Kennedy, voor het laatst
In een betoog in de rozentuin van het Witte Huis sprak Kennedy op 19 november 1963 tot mensen van de National Education Association en de vertegenwoordigers daarvan in de 50 verschillende staten van de USA.
“A tremendous flood of children are coming into our schools–elementary, high schools, colleges and, we hope, even going beyond.” Hij benadrukte de essentiële betekenis van sociale en culturele mobiliteit van alle jongeren en elk talent dankzij onderwijs en vorming. En dat was en moest het werk blijven van de leden van deze onderwijsorganisatie.
“Prod us”
Hij moedigde hen aan hem scherp te houden. “I hope you wil continue to do your work. And continue to prod us and, occasionally, here in the Administration, in the White House, and occasionally the members of the House and Senate, to see if we can get the job done.”
Vervolgens haalde hij de oprichter van zijn Democratische Partij, schrijver van de Declaration of Independence en derde President van de USA aan. Het was onmiskenbaar een van zijn favoriete ‘bon mots’ van deze begaafde wetenschapper, filosoof, schrijver en politicus. “I quoted before and I will quote again Mr. Jefferson: ‘If we expect a nation to be ignorant and free, we expect what never was and never will be’.”
Over Jefferson maakte Kennedy overigens een van zijn beste, meest aangehaalde grappen. Tijdens een staatsbanket voor alle in leven zijnde Amerikaanse Nobelprijswinnaars sprak de president het vermoeden uit, dat op die avond er meer talent en IQ verzameld was rond een eettafel in het Witte Huis dan ooit tevoren. Althans, op die enkele avonden na, dat Thomas Jerfferson in zijn eentje tussen zijn drukke werkzaamheden door een hapje zat te eten.
“Worth being remembered”
Kennedy hoopte in zijn toepsraak in de rozentuin tot d ondewijsbestuurders, dat hij in de komende maanden met hun steun belangrijke wetgeving en investeringen kon verwezenlijken met het Congres. Niet wetend, dat hij met deze woorden zijn ‘legacy’ formuleerde, zei de president, dat hij met het Congres zo iets zou mogen nalaten “that is worth of being remembered in the important field of education.”
In zijn slotwoorden zei Kennedy nogmaals: “I don’t know of anything which is more important.” Drie dagen later werd hij vermoord.
U vindt hier de transcriptie die zijn medewerkers hebben zijn gemaakt van zijn toespraak.
