Fusies in MBO op komst?

Nieuws | de redactie
1 oktober 2013 | Het MBO-aanbod wordt fundamenteel herijkt. Minister Bussemaker wil het “kwalitatief beter en uitdagender” maken en af van “grote opleidingen die zich kenmerken door een groot aandeel schoolverlaters zonder werk.” Het vervolg op de Amarantis-perikelen zet zij nu scherp aan.

De minister schrijft de Kamer, dat zij nadrukkelijk wil vasthouden aan stevige ROC’s met een breed opleidingenaanbod. Daarbinnen kunnen zij met meerdere partners in en buiten het MBO tot eigen invullingen komen van accenten als ‘klein binnen groot’ en de ontwikkeling van vakcolleges.

Zij waarschuwt met enige nadruk voor bestuurlijke naïeviteit op dit punt. Er blijft bij ‘defusies’ naar kleinere vakspecifieke eenheden de noodzaak tot regie ten aanzien van de relatie onderwijs-arbeidsmarkt, juist ook op regionaal niveau. Bovendien is “de financiële soliditeit van ‘sectoraal georganiseerde instellingen relatief kwetsbaar.”

Zeer inspirerend, maar…

Daarom houdt Bussemaker vast aan het kader van de wet die nu het beroepsonderwijs houvast geeft, de WEB. De instellingen kunnen en moeten hun aanbod door samenwerking versterken en dat kan door “het uitruilen van opleidingen, een convenant of coöperatie.” Hoewel de vergaande ambities van Albeda en Zadkine door de minister “zeer inspirerend” genoemd worden, trapt OCW niettemin op de rem. “Een vergaande herstructurering” waarin die twee ROC’s verdwijnen en een kleine vloot van colleges het Rotterdamse MBO gaat bestieren, beziet Bussemaker met een lodderoog.

Zulke colleges ziet zij eerder bloeien in een meer solide omgeving. Dat kan onder de regie van een ROC, benadrukt zij. Dat houdt ook in, dat zij een fusie van de twee al te identieke instellingen in de Maasstad naar een samenhangend verband voor specifiek geprofileerde vakcolleges niet uitsluit. Zij spoort aan naar zo’n sterk regionaal gegrondveste opzet te zoeken door uitruil en “een coöperatief verband”. Dat is daar overigens recent voorgedaan door Inholland en de Hogeschool Rotterdam bij het uitruilen van een aanzienlijk pakket van opleidingen van verschillende aard en omvang. “Samenwerken is het nieuwe concurreren” zei Doekle Terpstra in dat verband nog eens.

Serieus vervolg graag

Wat betreft de oplossing van de perikelen die door de zaak Amarantis zijn blijven drukken op het MBO, is de minister scherp. Zij wijst er op, dat zij nu na een reeks ingrepen – zoals het eerdere werk van Marcel Wintels en de commissie-Vermeulen – in samenspraak met de MBO-raad Koos van der Steenhoven aan het werk heeft gezet. Gezien “de uitdagingen” – in het eufemisme van OCW – voor de sector in de regio’s Amsterdam, Almere, Utrecht en Amersfoort wordt de minister in haar brief erg duidelijk. De betrokken besturen krijgen nog één kans.

Bussemaker zegt: “Ik doe een klemmend beroep op de betrokken bestuurders om een serieus vervolg aan het advies te geven.” Ondanks de inspanningen van Wintels en anderen is het blijkbaar nog niet echt gelukt zo’n serieuze aanpak van de grond te tillen. De minister pleit tegen deze achtergrond indringend in haar brief voor “een cultuuromslag van concurrentie om de grootste te willen zijn naar samenwerking gericht op kwalitatief hoogstand en arbeidsmarktgericht beroepsonderwijs.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK