Vertrouwen in collectieve actie

Nieuws | de redactie
6 november 2013 | Prof. Tine de Moor onderzoekt met EU-geld de eeuwenoude wortels en actuele trends in wat de Troonrede herontdekte: ‘de participatiesamenleving’. “Er zit een enorm hiaat tussen het discours van Den Haag hier en burgers daar, ” merkt de UU-hoogleraar niettemin.

De Moor komt uit Gent en doet haar onderzoek vanuit Utrecht met een Vidi van NWO en ook een starting grant van de Europese Research Council. Daarmee kon zij een onderzoeksteam opbouwen, dat ‘collectieve actie’ onderzocht. Ook onderhoudt zij daarmee een site waarin een platform voor samenwerking en kennisdeling voor onderzoekers is ontwikkeld. Zojuist wordt tevens bekend gemaakt, dat zij mag toe treden tot De Jonge Akademie van de KNAW.

Kern van haar werk is te onderzoeken hoe burgers eigenlijk op het idee en aan de instrumenten en middelen komen, om als  ‘homo cooperans’ directe vormen van samenwerken te laten uitbotten tot duurzame instituties.

Buiten de Randstad gebeurt het

Gilden, verzuiling, waterschappen, vakbonden, vrijwillige brandweer, kloosterziekenhuizen, de Rabobank,  heel veel ‘collectieve actie’ van onderop is vaak eeuwenoud. De universiteit is zelfs een van de oudste continue instituties van het hedendaags Europa, is het niet?

Inderdaad, veel van zulke vormen van zelforganisatie kennen een grote traditie en levensduur. Ze blijken heel sterk te kunnen zijn, heel vaardig in het aanpassen aan nieuwe tijden, nieuwe generaties en uitdagingen.

Ook nu weer. Vooral buiten de Randstand in de krimpgebieden zie je nieuwe ‘coöperatieven’ ontstaan. Als de kritische massa voor publieke diensten te klein wordt, gaat men liever zelf aan de slag. Dat gebeurt in de zorg, bij ZZP-verbanden, maar ook in de technologische infrastructuur. in Heeze-Leende, een klein Brabants dorp, hebben  de inwoners zelf in groep hun eigen glasvezelnet coöperatief aangelegd.

De troonrede lijkt wat dat betreft zo door uw UU-onderzoeksgroep geschreven te zijn…

Nou gaat u een tikje ver….We krijgen sinds 2 jaar ongeveer wel heel veel vragen op ons bord, dat klopt. De inzet van de regering is toch allereerst  ‘de crisis oplossen’ en oplossingen te zoeken bij besparingen. Net als andere regeringen dat doen, trouwens.

Onzichtbare hand werkt niet

Men zoekt dan vaak ‘marktoplossingen ’ om langs zulke routes de verzorgingsstaat te herijken. Maar dat lukt vaak niet in publieke diensten, vooral omdat een ‘limiet’ op winsten daar nu eenmaal noodzaak blijkt. Bij zorg kun je niet eindeloos gaan verdienen aan het verlenen van hulp of aan medisch noodzakelijke ingrepen. In sectoren als bijvoorbeeld energie ligt dat anders, daar kan wel makkelijker winst gemaakt worden zonder tegen morele barrières aan te lopen, maar ook daar zien we steeds meer burgercollectieven.

Burgers gaan zelf in tegen het verdienmodel dat nu de bovenhand krijgt in de zorg, ze gaan ook in tegen overheden die via marktachtige inrichtingen die diensten proberen te kanaliseren. De onzichtbare hand werkt dan toch niet, zo blijkt keer op keer. Dan zie je dat mensen zelf nieuwe vormen gaan opzetten, soms als ‘coöperatieven’. In de zorg , ook bij de energievoorziening en breder.

De burgers pakken dus eigenlijk het signaal zelf op, terwijl ook de overheid en publieke diensten dat proberen te doen. Die gelijktijdigheid is dan toch een positief punt?

Wat je ziet, is dat er een parallel discours is ontstaan: er leeft wat bij de burgers en ook bij politici  in ‘Den Haag’. Maar daar zit wel een enorm hiaat tussen.  Verbindingen tussen wat burgers zelf oppakken en het gesprek en de activiteiten bij overheden zijn er nauwelijks. Onderzoek vanuit de overheid leidt daardoor niet tot de ontwikkeling van instrumenten die zo’n participatiesamenleving gedachte op lange termijn weet te verbinden met wat burgers in gang zetten, vrees ik.

Er wordt nog wat te weinig “out-of-the-box” gedacht vanuit de overheid. Men probeert met wat er nu is aan beleidsinstrumenten de huidige ontwikkelingen te kanaliseren, maar dat blijkt toch niet zo goed te werken.

Wat weten we eigenlijk?

Uw onderzoek kijkt zowel naar de historische wortels en lotgevallen van zuke ‘coöperatieven’ als naar de lessen voor nieuwe praxis in deze tijd. Wat was de vraag die u daarin centraal ging stellen?

Het begon met de vaste vraag van de historicus: ‘Wat weten we eigenlijk hierover?’ De hoeveelheid en diversiteit van zulke instituties voor collectieve actie en hun vormen in de loop der eeuwen zijn echt verassend groot. Dat brengt de vraag naar voren: ‘hoe zet je dan zo’n duurzame instituties op, die vertrekken vanuit de stakeholders, vooral dus vanuit de stakeholders zelf?’ Want als dat lukt, zo kun je zien in de historie, dan wordt dit echt effectief.

In ons land kenden we een grote bloei en impact van zulke institutionele veranderingen vanuit burgers en hun verbanden: de verzuiling. Zou dat een model voor herleving kunnen blijken?

De verzuiling kende sterke, ideologische gegrondveste beddingen in de samenleving. Zo konden eigen instituties ontstaan en naast elkaar functioneren.

Ik denk dat zoiets in deze vorm nu niet meer mogelijk zou worden. Die ideologische grondstromen van destijds zijn in de huidige samenleving niet meer in die mate aanwezig en vitaal. Wel kun je de vraag stellen of er wellicht andersoortige segmentaties op gang komen die weer nieuwe vormen van zulke verbanden en ‘coöperatieven’ zouden doen ontstaan. Bijvoorbeeld doordat verschillende inkomensgroepen zich min of meer van elkaar afscheiden en eigen instituties gaan inrichten.

Veerkrachtig overleven

De kritiek die vaak te horen is op de huidige ontwikkelingen, is dat er een nieuwe vorm van ongelijkheid dreigt te ontstaan. Ook als men die opvatting huldigt, moet men ook erkennen dat enigerlei ongelijkheid er nu ook is, ook ten aanzien van de inkomensverschillen en de mogelijkheden voor maatschappelijke participatie die daarmee samenhangen. Dat is ook in de toegang tot de zorg of het onderwijs een feit. Privatisering is eigenlijk per definitie bepaalde groepen uitsluiten van bepaalde dienstverlening: niet iedereen kan een ‘zorgverzekering compleet’betalen.

De geschiedenis van die instituties voor collectieve actie laat zien welke kansen zij de samenleving kunnen bieden. Zo kun je ervan ‘leren’ hoe men in de loop der eeuwen erin slaagde belemmeringen weg te nemen voor zulke vormen van samenwerking en hoe ze voldoende veerkrachtig gemaakt werden om ook crisissen van allerlei aard te overleven.  

Een voorbeeld zie je bij de werking van ‘sociale controle’. Wij bellen in onze tijd ‘de politie’ bij onraad. Maar is dat het enige mechanisme dat je kunt inschakelen en is het altijd het meest doeltreffende bij elk soort onraad of problemen? Het inrichten van een vorm van medeverantwoordelijkheid door andere instituties bij het uitoefenen van sociale controle is niet alleen heel wel denkbaar, maar kwam vroeger ook op allerlei manieren voor. Het werkt vaak ook nog goedkoper en effectiever dan een hele politiemacht in stand houden.

Broodfonds voor ZZP’ers

Bijvoorbeeld binnen de wetenschap zelf en bij de universiteiten? Het debat over het omgaan met en tegengaan van wetenschapsfraude is in dit opzicht een opvallende, recente  casus.

Op het vlak van zelf-controle zou het binnen de gemeenschap van wetenschappers inderdaad wel beter kunnen. Nog een punt van aandacht is hoe ‘groupsize’ werkt bij de bloei van ‘coöperatieven’. Die factor kan een grote rol spelen bij de verduurzaming van nieuwe verbanden tot samenwerking.

Kijk naar de ZZP’ers die met elkaar alternatieven vormen voor de sociale zekerheid waar zij buiten vallen. Zo is een ‘broodfonds’ in de maak, dat voor zo’n 50 van hen iets dergelijks inricht. De manier waarop zij voor elkaar zorgen heeft veel weg van de middeleeuwse en vroegmoderne gilden.

Een wezenlijke les uit de historie op dit terrein is dan ook dat vertrouwen een basisfunctie is voor het ontstaan van zulke arrangementen. Solidariteit die ingericht wordt via het collectief, veelal in publieke instituties, is veel indirecter dan de vormen van solidariteit die we bij vroegere instituties zien. Dat maakt voor vele burgers ,vroeger en nu, zulke ‘coöperatieven’ als alternatieven vormen en structuren aansprekender en soms zeker ook effectiever.   


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK