Leren van online studeren

Voor- en tegenstanders van videocolleges voeren regelmatig discussies over het nut van de video-opnames. Hierbij is vaak weinig kennis van wat studenten nu echt doen met die opnames. Gorissen onderzocht hoe studenten de op internet verkrijgbare stof benutten en waarderen.
Meer waardering dan daadwerkelijk gebruik
Wat daarbij opvalt is dat studenten slecht van zichzelf inschatten hoe intensief ze de stof op internet gebruiken. “Er zijn maar weinig studenten die uit het college wegblijven als het opgenomen wordt,” vertelt Gorissen. Hij vroeg studenten hoe vaak ze de opnames gebruikten en vergeleek dat met hun daadwerkelijk gebruik. “Daarbij bleek dat ze veel minder van een opname bekijken dan ze zelf aangeven.”
Door het online aanbieden van stof, vergrootten docenten en onderwijsinstellingen hun mogelijkheden inzicht te krijgen in het studiegedrag van studenten. Het verzamelen en analyseren van die gegevens wordt Learning Analytics genoemd. Toepassing hiervan levert betrouwbare en objectieve informatie op over het studiegedrag van studenten.
Belangen voor MOOC-onderwijs
Deze informatie is van belang als onderwijsinstellingen zulke opnames willen inzetten om het onderwijs te vernieuwen, bijvoorbeeld door het aanbieden van MOOC’s of via ‘Flip the Classroom’-initiatieven waarbij de studenten een deel van de instructie al, vaak in de vorm van video’s, vooraf krijgen aangeboden.
Ook docenten gaven, met betrekking tot MOOC’s, recent al hun eerste ervaringen met online onderwijs aan. Tegenover The Chronicle of Higher Education was men overwegend enthousiast over de mogelijkheden. Nadat de VS als eerste de MOOC-hype had aangewakkerd, starten er in Europa nu ook volop initiatieven op dit gebied.
Pierre Gorissen verdedigt zijn proefschrift getiteld “Facilitating the use of recorded lectures: Analysing students’ interactions to understand their navigational needs” op woensdag 12 juni bij de Technische Universiteit in Eindhoven.
Meest Gelezen
