Wat weet de meester?

Nieuws | de redactie
6 juni 2013 | Hoe krijgen we nog betere docenten voor de klas? Wat doen Pabo’s om de kwaliteit van het docentenkorps te verbeteren? Op het #HBO-discours van 19 juni in Den Haag, gaan Kamerleden in discussie met studenten, docenten en beleidsmakers over de toekomst van docentschap.

Om het primair en voortgezet onderwijs in de toekomst van genoeg en goed gekwalificeerde docenten te voorzien zijn de afgelopen jaren verschillende projecten in gang gezet. Eerst de Klas is één van die kleinschalige projecten gericht op talentvolle academici. Het grootste gedeelte van de toekomst leraren wordt echter opgeleid in de Pabo´s en de lerarenopleidingen.

Verscherpte toetsing

Ook op de Pabo´s zijn de afgelopen jaren volop initiatieven gestart om de kwaliteit van docenten te verhogen om zo een goed gekwalificeerd lerarenkorps voor de klas te zetten in de toekomst. Eén van die maatregelen is het verscherpen van de toetsing en kwalificaties om de Pabo-opleiding binnen te komen.

Bijkomend gevolg hiervan is dat het aantal studenten dat naar de Pabo gaat sterk is afgenomen. Waren in 2005 nog 8.739 instromende Pabo-studenten, in 2012 zakte dat aantal naar 5.440. Viel in 2005 in het eerste jaar bijna 17% uit, in 2012 is dat iets gestegen naar 19%.

Kritische Bussemaker

De meest recente uitlatingen van minister Bussemaker over dit onderwerp maken de discussie nog meer van belang. Naar aanleiding van het onderwijsverslag van 2011-2012 van de Inspectie van het Onderwijs heeft de Tweede Kamer vragen gesteld. Daarin ook veel over kwaliteitsverbetering van zowel de Pabo als ook de overige lerarenopleidingen.

De minister is in haar reactie af en toe kritisch op de docenten en wijst de beroepsgroep op de eigen verantwoordelijkheid, ook die met betrekking tot de eigen professionalisering. Vanuit de Kamer kwam de vraag of het aanpassen van eisen voor de Pabo niet in tegenspraak was met de ambitie om de kwaliteit van de Pabo juist te verhogen.

De minister bestrijdt dat beeld. “Met de bijzondere nadere vooropleidingseisen zullen studenten nog steeds moeten beschikken over een mbo-4, havo- of vwo-diploma. Aanvullend daarop worden ook nog eisen gesteld aan de kennis van studenten. Deze eisen liggen dan niet op het eindexamenniveau, dat is gezien de breedte van het pakket niet realiseerbaar, maar betekenen wel een verzwaring ten opzichte van de huidige eisen, waarbij geen nadere inhoudelijke eisen worden gesteld die worden toegevoegd aan de eis van het diploma mbo-4, havo of vwo. De bijzondere nadere vooropleidingseisen voor de pabo maken dan ook deel uit van het totaalpakket om de kwaliteit van de pabo te verhogen.”

De Kamer wil ook weten wat de gevolgen zijn voor de lerarenopleidingen nu er meer aandacht is voor het belang van vakinhoudelijke kennis. OCW wijst er op dat een paar jaar geleden door de onderwijsraad en de NVAO een disbalans geconstateerd is tussen “het kennen (het vakmanschap) en het kunnen (het meesterschap). Dat heeft geleid tot vaststelling van kennisbases door de gezamenlijke opleidingen voor elk van de vakken op de door de hogescholen verzorgde lerarenopleidingen én tot gezamenlijke afspraken over toetsing van studenten als het gaat om de beheersing van de aldus vastgestelde kennis. Momenteel worden die kennisbases en -toetsen geïmplementeerd.”

Bekwaamheid onvoldoende onderhouden

De Kamer vraagt zich af hoe het kan dat er nog steeds veel onbevoegde docenten voor de klas staan. De minister wijst in dat verband op een aantal mogelijke verklaringen. Een verklaring die zij aanstipt, brengt haar tot een kritische constatering, “dat leraren hun bekwaamheid onvoldoende onderhouden, respectievelijk scholen stellen hen daartoe onvoldoende in staat.” Daarnaast meldt de minister e indruk bestaat dat docenten met de juiste diploma’s daar in de praktijk niet altijd naar handelen. “Leraren die in het bezit van een HO-getuigschrift zijn waaruit blijkt dat ze voldoen aan de bekwaamheidseisen, handelen daar in de praktijk van alledag niet of onvoldoende naar.”

“Actief HRM-beleid gecombineerd met een beroepsregister waarin op termijn alle leraren zijn opgenomen en zich periodiek moeten herregistreren en gerichte aandacht in het toezichtkader van de Inspectie, kunnen belangrijke instrumenten zijn om te bevorderen dat leraren in ieder geval beschikken over de noodzakelijke basisvaardigheden. In het regeerakkoord is de ambitie geformuleerd dat de eisen van bekwaamheid uit het Lerarenregister en de bijscholingsplicht van docenten met ingang van 2017 wettelijk worden verankerd.”

“De verantwoordelijkheid voor de professionele ontwikkeling van leraren ligt zowel bij het schoolbestuur als bij de leraar zelf. Voor schoolbesturen is dit onderdeel van goed personeelsbeleid. Zij beschikken over bij- en nascholingsmiddelen die zij daarvoor gericht in kunnen zetten en kunnen ontwikkelingsperspectieven van leraren in functioneringsgesprekken beter tot hun recht laten komen.”

Verplicht bijscholen

Door de lerarenbeurzen worden docenten aangemoedigd om het heft in eigen handen te nemen wat betreft hun eigen professionalisering. Daarin ligt tevens een belangrijke opdracht voor de Pabo en andere lerarenopleidingen. “Voor leraren hoort dit bij hun professionaliteit. Met de Lerarenbeurs worden leraren in staat gesteld een bachelor- of masteropleiding naar keuze te volgen en het heft voor hun professionele ontwikkeling in eigen hand te nemen. Dit draagt bij aan de aantrekkelijkheid van het beroep. De praktijk wijst overigens uit dat in de meeste gevallen de studiekeuze in goed overleg met de schoolleiding gemaakt wordt.”

De minister wil de bijscholing dan ook graag verplichten. “In het regeerakkoord is de ambitie geformuleerd dat vanaf 2017 een bijscholingsplicht voor leraren gaat gelden. Vanaf dat moment is het nog belangrijker voor leraren om de mogelijkheid te benutten om met hun leidinggevende in gesprek te gaan over eigen professionele ontwikkeling.”

Wat moet de docent weten?

Op het #HBO-discours op 19 juni in Café Dudok te Den Haag bespreekt de Vereniging Hogescholen met politici, studenten, docenten en beleidsmakers wat er op dit vlak al gebeurt en welke uitdagingen er nog liggen. De timing voor een dergelijk debat kon dus bijna niet beter.

Hoe wordt bijvoorbeeld de aansluiting tussen het voortgezet en middelbaar onderwijs met de Pabo’s verbeterd? Wat wordt een student die begint aan een docentenopleiding geacht al te weten en hoe wordt dat gedurende de opleiding getoetst en vbijgehouden? Over deze vragen en uitdagingen zal discussie op 19 juni tussen voorzitter Thom de Graaf en sprekers uit de Pabo’s en Tweede Kamer-leden gaan.

Te gast daarbij zijn onder meer: Pieter Duisenberg (VVD), Harm Beertema ( PVV) en Mohammed Mohandis (PvdA). Ga met hen in discussie en laat je mening horen op 19 juni aanstaande vanaf 16.15 in Café Dudok, Den Haag.

Meer informatie en aanmelden hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK