Hoogvliegers nodig

Nieuws | de redactie
16 september 2013 | Tijdens de internationale conferentie over onderwijsexcellentie en honours programma’s Learning to Innovate van 010 Innovators in Rotterdam wordt het boek ‘Hoogvliegers nodig’ gepresenteerd. Ervaringen en visies vanuit HBO en WO zijn daarin gebundeld, speci?ek gericht op professionele excellentie.

De  auteurs onderbouwen de toegenomen aandacht voor dit aspect van het hoger onderwijs in een introductiehoofdstuk. De belangrijkste elementen daarvan leest u hieronder. Meer over de conferentie, inclusief de mogelijkheid tot aanmelding en deelname vindt u hier.

 

Meer willen en kunnen

In het hoger onderwijs in Nederland zijn de laatste jaren veel onderwijsprogramma’s ontwikkeld voor ‘hoogvliegers’, studenten die meer willen en meer kunnen dan het reguliere programma hun biedt. De universiteiten van Utrecht en Leiden zijn begin jaren ‘90 gestart met zo genoemde honours programma’s en andere universiteiten en hogescholen volgden met vergelijkbare programma’s.

Er is in het laatste decennium een veelheid aan honours programma’s ontstaan met een eigen karakter. Die programma’s zijn gericht op de kenmerken van excellente professionals in een beroepsdomein. Tal van onderwijsinstellingen werken aan de ontwikkeling van deze  honours programma’s, op verschillende manieren, maar vaak met groot succes.

Toch weten docenten van honours programma’s vaak niet hoe docenten van andere instellingen dit honours onderwijs verzorgen. Om deze reden hebben we in dit boek de ervaringen gebundeld van een aantal hogescholen en universiteiten met honours onderwijs, speci?ek gericht op professionele excellentie.

Tegelijk hebben we geprobeerd met achtergrondinformatie en resultaten van wetenschappelijk onderzoek, meer diepgang te geven aan het denken over honours onderwijs en de opgedane ervaringen toegankelijk te maken voor een grotere groep geïnteresseerden. Een grote groep docenten in honoursonderwijs is bereid geweest om als auteur een bijdrage te leveren aan dit boek. Dat heeft ook een diversiteit opgeleverd aan voorbeelden van allerlei aspecten van honours programma’s, die gericht zijn op ontwikkeling van professionele excellentie.

Waar het allemaal mee begon

In 1922 nam Frank Aydelotte, toenmalig rector van het Swarthmore College in Pennsylvania, VS, het initiatief om een speciaal, kleinschalig en veeleisend studietraject (wat hij het ‘honors program’ noemde) op te zetten voor de gemotiveerde studenten die meer aankonden dan het reguliere programma. Twee jaar later bleken de studenten buitengewoon goed te presteren. Dit was de start van de honours programma’s, dat navolging kreeg op andere universiteiten en colleges in de VS.

Met name Aydelottes boek Breaking the Academic Lockstep dat aan het einde van de Tweede Wereldoorlog verscheen, droeg bij aan de verspreiding van het gedachtengoed rondom honours. Tegenwoordig heeft zeker de helft van alle Amerikaanse hoger-onderwijsinstellingen een honours programma. Vooral voor publieke universiteiten is het honours aanbod belangrijk, omdat ze door het kleinschalige en hoogwaardige honours onderwijs aantrekkelijk zijn voor studenten en ook voor docenten.

Nieuwe opvattingen

Honours onderwijs in het hoger onderwijs dat gericht is op excellentie in de professie, kan studenten stimuleren zich extra te ontwikkelen in een vakdomein, meer oog te krijgen voor een interdisciplinaire benadering van problemen en vernieuwingen te initiëren en te realiseren. Enerzijds gaat het er dus om studenten die meer willen en kunnen de kans te geven hun talent optimaal te ontwikkelen.

Anderzijds gaat het erom te voldoen aan de maatschappelijke behoefte aan excellente professionals, die in staat zijn complexe maatschappelijke problemen aan te pakken vanuit gedegen vakkennis, met een brede, multidisciplinaire aanpak, met competenties op het gebied van communicatie en ondernemen, met een creatieve en vasthoudende instelling.

Afgestudeerden uit dit onderwijs moeten in staat zijn in internationale teams te functioneren en zich wereldburger te voelen, en op termijn bij te dragen aan innovatie en duurzaamheid. Honours onderwijs kan aansluiten bij de wens om tot meer innovatie te komen in de economie en in de samenleving, waar vaak complexe problemen moeten worden opgelost. Uit onderzoek van de Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) blijkt dat hoge opleidingsniveaus en excellentie leiden tot economische winst.

In geen enkel ander land dat deelneemt aan de internationale vergelijking van Trends in International Mathematics and Science Study, is het verschil tussen de laagst en hoogst presterende leerlingen zo klein als in Nederland. Dit komt doordat in Nederland vrijwel alle leerlingen de basisniveaus beheersen en tegelijkertijd weinig leerlingen de hoogste niveaus beheersen. De gemiddelde en begaafde leerlingen lijken te weinig uitdaging te krijgen.

In Nederland stond lange tijd de studeerbaarheid en een hoog numeriek opleidingsrendement centraal (‘hoger onderwijs voor velen’). Het gevolg was dat onderwijsinstellingen niet echt richtten op de topstudenten. Het was ongebruikelijk om studenten die het programma gemakkelijk aankonden, extra uit te dagen om zich verder te onderscheiden; het onderwijssysteem was vooral gericht op aandacht voor de achterblijvende student, zodat iedereen de eindstreep zou halen. Het gevolg daarvan is dat het opleidingsniveau in Nederland ‘een hoogvlakte zonder pieken’ is.

Dit beeld wordt dus bevestigd door onderzoeken van de OECD, en van het Centraal Planbureau (Onderwijsinspectie, 2013), waaruit blijkt dat de best presterende studenten in Nederland zich in het onderwijs vaak onvoldoende voelen uitgedaagd en dat relatief weinig studenten op internationaal topniveau presteren. Uitblinken op school en in een studie was in Nederland vaak tamelijk ongewoon, waarbij de ‘zesjescultuur’ als kenmerkend genoemd werd.

De opvatting dat gelijke kansen voor iedereen ook betekent dat het uitstijgen boven het gemiddelde niveau ongewenst is, droeg bij aan de zesjescultuur en hield die ook in stand. Veranderingen in die cultuur vroeg om veranderingen in de onderwijsorganisatie en om een andere benadering van het onderwijs door docenten en studenten. 

Ontwerpprincipes

Bij het vormgeven van honours programma’s komt vaak de vraag naar voren in hoeverre ontwikkelen van talent en excelleren te leren zijn. Onzekerheid daarover leeft bij veel docenten, studenten, bestuurders en buitenstaanders. Ook de literatuur biedt daarover maar beperkte aanknopingspunten. De oorzaak daarvoor heeft te maken met drie factoren:

1] Het begrip professionele excellentie is in veel domeinen nog niet duidelijk genoeg gede?nieerd.

2] Het inzicht in ontwikkelingspaden van studenten in honours programma’s is (nog) maar beperkt.

3] Het ontbreekt onderwijsinstellingen aan praktische ontwerpaanwijzingen voor leeromgevingen waarin studenten zich kunnen ontwikkelen in de richting van excellentie in een professioneel domein.

Ten aanzien van deze drie factoren zijn wel enige aanknopingspunten te vinden in de literatuur, maar vaak ontbreekt de toetsing van die aanknopingspunten in de honours praktijk. Het model van Wolfensberger (2011) geeft een interessante basis voor het vormgeven van honoursprogramma’s gericht op professionele excellentie. Dit model beschrijft hoe een student tot uitmuntende prestaties kan komen door een samenspel van studentkenmerken, doceerstrategieën, onderwijsomgeving, kansen en sociaaleconomische omstandigheden.

In dit model worden naast kenmerken van de studenten drie invalshoeken (‘trunks’) beschreven, die in een leeromgeving de impulsen geven aan studenten om te excelleren, namelijk:

1] honours didactiek waarbij de docent in interactie de student uitdaagt om uit zijn comfortzone te komen;

2] bevlogen community’s waarvan studenten en docenten deel uitmaken;

3] een vorm van gebonden vrijheid in het onderwijsaanbod, zodat de studenten veel vrijheid hebben om zelf keuzes te maken, maar waarbij ook duidelijkheid is over de kaders van het honours programma waar zij aan deelnemen.

Geïnspireerd door dit model bestaat dit boek uit drie gedeelten. Het eerste gedeelte beschrijft de kenmerken van talent en het ontwikkelen van getalenteerde leerlingen naar excellente professionals (de hoofdstukken 2 tot en met 5). Het tweede gedeelte ‘zoomt in’ op de inrichting van de leeromgeving, honours teaching en talent coaching (de hoofdstukken 6 tot en met 9). Het derde gedeelte ‘zoomt’ weer uit naar de leer- en werkgemeenschap, de cultuur en de kwaliteitsborging van de honours programma’s. In het laatste hoofdstuk worden de inzichten van de eerdere hoofdstukken verwerkt tot een handelingskader voor honours docenten (de hoofdstukken 10 tot en met 13).’

Het boek ‘Hoogvliegers nodig van: Remco Coppoolse, Albert Pilot en Pierre van Eijl koopt u hier

Een indringend interview van ScienceGuide met John Zubizarreta, één van de toonaangevende Amerikaanse practitioners op dit terrein die ook op de conferentie een presentatie zal doen, leest u hier. “In the Netherlands honours education has risen to the top. I can think of no other country that is so dedicated to it. Here you also have the backing and support of governmental institutions. That’s very remarkable.” 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK