Geen slappe club

Nieuws | de redactie
28 oktober 2013 | Sander Breur, fysicus in spe, gaat voor ScienceGuide deze week rondkijken bij CERN. Oud-directeur van de vermaarde deeltjesversneller, NWO-voorzitter Jos Engelen wijst hem vast de weg. “We hebben één lullig Higgs boson gevonden. Dat is een fantastische ontdekking.”

“Waar staat CERN over tien, twintig jaar? Dat is de vraag die ik eigenlijk beantwoord wil zien tijdens mijn bezoek,” vertelt Sander Breur – de voormalige voorman van de LSVb –  als hij het kantoor van Jos Engelen bij het Nationaal Instituut voor subatomaire Fysica (Nikhef) binnenkomt. Een vraag die ook de oud-directeur van het instituut in Geneve duidelijk nog bezighoudt.

Eind 2008 nam Engelen afscheid van CERN om als voorzitter van NWO aan de slag te gaan. De ontwikkelingen bij de deeltjesversneller in Zwitserland gaan hem echter nog zeer na aan het hart en dus is hij de aangewezen persoon om Sander Breur, die bij Nikhef afstudeert, de nodige handvatten te bieden voor twee dagen in Geneve.

Iedereen eigenaar van CERN

“Het knappe van CERN is  dat een sterke Europese, intergouvernementele organisatie  met additionele  goede internationale, bilaterale contracten zo’n succesvol project als de Large Hadron Collider (LHC) heeft kunnen opzetten,” vertelt Engelen. “Het is niet zo’n slappe club als de Verenigde Naties, maar een project waar iedereen die er aan meedoet zich echt eigenaar van voelt.”

Toch is Engelen kritisch over het beleid dat nu gevoerd wordt, als hij een antwoord zoekt op de beginvraag van Breur. Aanleiding daarvoor zijn de plannen voor een  Japanese Linear Collider die veel navolging vinden. “Het argument dat we nu allemaal naar Japan moeten, want zij zijn aan de beurt, dat vind ik echt flauwekul.”

De keuze voor Japan heeft alles met de nasleep van Fukushima te maken. “Voor Japan is de intentie nu vooral om hun industrie draaiende te houden.” Het is volgens Engelen zonde om dat ten koste van CERN te laten gaan.

Nog een jaar of tien voor de boeg

“CERN heeft enorme expertise bij elkaar gebracht en er is grensverleggende R&D uit voortgekomen, maar er wordt nu gekeken naar een volgende grote versneller. Zelfs als er geen dramatische nieuwe dingen gaan gebeuren dan heeft de Large Hadron Collider in Geneve nog een jaar of tien voor de boeg. Dan heb je het hele programma pas echt geëxploiteerd.”

Engelen vreest de verschuiving van focus die nu plaatsvindt richting Japan. “Dan zet je echt een streep door Europa en CERN. En daarvoor is de stap naar die nieuwe deeltjesversneller niet groot genoeg, voor zoveel investeringen en het weggooien van wat we hier al hebben.”

“Maar wat moet er dan gebeuren, want het is duidelijk dat we bij CERN tegen onze grenzen aanlopen,” vraagt Sander Breur. “Wat zou het plan nu moeten zijn?”

“Ik denk dat er nog ruimte is voor het optimaliseren aan de voorkant,” zegt Engelen. “We hebben in CERN nu een Proton Synchotron waarmee de protonen en ionen worden versneld. Die staat er sinds 1959. Ik denk dat extra investeren in R&D en het verkennen van de Compact Linear Collider (CLIC), een nieuwe – op CERN ontwikkelde – manier om deeltjes te versnellen, nog veel ruimte bieden.

Het idee is dus eerst het optimale uit de LHC halen via een ‘upgrade’ en dan verder met CLIC. Je combineert daarmee grote gevoeligheid voor zeldzame verschijnselen én grote precisie. “

Een lijstje namen

Engelen raadt Breur daarom om te gaan praten met Roger Ruber, die zich met het CLIC-principe bezig houdt. “Hij is echt een jongen van de vloer. Als je op CERN bent moet je zeker met hem praten, want hij kan je er echt alles over vertellen.”

Naast mensen van de vloer, noemt Engelen ook in de bestuurlijke staf een hoop namen, die Sander aan hun jasje moet gaan trekken om een beeld te krijgen van waar CERN nu staat en waar men naar toe gaat. “Sergio Bertolucci, mijn opvolger, moet je ook zeker even kritisch bevragen. Ik zal hem nog even benaderen dat hij met je moet praten.”

Hoewel de toekomst boeit – Sander Breur maakt er geen geheim van altijd bij CERN te hebben willen werken – moet ook een vraag uit het verleden een antwoord krijgen. “De Nobelprijs,” zegt Breur, “veel mensen vonden dat CERN hem had moeten krijgen, maar het is niet mogelijk om die prijs aan een instituut te geven. Is in de huidige wetenschap, die vaak tot stand komt in grote internationale collaboraties, de Nobelprijs niet verouderd?”

“Dat is die zeker,” beaamt Engelen. “Hij is immers honderd jaar geleden ingesteld. Volgens mij staan er in het testament van Nobel zelfs richtlijnen voor de prijs en dus kan dat niet zomaar veranderd worden. Dat Higgs en Englert die prijs kregen is echter niet meer dan logisch. Die kan je simpelweg niet passeren.”

De redenering dat de prijs naar CERN had moeten gaan, vindt Engelen dan ook flauwekul. “Het is krankzinnig om die prijs aan CERN te geven. Dan wordt de directeur van het instituut straks zeker ook gevierd als een superwetenschapper, terwijl dat gewoon degene is die de processen in de organisatie aanstuurt.”

Lobby voor Nobelprijs

Niettemin vindt de oud-directeur wel dat er veel te zeggen valt voor een Nobelprijs voor het onderzoek wat er is gedaan in Geneve. “Daar heb ik zelfs een lobby voor gevoerd. Je moet er dan alleen voor zorgen dat die prijs gaat naar een drietal wetenschappers waarin de community van CERN zich kan herkennen en waar ze zich dus achter scharen. De mensen die qua verdiensten nog net een halve schedel boven hun collega’s uitstijgen.”

Komende week gaat Sander Breur in Geneve nadrukkelijk in gesprek met mensen die zowel op de werkvloer als bestuurlijk hebben gezorgd voor de gigantische impact van CERN  op de deeltjesfysica. “De grootste uitdaging voor ze zal zijn om zo succesvol te blijven als ze nu zijn,” onderstreept Engelen.

Of Breur daar zelf in de toekomst een bijdrage aan gaat leveren? Dat blijft nog ongewis. “Vroeger zei ik altijd tegen mezelf: “ik wil naar CERN”. Maar toen ik bij Nikhef kwam zag ik dat er bij CERN mensen werken die of heel goed zijn in programma’s tikken, of in schroefjes draaien. Het is allemaal heel specifiek, terwijl ik juist op iets grotere schaal naar dingen wil kijken. Komende week hoop ik tegen het licht te houden of mijn beeld van CERN wel juist is.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK