Hoe verder met VU en UvA?

Nieuws | de redactie
3 juli 2013 | UvA en VU worstelen met zichzelf en elkaar. Hoe kunnen zij slagen? Het profiel van de nieuwe VU-voorzitter antwoordt impliciet. De Amsterdam Academic Alliance moet door, maar “wetenschappelijke statuur (een (gewezen) hoogleraar of een persoon die professorabel is) kan een voordeel zijn maar is geen vereiste.”

De twee universiteiten in de hoofdstad maken turbulente tijden door. Grootscheepse, complexe projecten vergen alles van hun bestuurlijke, financiële en inhoudelijke kracht. De fusie van hun twee omvangrijke academische ziekenhuizen tot een mega-zorgbedrijf, de fusie van hun bèta-faculteiten tot een Europees toonaangevend instituut, nog meer vormen van “vergaande integratie” die vooral geen fusie mogen heten en meer staan op de rol. Daarbovenop zit de VU bestuurlijk in een moeizame overgangsfase na een reeks interne conflicten.

Mee met de beste

“Afzonderlijk zijn de bètafaculteiten van de VU en de UvA  in internationaal perspectief relatief klein,” zeggen de CvB’s nu. “Door integratie van de drie faculteiten tot de Amsterdam Faculty of Science (AFS) en door samenwerking met de relevante NWO- en KNAW-instituten ontstaat een schaal die vergelijkbaar is met de beste universiteiten op bètagebied in Europa, zoals University College London (VK) en Université Pierre et Marie Curie in Parijs.”

Men sprak vooraf van een ‘go/no go’ besluit en die term gaf al aan, dat het om veel meer gaat dan een samenwerkingsopzet bij een van de faculteiten. Al eerder was duidelijk geworden, dat die bèta-fusie geen separate ingreep kan zijn of blijven. Zo melden de twee instellingen nu: “De Amsterdam Faculty of Science [zal] vanaf september 2014 de eerste masterstudenten laten instromen, en vanaf september 2015 de bachelors. Het volledige proces van integratie van onderwijs en onderzoek, inclusief huisvesting, zal vijf tot tien jaar in beslag nemen.”

Pikant oordeel

Dat ingrijpende karakter en de structurele gevolgen daarvan zag de NVAO al in haar – positieve – oordeel bij de instellingstoetsing van de kwaliteitsborging binnen de UvA. “De commissie adviseert om bij de afwegingen om al dan niet te komen tot verregaande samenwerking de (integratie van de) kwaliteitszorg een prominente plaats te geven.” Daar speelt natuurlijk mee, dat juist op het punt van kwaliteitszorg de VU recent zwaar onder vuur kwam te liggen. Blijkens de nieuwste NVAO-beoordeling echter  “mogen we als UvA met recht trots zijn,” in de woorden van rector Dymph van den Boom.

De NVAO-deskundigen geven daarmee aan, dat zij bij de plannen om naast het university college en ACTA nog veel meer fusies en dergelijke in Amsterdam door te voeren de samenhang bij de borging van de kwaliteit van het WO-aanbod een cruciale factor vinden. Ook daar zal integratie “een prominente plaats” moeten gaan krijgen, wil dat goed aflopen.

Dat oordeel en advies bevat een pikante finesse in personele zin. Lid van de beoordelende commissie was de oud-rector van de Universiteit van Tilburg, Frank van der Duyn Schouten, en hij trad deels als voorzitter van de beoordelaars op. Snel daarna kreeg hij onverwacht een nieuwe baan. Hij volgde de plotseling afgetreden VU-rector Lex Bouter op en moet nu met de UvA-collega’s de perikelen van die “al dan niet verregaande samenwerking” zien te overwinnen. De NVAO meldt om elk misverstand te voorkomen dan ook dat “het conceptrapport [over de UvA-beoordeling]  was gereed voor hij benoemd werd tot rector magnificus bij de Vrije Universiteit Amsterdam.”

Vergaande impact

Dit geeft wel aan dat de bestuurlijke perikelen bij de VU vergaande impact hebben op de perspectieven van de samenwerking en ‘bijna fusie’ met de UvA. De gaten die geslagen waren in het bestuur van de VU maken de ontwikkelingen in de komende periode onzekerder. De zeer recente benoeming van Wouter Bos als nieuwe chef van het academisch ziekenhuis is daar nog eens een extra factor bij. Immers, de voorzitter van het College van Bestuur VU is met de voorzitter Raad van Bestuur VUmc gezamenlijk voorzitter van het bestuur van de Stichting VU-VUmc, de juridische drager van de instellingen. Tegelijkertijd moet Wouter Bos in zijn nieuwe rol de mega-fusie van de twee Amsterdamse universitaire ziekenhuizen tot stand brengen.

En er is nog meer in aantocht. Binnenkort moet VU-collegevoorzitter René Smit worden opgevolgd en UvA-voorzitter Louise Gunning zei daarover eerder al het een erg prettig idee te vinden om mee te kunnen beslissen wie zijn opvolger wordt: “Ik moet namelijk met die persoon intensief samenwerken, dit is eveneens het geval bij de benoeming van de decanen.” Ongetwijfeld zal ook Wouter Bos om die reden zijn visie op zo’n benoeming willen geven.

Daarbij komt dat deze opvolging een soort ‘ex-ante-benoeming’ inhoudt. De VU en UvA wachten niet tot zij de voorgenomen plannen en reorganisaties hebben beklonken om daarna daar de juiste mensen bij te vinden. Dat maakt de nu net bekend geworden profielschets van de nieuwe collegevoorzitter extra interessant.

Verdere bundeling

Daarin staat als richting van het beleid, dat VU en UvA inderdaad nog veel verder willen gaan. “De VU en de UvA gaan hun samenwerking intensiveren in de Amsterdam Academic Alliance (AAA). UvA en VU streven ernaar dat verdere bundeling van krachten leidt tot een sterkere positie in de (inter)nationale onderzoekswereld en een kwaliteitsimpuls geeft aan onderwijs en onderzoek bij beide universiteiten. De samenwerking kan per vakgebied uiteenlopende vormen aannemen en in een verschillend tempo verlopen.” En er komt nog meer. “Ook de mogelijkheden om te komen tot gezamenlijke graduate schools en een gezamenlijke programmering van onderzoek op terreinen waarop de universiteiten elkaar kunnen aanvullen en versterken worden onderzocht.”

De nieuwe voorzitter moet dit realiseren, er is weinig of geen ruimte voor ontwikkelingen met een andere oriëntatie, zo laat de profielschets expressis verbis weten. “Specifiek wordt van de voorzitter ook verwacht dat deze sturing geeft aan de uitwerking van de samenwerking tussen VU en UvA en de vorming van de AAA. In 2014 zal de VU ook een nieuw Instellingsplan opstellen, waarin de koers voor de jaren tot 2020 wordt vastgelegd. Deze koers bouwt voort op de huidige strategie maar plaatst deze in de verwachte maatschappelijke context.” Om er verder geen misverstand over te laten ontstaan staat er zelfs: “De ingezette veranderopgave van de VU dient te worden voortgezet.”

Daadkracht en implementatiekracht

De vele zorgen en kritische tonen over juist deze “veranderopgave” en de zeer kritische analyse van de kwaliteitsborging – die tot opschorting van de instellingstoets moest leiden en het vertrek van rector Bouter – maken het doorzetten daarvan daar een nieuw CvB een ongekend zware taak. Bijna achteloos meldt de profielschets: “Daarbij dient de organisatie te worden meegenomen en – op grote lijnen – in te stemmen met de ingezette koers en de bijhorende uitwerking.”

De VU zoekt daarom iemand van een andere aard dan René Smit. “Een bestuurder met senioriteit en ruime ervaring in organisaties waarin professionals werken en die voorts een hoge complexiteit kent [sic].” Bovendien moet het iemand zijn met “aantoonbare en relevante ervaring en affiniteit met de wetenschap en de academische omgeving, doordat hij of zij zijn of haar werkkring in een universiteit of aan een universiteit gelieerde instantie in het primair proces heeft of heeft gehad.”

Tegelijkertijd hoeft opvallend genoeg ook weer niet een echte wetenschapper te zijn, want “een zware wetenschappelijke statuur (een (gewezen) hoogleraar of een persoon die professorabel is) kan een voordeel zijn maar is geen vereiste.” Als deze maar “typisch beschikt over daadkracht en implementatiekracht.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK