Zorgt Bussemaker voor HBO-opvolgers?

Nieuws | de redactie
2 oktober 2013 | Prof. Dany Jacobs (UvA) ziet als lector van HAN en ArtEZ hoe hogescholen worstelen met hun onderzoeksopdracht. “Als lector moet je gewoon geluk hebben. De ene directeur heeft nog een beetje feeling en belangstelling, de volgende weer helemaal niet.” Benoem daarom rectores en decanen.

“Twaalf jaar geleden werd in het Nederlandse HBO de functie van lector ingesteld met als doel er het wetenschappelijk niveau te helpen opkrikken. De functie is vergelijkbaar met die van hoogleraar aan de universiteit. De hoofddoelstelling van lectoren is het uitvoeren van toegepast wetenschappelijk onderzoek in samenwerking met een kenniskring van docenten die daar ook tijd voor krijgen. 

Een tweede doelstelling is het bevorderen van de externe contacten met het beroepenveld om zodoende de maatschappelijke relevantie van zowel het onderzoek als het onderwijs in het HBO te doen toenemen. Zodoende moeten een lectoren ook een rol spelen bij de verdere professionalisering van de docenten en de curriculumontwikkeling, de doelstellingen drie en vier. 

Sinds de instelling van de lectoraten is de discussie niet stil gevallen in hoeverre hogescholen moeten doorgroeien in de richting van universiteiten. Vanuit de universiteiten wordt meestal gesteld dat hierdoor versnippering van het onderzoek en dus kwaliteitsdaling dreigt te ontstaan. Dat laatste valt wel mee, want in totaal komt niet meer dan 2,5% van alle onderzoeksgelden in Nederland bij het HBO terecht en zoals het er nu naar uitziet zal dit eerder af- dan toenemen. 

Badinerend discours 

Bij de hogescholen zijn de meningen meer verdeeld. Een deel, waartoe ik zelf behoor, betoogt dat het onontkoombaar is dat de wetenschappelijke kwaliteit er wordt opgevoerd en dat docenten en studenten meer onderzoeksvaardigheden worden bijgebracht. In het Engels zijn hogescholen dan ook meestal Universities of Applied Science gaan heten. Daartegenover stellen anderen wat badinerend dat hogescholen niet ‘universiteitje moeten willen spelen’. 

Daarbij worden inderdaad afschrikwekkende voorbeelden genoemd van hogescholen in het buitenland (veelal Angelsaksische landen) die tegenwoordig gewoonweg universities heten en waar de professors en andere docenten steeds meer alleen nog op hun academische publicaties worden afgerekend. 

Een en ander leidt er toe dat het beleid bij de Nederlandse hogescholen op dit punt niet erg consistent en rechtlijnig is. Naast mijn werk bij verschillende universiteiten heb ik intussen tien jaar ervaring met lectoraten op drie hogescholen en daarnaast genoeg contact met collega’s bij andere hogescholen, soms ook via visitaties. 

Eigen lijn vast houden 

De bovengenoemde vier doelstellingen leiden soms tot een soort beleidscyclus. Het ene moment wordt vooral benadrukt dat lectoren degelijk onderzoek moeten verrichten en daarbij met collega’s in een geprofileerd kenniscentrum een consistent onderzoeksprogramma voor meerdere jaren moeten ontwikkelen. Het volgende moment wordt vooral hun betrokkenheid bij het onderwijs benadrukt. En kort daarna worden ze afgerekend op de contractinkomsten die ze hebben weten te genereren. 

Uit ervaring weet ik dat bij al deze prioriteitswisselingen niet eenvoudig is je eigen lijn vast te houden. Een belangrijk probleem hierbij is dat in het HBO veel instituuts- en faculteitsdirecteuren vooral managers zijn die niet inhoudelijk deskundig zijn op het terrein waar ze voor een tijdje de scepter mogen zwaaien.

Hogescholen zijn gemiddeld ook grotere en meer dynamische instellingen dan universiteiten, waar deze managers bestuurlijk gezien een grote kluif aan hebben. De ontwikkeling van de onderzoekscapaciteit van hun instelling staat daarom doorgaans niet hoog op hun prioriteiten- en aandachtslijst. 

Of beter gezegd: als lector moet je gewoon geluk hebben. De ene directeur heeft nog een beetje feeling en belangstelling, de volgende weer helemaal niet. Met de ene kun je goed over de inhoud en je mogelijke problemen praten, de volgende probeert vooral zijn bordje schoon te houden en kijkt botweg alleen naar de cijfertjes. Heel veel lectoren sneuvelen dan ook voortijdig. In bepaalde hogescholen wordt zelfs principieel hun contract na vier jaar niet verlengd. Dat scheelt weer een nauwkeurige afweging. 

Waarom een zoveelste prioriteit? 

Zelfs als we het erover eens zijn dat hogescholen niet moeten ambiëren academische universiteiten te worden, dan nog is er een lange weg te gaan. Eerst en vooral is het belangrijk voor de beroepspraktijk dat studenten – en dus nu ook nog docenten –  leren systematisch, degelijk toegepast (of beter: praktijkgericht, probleemgestuurd) onderzoek te doen. Iets dat nu nog te weinig gebeurt. De universiteiten moeten daarover niet mopperen want voor het grootste deel hebben ze dit terrein braak laten liggen. 

Maar daarnaast is het beleid van de hogescholen op dit punt dus nog niet helder en consequent. De meest voor de hand liggende manier om hieraan te verhelpen is ook bij de hogescholen decanen en rectoren aan te stellen die als eerste verantwoordelijk zijn voor het inhoudelijk onderwijs- en onderzoeksbeleid van hun instelling. Het is toch vreemd om dit over te laten als zoveelste prioriteit bij managers die meer dan genoeg andere organisatorische problemen hebben op te lossen? 

Erflater Jet Bussemaker 

Zelfs als er de nodige hogeschoolbestuurders zijn die de inhoudelijke kant van het werk wel ter harte nemen, dan nog mogen we dat niet van het toeval laten afhangen. Het gaat immers te veel mis. Niet alleen op universiteiten, maar ook bij veel andere kennis- of creatieve instellingen en bedrijven is het steeds meer gebruikelijk in een dergelijke dubbele bestuurstructuur te voorzien: naaste een zakelijke een wetenschappelijke of creatieve directeur. 

Bij mijn weten zijn er nu nog maar twee hogescholen in ons land die een rector kennen – maar nog geen decanen – en dat zijn de NHTV en de Hogeschool van Amsterdam. De eerste rector daar was de huidige minister van Onderwijs. Zij zou dus als eerste moeten weten hoe belangrijk het is die dubbele structuur zo snel mogelijk ook in de rest van het hoger beroepsonderwijs te realiseren.” 

Dany Jacobs is hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en lector bij de hogescholen ArtEZ en HAN


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK