Geen bedreiging maar kans

Nieuws | de redactie
29 oktober 2013 | Beslissers in HBO en WO waren op initiatief van SURF in de VS om te leren van de besten in MOOCs en open education. Hester Jelgerhuis en Christien Bok (SURF) doen verslag. “Er is een sterke overtuiging dat online onderwijs kan bijdragen aan een sterke verbetering van het campusonderwijs.”

Samen met bestuurders van onder meer de Hanzehogeschool, Saxion, Inholland, TU Delft en Universiteit Maastricht en enkele beleidsmakers van het ministerie van OCW zijn Hester Jelgerhuis (projectmanager open education SURF) en Christien Bok (programmamanager onderwijs SURF) een week lang in Boston, New York en Washington geweest om te leren van de laatste initiatieven die er op het gebied van open onderwijs spelen in de VS. Op Surfspace.nl hielden zij een dagboek bij. ScienceGuide zet de belangrijkste bevindingen op een rij.

Dag 1

Op Schiphol vlak voor het vertrek naar de VS krijgen de deelnemers aan de studiereis nog een lezing van Timo Kos voorgeschoteld. Kos was als onderwijsconsultant van CapGemini en de drijvende kracht achter de Khan Academy in Nederland een invloedrijke stem in alle discussies over MOOCs in Nederland. Inmiddels is hij directeur onderwijs bij de TU Delft.

“Timo Kos, nu directeur Onderwijs aan de Technische Universiteit Delft, laat zien dat er in totaal maar liefst 75.000 inschrijvingen waren voor de twee MOOC’s van de TU Delft die medio september van start gingen. “

“Nu, drie weken later, zijn er nog 18.000 studenten actief. Als 75% van deze studenten de eindstreep haalt, wat de prognose is op basis van eerdere edX MOOC’s, zijn dat meer studenten dan het totaal aantal studenten dat deze cursussen ‘op de campus van Delft’ heeft gehaald sinds de Tweede Wereldoorlog! Ook de andere cijfers van de Delftse MOOC-studenten die Timo presenteert zijn interessant, zoals de cijfers waaruit blijkt dat het merendeel  al een universitaire opleiding heeft afgerond,” schrijft Jelgerhuis.

Hoewel er dus veel potentie wordt gezien in MOOCs, is er ook nog veel twijfel over de financiële kant van de cursussen die in ontwikkeling veel geld en tijd kosten. Niettemin zijn de aanwezigen het er met Kos over eens dat “een van de grote gevolgen van deze ontwikkelingen is dat kwaliteit steeds zichtbaarder wordt. Er zal, veel meer dan nu, een groot verschil komen tussen succesvolle en minder succesvolle aanbieders, en dat zal een grote impact hebben op de markt van het hoger onderwijs.”

Dag 2

Na aankomst in Washington staat op dag 2 van de bestuursreis een gesprek met de president en vice-president van Internet2, een op SURFnet gelijkende organisatie, op het programma. Hester Jelgerhuis: “De snelheid waarmee open education zich ontwikkelt is ontzagwekkend, en hoewel het zich nog in een initiële, explorerende fase bevindt, lijkt de impact ervan op het hoger onderwijs groot te kunnen worden. Dat is over meer ontwikkelingen gezegd, maar tot dusver heeft technologie nauwelijks een impact gehad op het onderwijs.”

De mensen achter Internet hebben de overtuiging dat open education wel een dergelijke impact zal hebben, vertelt Jelgerhuis. Dat biedt dan ook kansen voor Nederland dat met SURF een organisatie in de voorhoede van technologische innovaties in het onderwijs heeft staan.

“Nu meedoen, en dat geldt zowel voor instellingen als voor NREN’s (National Research and Education Networks .red), betekent mede de ontwikkeling beïnvloeden. Door onderling taken te verdelen kunnen NREN’s ook effectiever optreden in het faciliteren van het hoger onderwijs en in het maken van afspraken met marktpartijen die in het belang zijn van de student en van onderwijsinstellingen. De mondiale discussie gezamenlijk voeren, en samen zoeken naar antwoorden is in de praktijk, van grote meerwaarde.”

Dag 3

Op dag drie gaat de delegatie op bezoek bij het Ministry of Education en bij Blackboard. Wat opvalt is dat onder Obama, het onderwijsministerie de enige is waar de budgeten zijn blijven stijgen, vertelt Jelgerhuis. Daarbij is volop ingezet op open education, met name onder invloed van senior policy advisor Hal Plotkin die de aanwezigen bijpraat.

“Obama heeft duidelijke ambities voor het hoger onderwijs in de Verenigde Staten: een goede aansluiting tussen het voortgezet en hoger onderwijs, en een verhoging van het aantal associate en bachelor degrees in 2020 van 40% naar 60%. ICT speelt een belangrijke rol bij het realiseren van die ambities, zoals beschreven in het National Education Technology Plan. Dat plan gaat uit van het heruitvinden van onderwijs met behulp van ICT, niet van het digitaliseren van het huidige onderwijs.”

’s Middags is er het bezoek aan Blackboard, dat als grote speler in de markt van onderwijssoftware opvallend lang heeft gewacht, maar deze zomer toch startte met een eigen MOOC-platform. Die aarzeling wordt gedeeld door veel Nederlandse instellingen, ziet ook Jelgerhuis.

“Instellingen voelen het dilemma tussen bewegen of afwachten. In Nederland zijn we gewend om eerst lang over iets te praten en goed na te denken wat iets betekent, in de Verenigde Staten gaan ze gewoon aan de slag en ontstaan er dingen.”

Dag 4

Anka Mulder was voor zij in het College van Bestuur van de TU Delft kwam, voorzitter van het OpenCourseWare Consortium die de samenwerking tussen internationale onderwijsinstellingen op het gebied van open onderwijs wil versterken. Op dag 4 wordt een bezoek gebracht aan Mary Lou Forward, de executive director van de organisatie.

“De groeiende lijst deelnemers aan het OCWC, die ook onderling samenwerken in verschillende projecten en programma’s, ontdekken dat de impact van open education groot is, en vaak onverwachte positieve effecten heeft. Mary Lou eindigt haar verhaal met de oproep zoveel mogelijk bestaande cursusmateriaal open beschikbaar te maken als open courseware en vooral lid te worden van het consortium.”

Eén van die leden is de Tufts University dat naar eigen zeggen al twintig jaar bezig is met het ontwikkelen van open education, zo leert Jelgerhuis. “Tufts biedt geen MOOC’s aan. Hun content is al open toegankelijk voor iedereen, en uit onderwijskundig oogpunt zien zij weinig toegevoegde waarde aan online cursussen die tijdgebonden zijn en die geen certificaten opleveren. Zij kiezen heel bewust voor andere vormen van open onderwijs, bij voorkeur voor modellen die het mogelijk maken om online open onderwijs wel te certificeren.”

Dag 5

Op de vijfde dag van de reis naar de  Verenigde Staten zijn MIT, Harvard en het grote MOOC-platform edX de plaats van handeling. In tegenstelling tot Coursera stelt edX zich nadrukkelijk op als non-profit organisatie. Dat laat zich vooral zien in edX al zijn software vrijelijk beschikbaar maakt voor derden.

“Het platform edX is open, iedereen kan de software gebruiken en daarmee een eigen platform inrichten. Dat wordt ook gedaan, zo wordt er bijvoorbeeld in Frankrijk een nationaal platform voor open online onderwijs ingericht,” vertelt Jelgerhuis.

De twee grote drijvende krachten achter edX vormen deze Amerikaanse topuniversiteiten Harvard en MIT. Wat opvalt bij hun inspanningen is dat zij MOOC’s absoluut niet zien als bedreiging voor het reguliere campusonderwijs, zoals nog wel eens wordt verondersteld. “Juist de instellingen die aan de wieg staan van open education zien MOOC’s als niet meer dan een volgende stap in de ontwikkelingsfase van online onderwijs en blended learning, een puzzelstuk in de puzzel van succesvol onderwijs.

“Dat deze instellingen zich niet bedreigd voelen door de ontwikkelingen spreekt misschien voor zich, maar opvallender is dat de investeringen die zij zelf doen in MOOC’s vooral gericht zijn op het verbeteren en verrijken van het campusonderwijs met behulp van beschikbare technieken. Er spreekt uit hun verhaal geen enkele angst dat het campusonderwijs aan waarde zou inboeten, maar zij zijn ervan overtuigd dat het beter kan en beter moet, en dat de huidige techniek de mogelijkheid biedt om daar invulling aan te geven.”

Dag 6

Hoewel Coursera zich aan de westkust van Amerika bevindt, wist SURF toch ook een plek voor hen in te ruimen in het programma. Middels een videoconference vertelde Daphne Koller een ‘idealistisch verhaal’ over onderwijs in de strijd tegen armoede. “Niet alleen door gezamenlijk aan deze problematieken te werken, maar ook door een opgeleide wereldbevolking beter toe te rusten om zich aan deze problemen te ontworstelen.”

Coursera heeft in tegenstelling tot edX wel een winstoogmerk en dus moet er geld verdient worden. Dat kan middel speciaal gecertificeerde vakken waar betaald voor moet worden, maar ook door MOOCs in te zetten in het reguliere onderwijs. Eén van de partijen die daar gebruik van maakt is de State University of New York (SUNY), vertelt Jelgerhuis.

“Als studenten deze cursussen succesvol afronden krijgen zij daarvoor ook studiepunten. SUNY ziet de samenwerking met Coursera ook als kans om over de grenzen van de verschillende campussen heen samen MOOC’s te gaan ontwikkelen en zo kennis en ervaringen tussen docenten te delen.”

Dag 7

Op de slotdag is er naast het bezoek aan het Columbia Center for New Media Teaching and Learning tijd voor reflectie op de afgelopen week. “Columbia investeert in open en online onderwijs om hun onderwijs te verbeteren en hun reputatie te versterken (letterlijk in de etalage zetten van de beste docenten en opleidingen), om zo talentvolle studenten en medewerkers aan te trekken. Met open education wil Columbia ook haar alumni en leven lang leerders bereiken.”

Terugkomend in het verhaal van Jelgerhuis is de wil van alle partijen in de VS om in te zetten en volop te investeren in open onderwijs. Het wordt niet gezien als een bedreiging van regulier onderwijsaanbod, maar is juist een toegevoegde waarde.

Ook Nederland kan met zijn uitstekende onderwijsinfrastructuur voor onderwijs en onderzoek veel halen uit de kansen die open education te bieden heeft, denkt Jelgerhuis. “Om deze uitgangspositie te benutten moeten instellingen serieus investeren in de ontwikkeling van online onderwijs.”

Een steun in de rug van de Nederlandse overheid, is daarbij zeer welkom. “Het zou helpen als de overheid zich krachtig zou uitspreken voor open en online onderwijs, zorgt voor het wegnemen van barrières in wet en regelgeving, innovatie en onderzoek stimuleert en ruimte biedt voor experimenten.”

Het volledige dagboek van Hester Jelgerhuis en Christien Bok leest u hier

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK