UU winnaar bij Veni’s
De Veni-financiering voor jong onderzoektalent bedraagt maximaal €250.000 per beurs en is beschikbaar voor wetenschappers die in de afgelopen drie jaar zijn gepromoveerd. Wetenschappers doen met het geld onderzoek naar een breed scala aan onderwerpen, variërend van kwetsbaarheid voor stress in de hersenen, tot (Europese) grenzen aan sociale solidariteit en het gebruik van plasma om vliegtuigen aerodynamischer te maken.
Actuele vraagstukken
In totaal hebben alle Nederlandse universiteiten beurzen toegekend gekregen. Grote winnaar bij de Veni’s is de Universiteit Utrecht dat samen met het UMCU 24 beurzen ontvangt. Ook UvA/AMC (19) en de VU (13) scoren goed. Er is ook één beurs die wordt gebruikt voor een onderzoek aan een buitenlandse universiteit. Dr Dr. Michal Szostak gaat in Manchester onderzoek doen naar koolstofconstructies.
De Veni’s van 2013 vertegenwoordigen veel verschillende wetenschappelijke disciplines. Een groot deel van de onderzoeken sluit direct aan bij actuele maatschappelijke vraagstukken. Zo onderzoeken Veni’s hoe overstromingsrisico’s eerlijk en efficiënt verdeeld kunnen worden, hoe infectiebronnen van schadelijke botnets achterhaald kunnen worden en hoe diagnose en behandeling van verminderde vruchtbaarheid verbeterd kunnen worden.
Wetenschappelijke carrière
De Veni-subsidies zijn onderdeel van de Vernieuwingsimpuls van NWO. Op deze manier stimuleert NWO nieuwsgierigheidsgedreven en vernieuwend onderzoek. Veni biedt onderzoekers een eerste opstap in hun wetenschappelijke carrière. Zij gebruiken het geld hoofdzakelijk als salaris tijdens de onderzoeksperiode van drie jaar en schaffen specifieke apparatuur aan als dat nodig is.
Uit recent onderzoek van het Centraal Planbureau blijkt dat de Veni-subsidie voor jonge wetenschappers succesvol kan zijn voor hun verdere academische carrière. Zij zullen bijvoorbeeld tijdens hun verdere loopbaan eerder aanspraak kunnen maken op een onderzoeksgelden. Daar staat tegenover dat deze jonge onderzoekers niet vaker een vast contract krijgen en ook geen hoger loon krijgen in de academische wereld.
