Docent, claim dat je meetelt

Nieuws | de redactie
28 november 2013 | Docenten in het hoger onderwijs “zijn geen professionals, zolang ze zich een rol als slachtoffer van het management laten aanpraten.” HAN-lector Frans de Vijlder pleit voor serieuze docenten die zelf hun beroep en het HO-bestuur veroveren. “Docenten moeten claimen dat ze betekenis hebben.”

In HBO en WO wordt veel gepraat over de professionele ruimte en beroepseer van de docent. De nadruk op de bestuurlijke aspecten van het HO zou deze in de weg zitten en docenten zouden ondanks hun goede wil voortdurend in de hoek gezet worden. Frans de Vijlder, lector Goed Bestuur en Innovatiedynamiek in Maatschappelijke Organisaties, onderzocht de positie van professionals in zulke publieke organisaties en hoe ‘goed bestuur’ daar mee om weet te gaan. Zijn visie hierop geeft dan ook stof tot discussie.

Veel stofwolken

“Het debat over ‘goed bestuur’ gaat in het hoger onderwijs veel te veel over Colleges van Bestuur en Raden van Toezicht. Allemaal mooi en belangrijk natuurlijk, maar de verhoudingen tussen die twee en ander gedoe in de HO-top zijn eigenlijk minder wezenlijk. Het levert veel stofwolken op in de media, maar daar blijft het vaak bij,” zei De Vijlder in het pre-seminar van het NHOC 2013.

Hij betreurt dat het bij ‘goed bestuur’ “zelden gaat over de rol die dat kan spelen bij het succesvol maken van ‘de werkvloer’ van het HBO en WO. Dat zou immers de opdracht moeten zijn van de topbestuurders.”

De werkvloer heeft dat ook aan zichzelf te danken, zegt de HAN-lector. “Docenten zijn noch slachtoffer, noch ondergeschikte van het management van hogescholen en universiteiten. Wat ze wel doen is zichzelf in die twee rollen plaatsen. Maar als ze echte professionals zijn, dan laten ze niet toe dat dat gebeurt.”

De Vijlder stelt dat zulke “echte professionals” een flinke rol opeisen in het bestuur van hun instellingen. “Die rol moeten ze willen claimen en daarmee ook eigen verantwoordelijkheden willen nemen. Dat geeft hen serieuze betekenis in het bestuur van HBO en WO.” Dat dit heel goed kan, laat bijvoorbeeld de nieuwe taak en het nieuwe gewicht van de examencommissies in het HBO zien. Docenten daarin zijn de dragers van zelfstandige, serieuze rollen bij het vaststellen en verantwoorden van de kwaliteit van het onderwijs, onderstreept hij.

Geen corvee

En dit moet veel vaker en indringender gebeuren. “Werk in het hoger onderwijs is niet zo maar iets, het is een cruciale, publieke taak. De samenleving wil daar het allerbeste zien gebeuren en wil de uitkomsten daarvan kunnen vertrouwen. Werk in HBO en WO is daarom niet ‘een klus die je doet’ en zo’n examencommissie is dus ook geen ‘corvee’. Toch wordt dat vaak niet zo erg beleefd in deze zin. Docenten maken zich eerder ‘klein’.”

Die houding is onterecht, maar wel verklaarbaar volgens De Vijlder. Hoewel het HO drie dimensies kent in zijn governance – de publieke, de institutionele en de professionele – is die laatste “een vacuüm gebleven. In de HO-regelgeving sinds de HOAK-nota is de focus daardoor vooral gelegd op de eerste twee dimensies, terwijl een complete governance juist een samenspel tussen die drie kent.”

Er is voor en rond de beroepsgroep van het docentschap ook weinig tot niets ontwikkeld dat deze professie betekenis geeft op het niveau boven instellingen. De nieuwe regels en verantwoordelijkheden voor de examencommissies “zijn daarom zo goed. Dat zet de rol van de docenten als verantwoordelijke mensen voor een publieke taak op scherp. Die verantwoordelijkheid wordt nu professioneel echt geladen.”

Een “volwassener verhouding met minder afhankelijk gedrag en geklaag” acht de HAN-lector daarom even wenselijk als doenlijk. Dat maakt het samenspel van de drie dimensies naar een “complete governance” mogelijk. “Docenten moeten claimen dat ze betekenis hebben en meetellen. Je moet at verdienen door je houding en je bijdrage op die manier.”

Stop bashen

De politiek kan hier ook aan bijdragen, zeker gelet op de samenstelling van het huidige kabinet.  “Dijsselbloem maakte destijds met zijn rapport docenten tot de slachtoffers van beleidsmakers en innovatie-organisaties. Helemaal fout was dat. Als íets de positie van professionals schaadt dan is dat zo’n gedachte over hun rol en betekenis. Daar moeten we echt van af.”

De Vijlder raadt de docenten als beroepsgroep en individueel in hun instelling aan “die aangeleerde hulpeloosheid van zich af te schudden. Neem en eis de verantwoordelijkheid op die past bij je taak als ‘public servant’. De politiek moet daarbij ophouden met het bashen van ‘de managers’ en het identificeren van de docent als slachtoffer. Dat is misschien lastig voor politici omdat dit electoraal erg lekker kan lijken, maar daar moet men zich toch maar toe zetten.”

Concreet kan ‘Den Haag’ dat doen door bijvoorbeeld de professie serieus te nemen bij eigen voorstellen. Een ‘lerarenregister’ bijvoorbeeld moet “een sluitstuk zijn van een serieus te nemen professionele ontwikkeling. Zoiets eerst van bovenaf regelen en dan gaan voorschrijven hoeveel mensen daar binnen welke tijd lid van moeten worden, zoiets is het omgekeerde daarvan. Het laat zien dat men de beroepsgroep wil reguleren op basis van getallen en niet van inhoud en kwaliteitsnormen die de professie stelt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK