Meevallers en bijstellingen

Nieuws | de redactie
17 oktober 2013 | De minder favoriete oppositiepartijen willen van het kabinet hom of kuit over de werkelijke cijfers en betekenis van de extra’s voor onderwijs. Ook de Algemene Rekenkamer is aan het werk getogen en die heeft vervelende boodschappen. Extra geld noemen zij regelmatig “geen beleidsintensivering.”

De fracties van SP, PVV en CDA willen voor de behandeling van de OCW-begroting weten over welke cijfers en beleidsvoornemens de Staten Generaal nu eigenlijk zal moeten behandelen en goedkeuren. Zij willen daarom de feiten en cijfers over de volgende elementen uitgewerkt zien:

-Financiële uitwerking gevolgen oktoberakkoord voor de begroting 2014

-Inhoudelijke uitwerking gevolgen oktoberakkoord voor de begroting 2014 (op welke manier wordt het geld ingezet?)

-Hoe worden de 650 miljoen euro voor onderwijs in 2013 gedekt?

-Op welke manier slaat de “korting prijsbijstelling 2014” neer op OCW?

-In hoeverre is  de nullijn in 2014 in het onderwijs van toepassing?

-De antwoorden op eerdere vragen van de Kamer over het Onderwijsakkoord.

-Een herziene versie van het Onderwijsakkoord in verband met het oktoberakkoord

Rekenkamer aan het werk

De Algemene Rekenkamer heeft een deel van dit werk al gedaan voor minister Bussemaker. De besommingen van de rekenmeesters van Den Haag geven aan, dat – zoals SGP-senator Dijkgraaf al onthulde – de extra investeringen langs verschillende bronnen binnen de OCW-begroting zelf konden binnen komen. Verschillende meevallers en ramingen van uitgaven die minder zwaar bleken uit te vallen, konden worden ingezet voor de extra’s die in het Nationaal Onderwijs Akkoord, op Prinsjesdag en nu bij het paars-refo akkoord zijn toegezegd.

Het extra onderwijsuitgaven uit dat laatste akkoord worden gedekt “door de prijsbijstelling in 2014 in te houden” en uit bezuinigingen op onder meer de zorg. Daar zien we de ingreep à €80 mln in de Academische ziekenhuizen terug komen. De Rekenkamer vindt ook de motivaties voor de ingrepen niet erg verhelderend. Zo is een incidentele loonbijstelling – zoals in het NOA – “weliswaar ‘extra geld’ naar het onderwijs, maar er is geen sprake van een beleidsintensivering.” Een ramingsmeevaller inzetten is daarentegen juist geen ‘extra geld’ voor onderwijs.

Komen 3000 meer leraren wel?

De Rekenkamer raadt OCW dan ook aan tot meer transparantie “over de gevolgen van de recente ontwikkelingen” voor de begroting. Want van geld uit het NOA en de lumpsum-toevoegingen in het paars-refo akkoord “zal het lastig te volgen zijn waar ze aan besteed worden” en of het inderdaad voor de “gewenste extra leraren” zal zijn dan wel “hogere salaris voor onderwijzend personeel.”

Er moet daarom nu “een eenduidige wijze van het in beeld brengen van de budgettaire consequenties” komen van zowel NOA als het nieuwe akkoord. Daarin moet OCW bovendien zorgen voor “een duidelijk onderscheid tussen nominale aanpassingen en beleidsintensiveringen.”

De Rekenkamer laat aan het concrete voorbeeld van de 3000 extra leraren dankzij het NOA zien, dat er tussen ‘extra geld’, ‘nieuwe investeringen’, ‘prijsbijstellingen’ en ‘beleidsintensiveringen’ grote verschillen in betekenis zijn. De ‘extra investering van geld’ in het onderwijs van de een blijkt dan de ramingsfout bij het aantal verwacht leraren van de ander te zijn, als het ware.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK