En woorden, en daden

Nieuws | de redactie
5 september 2013 | Pieter Duisenberg (VVD) zoekt “magneten voor jong talent” waar dat het wat minder logisch lijkt. ‘Op Zuid’ in de grootste probleemwijk van ons land ziet hij hoe de Hogeschool Rotterdam met bedrijven, scholen, studenten en ‘de buurt’ havensteedse daadkracht praktiseert. “Het is win-win.”

“Op de eerste schooldag en de eerste dag na het reces zijn Jesse Klaver, Mohammed Mohandis en ik op werkbezoek geweest bij het project Children’s Zone  op Rotterdam Zuid, zoals ze dat daar zeggen. Dit project is onderdeel van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid en wordt in een samenwerking tussen een aantal basisscholen en middelbare scholen gerealiseerd. Hun missie leggen de mensen ‘op Zuid’ zelf zo uit: “het scheppen van een ontwikkelcontext voor kinderen, met ervaringen die ertoe doen.” 

Eén kind voor het eerst   

De problematiek in Rotterdam Zuid is u waarschijnlijk wel bekend. Een paar indrukken die wij kregen kunnen de cijfers illustreren. Bij veel van de scholen hier is per jaar een verloop van leerlingen van derde van de populatie. Van één basisschool werd gemeld, dat in 2012 voor het eerst sinds negen jaar een leerling alle klassen van begin tot eind van de schoolloopbaan had doorlopen. 

Het percentages VWO leerlingen in de betreffende zeven wijken is 12%, landelijk is hun aandeel 22%. Het percentage LWOO is 7%, landelijk 3%. Dat uit zich ook in de generieke CITO scores van de scholen en leerlingen op zuid. Deze liggen hierop 528, in heel Rotterdam is dit 531. Nationaal komen we op 535. 

We werden ter plekke ontvangen door wethouder Hugo de Jonge, Jacqueline Vermaat van de gemeente Rotterdam, Cor van Pelt, de bevlogen directeur van de basisschool De Sleutel en Martine Visser, een al even bevlogen rector van het Calvijn en voorzitter van de Onderwijstafel Rotterdam. De Hogeschool Rotterdam was vertegenwoordigd door Nienke Fabries van het Centre of Expertise Maatschappelijke Innovatie. 

Britse visie, HBO-ervaring 

Deze hogeschool heeft hier een bijzondere rol, want zij heeft haar Centre of Expertise Maatschappelijke Innovatie hiervoor gericht en doelbewust opgezet. Mijn interesse voor dit project was zo eerder opgewekt, bij een eerder werkbezoek aan de Hogeschool Rotterdam.

Dat werd vervolgens verbonden met elkaar door een artikel dat voor mij een ‘’eyeopener’’ was. Ik las het in verband met de discussies over het leenstelsel en de toegankelijkheid van het hoger onderwijs. 

Dit artikel is in juli 2012 geschreven in de THES, door Sir Martin Harris, die terugkijkt op zijn 8 jaar als director van het Britse Office for Fair Access, zeg maar het toegankelijkheidsbureau van de regering. In het artikel schrijft hij over zin werk en de “initial press interest, based on the misapprehension that funding at 18-plus was the key factor in determining whether young people went into higher education.” Vervolgens ervoer hij dat “unsurprisingly, when widening participation continued to thrive and when research by Offa showed that even large variations in bursaries had no impact on applications, interest in Offa’s contribution to widening participation fairly soon waned.” 

Dit vormde de verbinding tussen die Britse ervaringen en analyse en het inspirerende project in Rotterdam met medewerking van de Hogeschool: “I firmly believe that the problem will not be solved primarily at 18-plus, but only through coordination and collaboration across all education sectors to raise aspiration and attainment.

Universities have a crucial role to play in this through the outreach work they do in schools and communities, specifically that which targets students early in their school careers and offers them sustained support and advice in the form of mentoring, masterclasses, summerschools and the like.” 

“However, universities and colleges are not the only players in this. Schools must play the primary role in ensuring that their students receive an appropriate, well-taught curriculum, independent advice, pastoral support and encouragement from early on, so that when they reach 18 they have the qualifications and the motivation.” 

De leukste baan op deze planeet 

Hier komen voor mij direct Rotterdam en de mensen en scholen ‘op Zuid’ in beeld. Alle ingredienten waar Harris over spreekt zijn aanwezig. De scholen werken samen om de kinderen een basis te geven en hun interesses te verbreden en talenten te laten ontdekken en ontplooien. “Overtref jezelf” heet dat in goed Rotterdams. 

De Hogeschool levert vanuit haar Centre of Expertise een hele range van mensen: studenten PABO, pedagogiek, logopedie en maatschappelijk werk om leerlingen te coachen of mentoren. Het is win-win. De leerlingen hebben hier baat bij, maar die studenten ook. Het werk dat de studenten doen is onderdeel van het curriculum van hun verschillende opleidingen. 

Ze leren veel van de Children’s Zone, een context vol van aspecten die in hun beroepspraktijk er toe zullen doen, als sociale vragen, zorg, onderwijs en woonaspecten.  De studenten moeten als zelfstandige professionals te werk gaan, dat wordt verwacht. Eén van de studenten noemt het werk “de leukste baan op deze planeet.” 

Teach First op Zuid? 

De ambitie van de Hogeschool is groot. In de komende paar jaar willen ze naar 2000 studenten per jaar die een 1 op 1 mentorrelatie hebben met leerlingen op Zuid. Wat mij duidelijk werd gemaakt is dat dit geen ‘quick fix’ is, maar een gebalanceerde aanpak met vele aspecten die tegelijk en goed moeten vallen. De Rotterdam marathon is hier niets bij. Je moet dit langdurig inzetten, het project heeft een horizon van 20 jaar. 

De discussie van mijn kamercollega’s met de mensen en de studenten in dit project en Centre of Expertise leidde tot interessante vervolgvragen: hoe krijg je goede teams op de scholen, die deze specifieke uitdagingen aankunnen? Wat is er nodig (en wat niet meer) om een traject van zwakke naar goede school door te gaan? Zouden deze scholen niet een magneet moeten zijn voor jong talent? 

Ik dacht meten: ‘is dit niet echt iets voor Eerst de Klas?’ Zoiets kun je doen naar analogie van hoe men met Teach First in het UK jonge, zeer hoog opgeleide en gemotiveerde docenten bewust in wijken als op Zuid inzet. Het is inspirerend te zien hoe hier vanuit alle hoeken en hoger onderwijs disciplines eendrachtig wordt gewerkt aan zo’n Children’s Zone. Ik zal dit als Kamerlid aandachtig blijven volgen en ben het eens met Sir Martin Harris: discussies over toegankelijkheid zouden hier over moeten gaan.” 

Pieter Duisenberg is HO-woordvoerder in de Tweede Kamer voor de VVD en was een van de ‘nieuwkomers’ van de ScienceGuide Tip 5 2013 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK