HBO-fraude lessen voor MBO

Nieuws | de redactie
28 augustus 2013 | In het MBO is de Inspectie gestuit op niet zo koosjere cursussen. Zit dat alleen daar? Hoe pak je dit aan? Kenners van onderwijsbeleid zeiden al direct: “Dat lijkt die ‘hbo-fraude’ wel!” Ook in de Tweede Kamer is men alert om de juiste lessen uit de aanpak destijds niet te vergeten. Want niet alles liep goed.

In het regeerakkoord werd met een pennenstreek de zogeheten WVA afgeschaft. Bij de nadere uitwerking daarvan meldde minister Bussemaker dat deze fiscale regeling voor leerwerkplekken “onbeheersbaar” was geworden, “omdat de uitgaven van  €200 naar  €400 miljoen gestegen zijn de afgelopen 5 jaar, onder andere door oneigenlijk gebruik.”

Voor het kabinet bleef wel “het belang van een financiële prikkel voor bedrijven die leerwerkplekken aanbieden als een paal boven water staan. Daarom wordt de afdrachtvermindering onderwijs nu vervangen door een gerichte subsidieregeling, waarmee ook de route voor oneigenlijk gebruik wordt dichtgeschroeid.” Dit gaat in per 1 januari a.s.

Actief verkopen

De inspectie heeft nu aangegeven dat verschillende ROC’s van zo’n route gebruik lijken te hebben gemaakt. Maar ook al uit een rapport van 2012 dat was opgesteld door Regioplan, was gebleken dat de regeling ondoorzichtig was en er oneigenlijk gebruik van gemaakt werd. Voor de belastingdienst bleek het lastig te bepalen of de werkplek voor studenten of promovendi daadwerkelijk de gewenste kwaliteit heeft om een bijdrage te leveren aan de onderwijsdoelstellingen.

OCW stelde daarbij vast dat er sprake was van een “wildgroei van gebruik van de regeling.” Minister Bussemaker wees er op dat “adviesbureaus de AV onderwijs actief ‘verkopen’. Daarbij gaat het volgens de onderzoekers vooral om financieel gewin en niet om de onderwijskundige inhoud van trajecten.”

Toen in de media bericht werd, dat op deze manier onder meer Poolse uitzendkrachten in de kassen onder meer tot ‘assistenten plantenkunde’ werden omgeschoold, ging bij verschillende mensen een belletje rinkelen. Deze werkwijze herinnert sterk aan activiteiten die in 2001-2003 in het nieuws kwamen en tot een parlementair onderzoek leidden onder de vlag van de ‘hbo-fraude’. Ook toen was sprake van buitenlandse studenten of deelnemers waarvan een feitelijk beperkt cursusaanbod als opleidingen ter bekostiging werden gebracht. Een veel genoemde opzet was die van de ‘Vlaamse carrousel’.

Op hun qui vive

“Ja, ik moest hier ook meteen aan denken,” zegt PvdA’er Mariëtte Hamer, die destijds als woordvoerder hoger onderwijs vanuit de Kamer het kabinet-Kok en het HBO-veld hierover scherp bevroeg. Dat levert direct een reden tot extra alertheid, en ook wel zorg, omdat destijds bleek dat het ministerie van OCW en minister Hermans gedurig achter de feiten aan liepen en slechts beperkt zicht hadden op de verschillende gestalten waarin oneigenlijk gebruik van de HO-bekostiging op kon duiken. Hamer benadrukt, dat zij er vanuit gaat dat het departement nu veel meer op haar qui vive zal zijn.

Dat is voor de MBO-sector zeker te hopen. Destijds waaierde het onderzoek van de zogeheten ‘Commissie Schutte’ naar de situatie in het HBO zo zeer uit, dat OCW de greep op de gang van zaken verloor. Het onderzoek ging ook zeer lang duren en betrok zelfs situaties bij verschillende universiteiten erbij die met de hbo-perikelen niets van doen hadden gehad.

Particulier aanbod

Een belangrijke les uit de aanpak van de ‘hbo-fraude’ was, dat het onderzoek doelgericht moest zijn, om een soort versnippering van de aandacht te vermijden en de kern van de problematiek scherp in beeld te krijgen. Zo valt in de actuele MBO-situatie direct op, dat het veelal de ‘particuliere tak’ van betrokken ROC’s genoemd wordt als mogelijke oorzaak van de problemen. Dat hoeft niet te verwonderen, omdat net als bij de hogescholen veel ROC’s voor hun commercieel te financieren (deeltijd)aanbod eigen organisaties op afstand hebben geplaatst.

Een van hen, de Global Academy in Twente, reageert daar verontwaardigd op en meldt dat er van de kant van de inspectie “bij twee van onze vele opleidingen tekortkomingen [zijn] geconstateerd. Deze betroffen de kwaliteit van onderwijs en examinering.”  Van gesjoemel is echter geen sprake, meldt men. Er is wel een ‘herstelperiode’ ingelast en “de onderwijsinspectie zal aan het eind van het hersteljaar middels een onderzoek vaststellen of de twee opleidingen weer voldoen aan de gestelde eisen en richtlijnen.”

Hermans, Nijs, Rutte

Een even wezenlijke les uit de ‘hbo-fraude’ was het belang van een heldere opzet en rol van de minister van OCW bij de aanpak van de geconstateerde problemen of feilen. Doordat minister Hermans overvallen leek te zijn door de gerezen perikelen en staatssecretaris Nijs – die hem op de HO-portefeuille opvolgde in 2002 – weinig bestuurlijke kracht wist te ontwikkelen, gingen het onderzoek en het functioneren van de commissie Schutte een eigen leven leiden. 

Daardoor bleef de zaak nog lang op de agenda en soms ook pijnlijk van aard. Zelfs staatssecretaris Rutte van OCW moest na de periode-Nijs nog allerlei moeizame bestuurlijke en financiële uitvloeisels daarvan zien op te ruimen. Tot in 2008 was de Raad van State aan de beurt, waarbij onder meer een groot deel van de boete die de HAN was opgelegd geschrapt werd.

De Raad wees een bedrag van € 1,9 miljoen, dat OCW op basis van de commissie-Schutte bij de hogeschool meende te moeten terugeisen voor de jaren 1999-2002, van de hand. Het ministerie werd bovendien veroordeeld tot het betalen van de proceskosten en vergoeding van het griffierecht aan de HAN.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK