docenten opgeleverd?

Onze docenten kennen de studenten al vanaf het moment dat ze op tienjarige leeftijd instromen in het voortraject van de Nationale Balletacademie. Docenten investeren dagelijks, en jarenlang, in de ontwikkeling van deze studenten.

Het motiveert hen enorm dat hun studenten nu sterk verbeterde kansen krijgen om een positie te bemachtigen bij een van de belangrijkste spelers in het werkveld, niet alleen op nationaal, maar op internationaal niveau. Zij halen daardoor meer voldoening en erkenning uit hun werk dan voorheen.

Een stevige impuls voor niveau

Wat heeft dit de studenten opgeleverd?

Deze aanpak biedt hen een concreet en bereikbaar streefdoel en in korte tijd veel podiumervaring. Dat maakt het hen mogelijk op relatief jonge leeftijd een indrukwekkend cv op te kunnen opbouwen.

Tegen welke problemen is de hogeschool aangelopen tijdens de uitvoering hiervan?

Het grootste obstakel was de uitstroom van studenten vanuit de Nationale Balletacademie, die in kwantitatieve – en soms ook kwalitatieve – zin wat achterbleef in vergelijking met topinstituten uit het buitenland. De ontwikkeling van het excellentieprogramma heeft ervoor gezorgd dat we het niveau van de Nationale Balletacademie een stevige impuls hebben kunnen geven.

Welke organisatorische eisen zijn er aan de invulling van een aanpak als deze?

Een gezamenlijke droom. En dan de persoonlijke inzet en betrokkenheid van mensen op sleutelposities, veel geduld en goodwill, korte lijnen, een heldere taakverdeling en duidelijke financiële afspraken.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK