Uit de kelder naar het dak

Nieuws | de redactie
28 november 2013 | “Het was werkijs, zwaar werkijs.” Met de nieuwe en complete accreditatie van de twee meest omstreden Inholland-opleidingen en groen licht van Bussemaker en NVAO ziet Doekle Terpstra “een markant moment gekomen. Het ‘andere Inholland’ staat er nu, maar klaar zijn we nog niet.”

Minister Bussemaker trekt de accreditaties van de opleidingen CE en MEM niet in. De NVAO bevestigt dat zij “het noodzakelijk herstel gerealiseerd hebben” en “realisatie van het hbo-bachelorniveau is gewaarborgd.” Er is nu sprake van “vertrouwen in de duurzame verhoging van het bachelorniveau.” U leest het stuk van de minister hier.

Hiermee is “het verscherpt regime van externe bewaking van de kwaliteit” bij inholland tot een einde gekomen, meldt de NVAO aan de minister. Men zal de beide opleidingen nu voor opnieuw 6 jaar accrediteren. “Een markant moment is dit,” zegt  Doekle Terpstra.

Concessieloos

De Inholland-voorzitter heeft maar één kleine ‘teleurstelling’. Dit moment na intensief overleg met de NVAO en de minister valt niet op 22 november. “Dan was  het op de dag 3 jaar na mijn plotselinge overstap naar de hogeschool geweest! Ach ja, het is niet anders.”

Met de betrokken opleidingen en heel Inholland is men niettemin “in twee jaar uit de kelder naar het dak gesprongen, waar het de borging van onze kwaliteit betreft. We zijn nu toekomstbestendig als hogeschool en dat na zulk zwaar weer. In het hoger onderwijs is het ongekend waar wij met zijn allen doorheen hebben moeten gaan, dat durf ik wel te stellen.”

De cijfers geven aan hoe ingrijpend de turnaround van dit moment genoemd kan worden, zo laat Terpstra zien. “De kwaliteit moest omhoog, concessieloos. Het kon niet anders. Maar dat moesten we wel doen met veel minder mensen. De reorganisatie leidde er toe dat we tenminste 700 van hen moeten laten gaan. Velen van hen hebben gelukkig weer nieuw werk, maar pas op, we zijn er nog niet.”

De grote daling van de instroom van studenten maakte grote financiële ingrepen noodzakelijk. “Een teruggang van 35% in 2010 en 2011 maakte dat we vele miljoenen moesten snijden. Vervolgens bleek de instroom zich toch in flink tempo te kunnen herstellen, maar de T-2 financiering maakt dat we zeer scherp aan de wind moeten blijven zeilen.”

Geen defusie en boedelscheidingen

Voor Terpstra is het hele traject van de voorbije drie jaar daarom een bewijs geweest, dat Inholland met een “Big Bang aanpak” niet zou zijn gered. Dat heeft niet veel gescheeld trouwens, Want in de Tweede Kamer gingen ook stemmen op om de hogeschool te defuseren.

“In dat geval was het voor mij een onmogelijke opdracht geweest. want ik geloofde er niet in dat je een hogeschool als onderwijsorganisatie zo kunt redden. De hele discussie en aanpak zou dan namelijk zijn gegaan om een boedelscheiding. Het gaat echter om de maatschappelijke opdracht aan de hogeschool en het herstel van de kwaliteit die dat vereist.”

“Daarom ook ben ik afgestapt van denkbare ingrepen als ‘een nieuwe naam’ of van het voorop stellen van allerlei institutionele structuren. We zijn vanuit de inhoud en ons portfolio gaan denken. De naam is niet de kern, de structuur is niet zaligmakend.”

De opdracht gaat door

De besluitvorming van de minister leidt tot twee belangrijke afspraken die Inholland heeft gemaakt met de minister en de NVAO.

“Ten eerste willen we de kwaliteitsontwikkeling bij CE en MEM nadrukkelijk vasthouden. Daarom gaan we bij deze opleidingen over drie jaar een eigen midterm review uitvoeren met een panel van experts van buiten. We willen bijhouden hoe het verder gaat en hoe het lukt de gestelde normen ook daadwerkelijk te blijven realiseren. Dat is dus ruim voordat de nieuwe cyclus van accreditatie aan de orde zal zijn.”

Aangezien zowel OCW als de NVAO deze midterm review mede zal blijven volgen, wordt de voortgang van het verbeterproces bij de betrokken opleidingen een blijvend punt van aandacht. Een opzet met zulke eigen ‘tussentijdse’ monitoring gedurende het proces van kwaliteitsborging vormt inmiddels ook een onderdeel van de eigen audits van de hogeschool.

De tweede bestuurlijke afspraak betreft “de zorgplicht voor de studenten die in het vorige curriculum zijn opgeleid en nu klem komen te zitten, met name in de eindfases van hun studie, omdat we de lat echt omhoog hebben gelegd. Aan de ene kant doen we geen concessies aan de kwaliteit waar we voor moeten staan. Niemand ‘heeft een recht op een diploma’. Aan de andere kant, er is vanuit die zorgplicht recht op een optimale begeleiding in het afstudeerproces.

“De nadruk ligt daar vooral bij de huidige vierde en vijfde jaars, die te laat hebben kunnen profiteren van de verbeteringen in het curriculum.

Studenten mee met zorgplicht

“Deze aanpak hebben we afgestemd met niet alleen de NVAO, maar ook met LSVb en ISO. Ik heb veel waardering daarvoor, zij hebben zich zeer ingezet om die zorgplicht echt inhoud te geven. Vergeet niet, dat Inholland een soort ‘metafoor’ was geworden voor veel perikelen in het HBO, het hoger onderwijs en nog breder zelfs. Dat heeft de studentenorganisaties er niet van weerhouden zich met ons voor die groep studenten in te zetten.”

Terpstra heeft in deze transformatie van zijn hogeschool een adagium gehanteerd, dat hij als volgt beschrijft: “Wij zijn ook hen gaan zien als partners van ‘een ander Inholland’, niet als tegenstanders waar we voorheen mee aan het bakkeleien waren. Voor het proces naar dat andere Inholland hadden we zulke partners ook nodig. Dat konden we alleen waar maken als de NVAO, OCW, de studenten beseften ‘wij hebben jullie nodig hierbij.’ Daar hoort bij dat zij ons van kritiek voorzien, ook nu weer. Houdt ons scherp.”

Het markante moment met de nieuwe accreditatie en het einde aan ‘het verscherpt regime van externe bewaking van de kwaliteit’, zoals de NVAO dat noemt, mag namelijk er volgens Terpstra zeker niet toe leiden dat “de pretentie of de illusie gaat heersen dat we rond zijn. De klus is nog niet af! Wel komt er nu echt een nieuwe fase in de ontwikkeling van de hogeschool, een waarin we kunnen voortbouwen op het feit dat het fundament gelegd is en we toekomstbestendig zijn.”

Samenwerken versterkt kwaliteit

Daarmee is het ook mogelijk tot afspraken en initiatieven te komen die daar op gericht zijn. De convenanten over het portfolio van opleidingen met onder meer de Hogeschool Rotterdam, initiatieven als de nieuwe opleiding Business Studies, een brede bachelor voor het economisch onderwijs, en een nieuwe opleiding International Businesss Innovation Studies binnen een te starten International College in Amsterdam. “We werken daarin samen met de externe omgeving en kijken waar we elkaar complementair kunnen aanvullen. Ook hier zien we de partijen om ons heen als partners”

“Samenwerken versterkt dus onze kwaliteitsagenda. We zien ook dat wat wij gingen doen de rest van het HBO ook heeft aangemoedigd. Wij waren de veelbesproken hogeschool die toch niet wegdook voor de problemen. We maakten van de nood een deugd. Dat kon alleen omdat de mensen in deze hogeschool zich daar volledig voor hebben willen inzetten. Zij doken niet weg toen we zwaar onder vuur lagen. Ik ben trots op wat zij hebben gedaan en hebben bereikt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK