Niet in Top 10, toch blij

Nieuws | de redactie
9 september 2013 | Ron Bormans ziet bij de opening van het academisch jaar de zonzijde van de ScienceGuide Top 10, de beperking van Sander Dekker, de durf van rector Henk Schmidt en krijgt toch enige kriebels bij een bewogen burgemeester Aboutaleb.

2 september: excellentie in het onderwijs

Ik werk nu ruim 30 jaar. Met als aanloop vakantiebaantjes bij Alfa bier te Schinnen, DSM en een verpleeghuis met dementerende ouderen (beide in Geleen) en studentenbaantjes in de broodfabriek in Eindhoven en bij Asito in Nijmegen (5 dagen in de week schoonmaken), maakte ik in 1983 als werknemer mijn entree in de wereld van het Hoger Onderwijs. Ik ging als studentassistent aan de slag bij de Radbouduniversiteit Nijmegen (toen nog KUN). Vanaf dat moment praat ik mee over thema’s die tijdloos lijken te zijn.

Thema’s die met enige regelmaat op de agenda staan, maar daarmee niet opgelost lijken te worden. Het voelt daardoor alsof we met eeuwigdurende problematieken van doen hebben, terwijl het veeleer vraagstukken zijn die in elk tijdsgewricht om een eigen invulling en vooral balans vragen. Vaak komen ze in de vorm van dilemma’s: gaan we voor kwaliteit of rendement, gaan we voor toegankelijkheid of kwaliteit, moeten we ons richten op de top, het midden of de onderkant van het onderwijsgebouw, schenken we aandacht aan de leerling die moeite heeft met leren of de leerling die het gemakkelijk afgaat.

Al die dilemma’s laten in de loop der tijd een slingerbeweging zien. Komend uit een tijd dat aandacht voor de zwakkere leerling centraal staat, zijn we in een tijd terecht gekomen dat excellentie het buzz-woord geworden is. Die slingerbeweging zetten we steeds weer in gang door nadrukkelijk te kiezen in die dilemma’s. Terwijl ik in de afgelopen 30 jaar geleerd heb dat het niet een kwestie is van kiezen, maar van het vinden van de juiste balans.

6.45 – 7.15 uur: ontbijt met Volkskrant en I-pad 

Ik lees, zeker op de maandagochtend, altijd de krant van achter naar voren. Eerst de sport en dan het ‘echte’ nieuws. Eerst kijken hoe er over de Vuelta gesproken wordt en dan bezien hoe de wereld erbij ligt. Ik lees dat staatssecretaris Dekker talentvolle leerlingen meer wil uitdagen. In een ingezonden brief maakt hij duidelijk, geschrokken te zijn van hoe we in ons land omgaan met talentvolle leerlingen: ze worden niet uitgedaagd.

Hij legt de vinger op de zere plek: het onderwijs heeft voortdurend de neiging het gemiddelde (niet te verwarren met de middelmaat) op te zoeken en heeft het altijd moeilijk leerlingen/studenten individueel te benaderen, terwijl onze opdracht is elke leerling/student zo ver mogelijk te brengen. Inhoudelijk een prima verhaal.

En toch voel ik iets van weerstand opkomen. De kleur van zijn oproep is er niet op gericht de balans te zoeken, maar een keuze voor meer aandacht voor de top. Een top die het onderwijskundig misschien soms moeilijk heeft, maar die het uiteindelijk zal maken door de enigszins eenzijdige maatschappelijke appreciatie die we hebben voor het soort onderwijs dat zij uiteindelijk gaan volgen: hoog eindigend in de ‘white collar’ kolom van het onderwijs.

Ik maak me zorgen dat de onderwijsvormen die toch al wat minder aandacht krijgen dan nodig is, bijvoorbeeld het vmbo, door zijn oproep nog lager op onze agenda komen. Voor de zomer heb ik tijdens een Nijmeegs congres juist een beeld willen neerzetten, waarin excellentie gekoppeld wordt aan alle niveaus, aan elke leerstijl, aan elke student.

9.00 – 10.30: Opening schooljaar voor onze Ad’ers

Hogeschool Rotterdam heeft – als uitdrukking van ons Rotterdamse profiel – gekozen om vol te gaan voor de ontwikkeling van de zogeheten associate degrees. Een onderwijsvorm die met name voor mbo’ers een kans inhoudt om zichzelf net weer een stap verder te brengen dan hun mbo-diploma en voor werkgevers om functies vervuld te krijgen die een stap hoger liggen dan het mbo-niveau.

Het is in korte tijd een succesverhaal geworden. Was de instroom vorig jaar voor onze 8 opleidingen nog 200 studenten, nu staat de teller op ruim 600. Vandaag zal VVD-kamerlid Pieter Duisenberg de nieuwe studenten toespreken, als feestelijk startmoment. Hij kiest voor een trotse, maar ook wat strenge toon. Hij benadrukt het grote belang van de Ad’s, feliciteert de studenten met hun keuze en roept op tot hard werken.

Wij bobo’s krijgen altijd iets vaderlijks als we voor een groep studenten staan, ik zelf ook: doe je best, werk hard, het is jouw toekomst. De studenten luisteren beleefd en hebben een blik van nerveuze verwachting in hun ogen. Docenten lopen gretig rond, met een uitstraling van ‘kom op, we gaan beginnen’. Mijn rol in het geheel: aanwezig zijn en door mijn aanwezigheid laten zien dat ik het heel belangrijk vind.

11.00 – 15.00 uur: mailen, korte gesprekjes met collega’s, ‘dingen wegwerken’

Terug in mijn kamer heb ik een aantal uren die vaak ook typisch zijn voor mijn werk. Er staan afspraken gepland en mensen lopen binnen, waarbij we vraagstukken van allerlei aard bespreken: heel operationele budgettaire vraagstukken, we praten over benoemingen, regelingen zoals de OER, de laatste puntjes op de ‘i’ van de jaaropening, personele problemen, hoe de agenda in te richten van het overleg met de Raad van Toezicht en het overleg met instituutsdirecteuren.

Tussendoor ‘doe ik de post’, waaronder het nakijken van een aantal declaraties, brieven van OC&W en probeer ik een artikel af te schrijven waar ik in het weekend, met grote steun van een collega van de Vereniging van Hogescholen, aan gewerkt heb: “Het sociale leenstelsel: het echte verhaal.” Ik toon aan dat de claim van de politiek, dat het stelsel de toegankelijkheid niet aantast, niet te onderbouwen is met hun eigen rapporten.

Daarnaast presenteer ik een alternatief: schaf de basisbeurs af boven een bepaalde inkomenscategorie en laat de beurs intact voor de inkomensgroepen daaronder. Ik kleur mijn argumentatie Rotterdams, met een verwijzing naar het feit dat er relatief veel laagopgeleiden in deze stad wonen en het feit dat er meer en meer studenten uit de lagere inkomenscategorieën bij ons komen studeren. En die positieve trend moeten we vasthouden!

Tussen de bedrijven door kijk ik even naar ScienceGuide, wie er bij de top 10 van meest invloedrijke mensen in het hoger onderwijs zitten. In het wereldje wordt er verschillend over gedacht, deels afhankelijk van of je er bij staat of niet, maar iedereen is nieuwsgierig. Ik heb die eer een paar jaar gehad, maar ben verdwenen uit de ranglijst.

Staat er een nieuwe generatie van invloedrijke mensen op de deur te kloppen? Voor de vitaliteit van het hoger onderwijs is dat heel goed. Bij een enkele, op verwachting gebaseerde, toelichting moet ik even aan Obama denken: die kreeg de Nobelprijs voor de Vrede als verwachtingsvolle aanmoediging, maar had toen nog nergens vrede gesticht.

15.30 – 17.30 uur: opening van het Academische jaar van de EUR

Het is stralend weer en ik ga lopend naar mijn volgende ‘afspraak’. De Laurenskerk in Rotterdam, van zichzelf al prachtig, is heel mooi aangekleed voor de opening van het Academische jaar van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Met name de manier waarop met licht gewerkt wordt is indrukwekkend. Ons wordt een stijlvolle, iets te overladen plechtigheid voorgeschoteld, waarbij excellentie het ‘leitmotiv’ vormt.

De universiteit is terecht trots op haar 100-jarige historie. Het hoogtepunt van de bijeenkomst is in mijn ogen het optreden van rector Henk Schmidt, de bevlogen onderwijsman van de universiteit. De rector verbindt waarden met elkaar zoals ik het graag zie. De lat ligt hoog, we gaan voor de top, excellentie, maar doen dat niet door alleen die top te koesteren of door die uit te selecteren. Iedereen moet opgejaagd worden dat te doen. En bij onderwijsvernieuwing niet leunen op opvattingen, maar op feiten.

Hij laat twee overtuigende statistieken zien. Zijn beleid ‘nominaal = normaal’ heeft geleid tot een veel actievere studiehouding en het beleid is in het bijzonder succesvol bij mannen en allochtonen, daar waar de rendementsproblematiek zich bij ons in het bijzonder manifesteert. 

Meteen na afloop stuur ik een mail rond naar een aantal collega’s binnen de hogeschool: “Kom net van de opening van het Academische jaar van de EUR. Henk Schmidt presenteerde weer imposante cijfers wat er met hun rendement aan het gebeuren is. Met deze keer als toetje dat hun aanpak in het bijzonder werkt bij allochtonen en mannen. Ik vind toch dat we daar nog eens goed naar moeten kijken.”

19.00 – 22.30 uur: ‘Friend raising dinner’ van Erasmusuniversiteit

In de statige Burgerzaal van het stadhuis zijn vertegenwoordigers van Rotterdamse en landelijke maatschappelijke organisaties bijeen om stil te staan bij het feit dat de EUR de University College geopend heeft en om te proberen support voor dat idee te organiseren. Burgemeester Aboutaleb spreekt bewogen over het belang van een stevige verbinding tussen universiteit en stad, maar vooral over het belang iedereen, uit alle lagen van de bevolking een kans te geven.

Hij voert Obama op. Tijdens een reis in de VS had een zwarte man hem een foto laten zien van de kleine Obama (“met vies wit T-shirt”). Niets aan de foto leek te voorspellen dat dit jongetje ooit president zou worden. Onderwijs is de hefboom in zijn leven geweest. Ik was onder de indruk, maar in mijn hoofd ontwikkelde zich een contragedachte. Ik dacht terug aan het begin van de dag. De opening van het schooljaar van onze Ad’ers.

Heel veel van die kleine Obama’s met hun vieze witte T shirts overtreffen zichzelf niet via de top van de onderwijskolom, maar in feite via elke trede in die kolom, doordat ze net verder weten te reiken dan ze ‘voorbestemd’ zijn te doen. De community colleges in de VS en ons eigen beroepsonderwijs zijn voorbeelden daarvan. En Rotterdam zal laten zien dat onze school voor Ad’s die functie gaat vervullen.

Moeten we dan niet veel meer aandacht schenken aan die onderwijsvorm, daarvoor landelijke en plaatselijke hoogwaardigheidsbekleders bijeen brengen, daarover spreken in die mooie Burgerzaal? Ik corrigeer mezelf snel. Het gaat in die typische onderwijsdilemma’s niet om de juiste keuzes te maken, maar om de balans te vinden.

Mijn collega Marcel Wintels verwoordt het een paar dagen later in een tweet, waarmee hij reageert op de discussie zoals door Dekker geëntameerd, als volgt: “Smalle ‘excellentie’-discussie. Op élk niveau talenten van jongeren max aanboren en aanspreken, dát is wat mij betreft excellent onderwijs.”

Bormans vaste blog bij zijn Hogeschool Rotterdam is een aanrader en u vindt dit hier.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK