Dominee Diederik

Nieuws | de redactie
4 oktober 2013 | Diederik Stapel gaat preken in Amsterdam. Wat zou een bij hem, die stad en zijn spirituele Werdegang passend sermoen zijn? Hier een voorzet uit het Bijbelboek II Samuel, Hoofdstuk 12.

Beminde gelovigen,

De preek deze zondag komt van een leek en een zondaar. Omdat voor ieder mens geldt dat hij zowel leek als zondaar is, volgens de Bijbel, durf ik toch voor u te verschijnen en te spreken vanuit deze preekstoel.

De boodschap van deze zondag komt uit het tweede boek van Samuel, in het Oude Testament. De dramatische gebeurtenissen in de hoofdstukken 11 en 12 van dat boek uit het oude Israël zijn zo menselijk en aangrijpend, dat zij vandaag de dag nog steeds voorkomen. Sterker nog, Silvio Berlusconi maakte ze mee, beroemde filmsterren ook. En ik zelf ten diepste ook.

Van achter de schapen

Het Bijbelverhaal vertelt over Koning David, een charismatisch heerser die van een jonge held een guerrillastrijder werd en uiteindelijk zelf de door God gezonden koning van Israël was geworden. Hij was het die Jeruzalem tot hoofdstad maakte. God zei tot David via de profeet Nathan heel beeldend: “Ik heb u gehaald uit de weide van achter de schapen, om vorst te zijn over mijn volk, over Israël, ik ben met u geweest overal waar gij gegaan zijt.”

David wist dus waar hij stond. Onaantastbaar. Geliefd. Door God begunstigd. In een danklied dichtte de ook poëtisch begaafde herdersjongen die koning werd: “En nu, Heere God, doe het woord dat gij gesproken hebt aangaande uw knecht en uw huis. Voor altijd gestand, en doe zoals gij gesproken hebt. Dan zal uw naam groot zijn voor altijd.”

De vorst was een man van groot zelfvertrouwen en had duidelijk een hoge achting van zichzelf. Immers, zijn dichtwerk duidt erop, dat hij het God aanraadde om gunstig te blijven. Omwille van zijn eigen reputatie als Opperwezen. David was een succesverhaal en daar had hij alles voor over. Hem kwam ook alles toe, niets of iemand kon en mocht hem in de weg zitten. Zo begreep David die woorden van God door de profeet Nathan: “Ik ben met u geweest overal waar gij gegaan zijt.”

Kwaad in de ogen des Heren

En zo, beminde gelovigen, werd de koning van Israël, de prachtige psalmdichter, de overwinnaar van de reus Goliath, de geliefde en bewonderde heerser een Silvio Berlusconi en Diederik Stapel.

Hij kon alles en mocht alles. David viel voor de vrouw van één van zijn generaals, een huurling uit het Rijk van de Hettieten. Toen deze Bathseba zwanger bleek, liet de koning de data van zijn handelen aanpassen en wegmoffelen. Wie zou hem wat kunnen maken? Hij zorgde ervoor dat zijn allochtone Generaal sneuvelde bij het beleg van de stad Rabba in het land van Ammonieten. Na de rouwperiode nam David de weduwe in huis en het tweede boek van Samuel zegt het zo: “Zij werd hem tot vrouw en baarde hem een zoon. Maar de zaak, die David gedaan had, was kwaad in de ogen des Heren.”

God handelde. En hoe. Hij stuurde de profeet Nathan naar de koning voor een confrontatie. Nathan vertelde David over een rijk man, iemand die alles had, eer, roem, charisma en “zeer veel schapen en runderen.” En over een arm mens, een man met “Eén klein ooilam”, voor een diner met gasten liet de rijkaard dat schaapje slachten. Koning David reageerde zoals een krachtdadig en rechtvaardig vorst betaamd.

“Zo waar de Heere leeft: de man die dit gedaan heeft is een kind des doods,” zei David tegen Nathan. Die zei hem toen: “Gij zijt die man.” Daarop citeerde Nathan dat God hem voor David had meegegeven. “Ik heb u gegeven het Huis van Israël en Juda  – en dien dat te weinig geweest was  dan had ik nog wel meer gegeven. Waarom hebt Gij het woord des Heren veracht, en gedaan wat kwaad is in zijn ogen?”

In het volle licht

Nathan boodschap was glashelder. Hubris is een vorm van verachting van God. Een medewerker, ook een buitenlandse collega, manipuleren en bedonderen is “kwaad in zijn ogen”. Een ander slachtofferen voor je eigen gewin en bevrediging is “kwaad in zijn ogen.” Nathan voorspelde daarop aan David wat hen te wachten stond. “Nu dan, het zwaard zal van uw huis nimmermeer wijken, omdat gij mij hebt veracht.” En de profeet voegde daar in magistraal proza aan toe: “Want gij hebt het wel in het verborgen gedaan, maar ik zal het doen in tegenwoordigheid van heel Israël en in het volle licht.”

Gemeente,

De Bijbel vertelt ons hoe David berouw toonde en diepe rouw verkeerde toen hem duidelijk werd dat het zoontje dat Bathseba hem schonk ging sterven. Silvio, noch ik hebben kunnen opbrengen wat David opbracht, althans tot nu toe. Als ik dus tot u preek, moet u zich daar bewust van zijn en daarom is het goed als een ieder van u zijn Oude Testament weer eens ter hand neemt. En geniet van de grootse taal en boodschap die daar steeds weer in te vinden is.

Met koning David en zijn koningin Bathseba liep het goed af. Zij schonk hem een tweede zoon, Salomo. Nathan kwam nogmaals tot David en zei dat God dit kind lief had. En hem als naam meegaf ‘Jedidja’, dat betekent “Om des Heren wil.” Salomon werd de meest wijze vorst, kunstminnaar en bouwmeester van het oude Israël.

Wenend in het bovenvertrek

Maar het zwaard week niet van David zoals Nathan had geprofeteerd. Zijn zoon Absalom, het charismatische evenbeeld van zijn vader, kwam in opstand en leidde een grote rebellie. U kent het verhaal van zijn einde. Op de vlucht voor de troepen van zijn vader raakte hij met zijn prachtige krullenbos haar verstrikt in de takken van een boom.

En zo vonden de soldaten hem, en hakte hem in mootjes. Zijn vader werd dat als triomf verteld, maar zoals de Bijbel schrijft: “Hij ging naar het bovenvertrek van de poort en weende. En terwijl hij heen en weer liep sprak hij: ‘Mijn zoon Absalom, mijn zoon, mijn zoon Absalom! Och, dat ik in uw plaats gestorven ware, Absalom mijn zoon, mijn zoon!’ ”

Steelsgewijs als schaamvolle lafaards

En de soldaten begrepen hun koning, ze vierden hun overwinning maar liever niet te luid. Het verhaal vertelt: “Daarom kwam het volk tot die dag steelsgewijs de stad binnen, zoals krijgsvolk doet, dat zich schaamt als het gevlucht is uit de strijd.”

Het eenvoudige krijgsvolk van Israël was dus wijzer dan een Tilburgse geleerde. Is dat eigenlijk niet de les uit deze preek? Zij hadden ontzag voor zowel het verdriet voor hun gestrafte koning, als voor de wijsheid voor de normen van Nathan. Daar kunnen de wetenschappers van de eenentwintigste eeuw en staatslieden in en buiten Italië nog veel van leren.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK