Kennisindustrie wil consistent beleid
Wat kunnen we leren van het Duitse kennisbeleid, zo luidde de grote vraag bij het kenniscafé van de universiteitenkoepel. Onder leiding van Sijbolt Noorda gingen Emmo Meijer, Gerard Meijer (Radboud) en Ton Nijhuis (Duitsland Instituut Amsterdam) in discussie over de verschillen en overeenkomsten met het beleid van onze Oosterburen.
Het is soms echt paniekvoetbal
Ook Gerard Meijer vond dat Nederland een voorbeeld kon nemen aan de politieke keuzes in Duitsland om consequent te kiezen voor kennis. “Hier is het soms toch echt paniekvoetbal in de politiek. In Duitsland is er continuïteit in beleid en ook in financiering. In Nederland merk ik soms het tegendeel.”
Met name het beleid rond de topsectoren, Emmo Meijer zit in het topteam Voeding, kon volgens de aanwezigen duidelijker. “In vredesnaam houdt het in stand. Het is in Nederland zo ongelooflijk onrustig. Geef de politiek minder invloed,” stelde Meijer die er aan toevoegde dat dan eigenlijk iemand nodig hebt als Merkel.
Terecht rees de vraag in hoeverre het bedrijfsleven zich dan wel inzet voor een succesvol topsectorenbeleid. Ook Emmo Meijer stelde dat er in de meerjarenplannen weinig terug te vinden zal zijn over wat zij in het kader van de topsectoren zullen gaan doen. “Ook bij FrieslandCampina nog niet, maar dat ga ik er wel in krijgen.”
Taalverwarring
Groot verschil met Duitsland dat het in lijn brengen van de academische plannen met de R&D-plannen van bedrijven is het cultuurverschil dat in Nederland tussen beide sectoren erg groot is. “Er is echt sprake van een taalverwarring tussen bijvoorbeeld VNO-NCW en NWO,” zei Gerard Meijer.
Dat heeft, zo ziet Ton Nijhuis ook te maken met “het aantal gepromoveerden in de maatschappij. academische titels zijn in Duitsland echt nog steeds heel belangrijk.” Zo kan je in Duitsland ook vaak promoveren in het bedrijfsleven of de publieke sector, wat er voor zorgt dat ondernemers en academici elkaar beter begrijpen.
Flexibiliteit is wel een sterk punt
Een betere afstemming tussen bedrijfsleven en de wetenschap en een consistent regeringsbeleid dat die afstemming ondersteunt over langere term. Vanuit de zaal beaamde VVD-senator Jan-Anthonie Bruijn dat hij die visie van harte onderstreept.
Als oud-AWT-voorzitter was Bruijn verantwoordelijk voor het opstellen van het advies dat aan de basis stond van deze discussie. Hij wees er wel op dat bij alle nadruk op consistentie en visie ook steeds wordt gesteld dat typische Nederlandse flexibiliteit en pragmatiek nu juist ook als sterk punt van onze economie en kennisinstellingen wordt genoemd.
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Burgerschapsonderwijs moet ook verplicht worden in hbo en wo’
Raad van State: laat taaltoets nog niet gelden voor hbo-opleidingen
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen