Gevaarlijke leningen slaan gaten in HO

Nieuws | de redactie
11 september 2013 | Door derivaten à €1,3 miljard bij MBO, HBO en WO staan instellingen voor bijna €300 mln in het rood. Zelfs bij verboden ‘open posities’ wil OCW bestuurders geen sancties opleggen, omdat “mijn beeld is dat de instellingen niet vanuit speculatieve overwegingen” daarvoor kozen.

De uitvoerige analyse van Kamerlid Pieter Omtzigt van de risico’s en feitelijke situaties rond de derivaten in allerlei (semi)publieke instellingen laat zien, dat zij de overheid en de gemeenschap een schadepost opgeleverd hebben van miljarden euro’s. Semi-publieke instellingen speculeerden als waren zij een bank en begaven zich ver buiten hun kerntaak.

“Bij juist gebruik van derivaten kunnen risico’s beheerst worden. Bij slecht gebruik kun je tientallen, honderden miljoenen of miljarden verlies lijden,” rapporteert Omtzigt. “Dat is ook gebeurd de afgelopen jaren. Doordat de overheid daarbij vaak garant staat of bij moet springen, is het uiteindelijk de belastingbetaler die ervoor opdraait. Bij Vestia was bijvoorbeeld sprake van een direct verlies van 2,1 miljard euro.”

Verboden en toch geen straf

De kennissector blijkt hier evenmin brandschoon. Omtzigt stelt vast dat “in het onderwijs 6 instellingen contracten met margin calls [blijken] te hebben en 6 instellingen hebben open posities. Zij hebben dus derivaten afgesloten op toekomstige plannen die later of niet gerealiseerd worden.”

Daar lijken zij mee weg te komen, tot verbazing van de ScienceGuide-columnist en financieel specialist in de Kamer voor de CDA-fractie. “Opmerkelijk is dat open derivatenposities dus verboden zijn, maar er lijkt geen enkele straf op te staan voor de instellingen of de bestuurders van instellingen die toch open posities hebben.” Minister Bussemaker heeft hem hierover naar aanleiding van Kamervragen gemeld: “Ik ben niet voornemens om onderwijsinstellingen of verantwoordelijke bestuurders sancties op te leggen omdat ze een open positie hebben of hebben gehad.”

De minister gaf in december 2012 aan hoe zij dit ziet. “Zoals ook in de antwoordbrief van het ministerie van Financiën (Kamerstuk 33 489, nr. 1) staat en in mijn aanbiedingsbrief op het rapport van de Inspectie van het Onderwijs is opgenomen (Kamerstuk 31 524, nr. 158), kunnen derivaten een nuttig instrument zijn om renterisico’s af te dekken, zolang er geen open posities worden ingenomen. De risico’s van derivaten zijn echter sterk afhankelijk van de manier waarop derivaten worden ingezet.”

“Als derivaten enkel en alleen worden ingezet voor het afdekken van renterisico’s zijn de risico’s van derivaten substantieel minder groot dan wanneer de derivaten worden ingezet voor speculatieve doeleinden. Bovendien is er in het regeerakkoord Rutte II een passage opgenomen, waarin het speculeren met derivaten wordt verboden. Omdat derivaten een nuttig instrument kunnen zijn om renterisico’s af te dekken, ben ik niet van plan derivaten te verbieden maar ik vind additionele regels wel wenselijk.”

Uitstel of afstel

Omtzigt vroeg daarop met zijn collega onderwijswoordvoerder Rog naar “welke sancties neemt u tegen onderwijsinstellingen en de verantwoordelijke bestuurders die open posities hebben of hebben gehad, met het oog op het speculatief risico dat zij namen?” De minister gaf toen aan dat zij dat “niet voornemens” was.

“De reden hiervoor is dat mijn beeld is dat de instellingen niet vanuit speculatieve overwegingen voor deze open positie hebben gekozen, maar dat de open positie is ontstaan door uitstel of afstel van een bouwproject, het vervroegd aflossen van een lening of een langere looptijd van het derivaat dan de onderliggende lening. Door voorlichting, de tekstpassage in het regeerakkoord waarin speculatie met derivaten wordt verboden en het aanscherpen van de regelgeving waarin open posities (ook) expliciet worden verboden, verwacht ik dat dergelijke situaties in de toekomst niet meer plaats zullen vinden.”

Kennis is beperkt

Wie de verliezen moet nemen die hieruit ontstaan, is voor OCW geen vraag. Ook is het geen vraag dat universiteiten en hogescholen hierdoor zelfs “in liquiditeitsproblemen” kunnen komen. “De verliezen die hierdoor ontstaan in de vorm van rentekosten waaraan geen lening ten grondslag ligt, zijn als vanzelfsprekend voor de instelling zelf. De instelling is tenslotte het derivaat aangegaan.”

“Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt is het vaak niet opportuun om het betreffende derivaat per direct af te wikkelen, omdat dan het verlies ineens moet worden genomen en de instelling dan in liquiditeitsproblemen kan komen. De betreffende instelling is zelf verantwoordelijk om de kosten op een verantwoorde wijze binnen hun financiële bedrijfsvoering op te nemen.”

De inspectie rapporteerde dat in het onderwijs met weinig kennis van zaken wordt geopereerd op dit kostbare terrein. “De kennis van derivaten is bij veel instellingen beperkt. Er worden wel adviseurs ingehuurd maar men kan hun adviezen vaak niet zelf verifiëren. Derivaten kunnen risico’s met zich meebrengen die bij het afsluiten vaak verborgen blijven vanwege de beperkte kennis bij de instelling.”

Gaten bij VU en Limburg

Bij de onderzochte instellingen blijkt de nominale waarde van de derivaten €1,307 miljard te zijn en die blijken een netto waarde te hebben van €290 miljoen negatief. Maar dat is nog niet alles, constateert Omtzigt. “Het overzichtsrapport [vanuit OCW] gaat alleen over het MBO, HBO en WO. Bekend is dat ook elders in het onderwijs derivaten en risicovolle producten zijn gebruikt. De Stichting Vermogensbeheer Schoolbesturen Limburg belegt jarenlang tientallen miljoenen van basisscholen in onder andere derivaten. De stichting beschikt niet over een vergunning van een financiële instelling en is uiteindelijk in 2012 opgedoekt. Jaren daarvoor was al duidelijk dat zij volstrekt niet aan de regels voldeed.”

Van één instelling zijn de gegevens zo zorgelijk, dat Omtzigt deze casus specifiek uitlicht. Het betreft de Vrije Universiteit en haar “grote, langdurige, open positie. De Vrije Universiteit ontwikkelt in het begin van deze eeuw ambitieuze nieuwbouwplannen en daarop vooruitlopend sluit ze tussen 2005 en 2008 een serie renteswaps af. Daarmee verplicht zij zich jaarlijks vast ongeveer 5% rente te betalen minus de variabele rente.”

“In november 2012 staan er nog geen investeringen tegenover deze swaps en heeft de VU een open positie op nominaal €150 miljoen een derivatenpositie met een marktwaarde van €79,5 miljoen negatief. De waarde is zo negatief omdat de swaps tot 2035 lopen.”

“De VU deelt in een persbericht met de titel ‘Derivatenpositie voldoet aan de huidige wet-en regelgeving ‘ mee dat ‘Deze derivaten zijn onder de huidige wet-en regelgeving toegestaan.’ De onderwijsinspectie is echter duidelijk: ‘Open posities zijn strijdig met de regeling Beleggen en Belenen’.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK