1200 jaar Karel de Grote

Nieuws | de redactie
19 december 2013 | In 814 stierf keizer Karel, nu 1200 jaar geleden. Hij liet een rijk na dat we vandaag nog herkennen als Europa. Hij investeerde in onderwijs, zocht over de grenzen heen talent. Dat leidde tot de eerste ‘renaissance’ in Europa en blijvende roem in ridderromans en opera’s. Wie was deze Karel de Grote?

In zijn meest geliefdste pleisterplaats en latere hoofdstad, Aken, vieren ze hun Karl der Grosse komend jaar uitbundig. Geen wonder, de keizer maakte deze stad wat ze was en gaf Aken een aura van imperiale grootsheid dat nimmer zou verdwijnen. Liefst drie grote tentoonstellingen moeten de herinnering en betekenis van Karel en Aken oppoetsen. Zijn heerschappij en machtsuitoefening, de bloei van de kunst onder zijn bewind en de unieke kerkelijke schatten die hij hier bijeen bracht van goud, ivoor, perkament en juwelen worden uitgestald.

Bijzondere aandacht gaat uit naar de hofschool van Aken, het centrum van onderwijs, kunstzinnigheid en kennis dat keizer Karel vanaf 794 liet ontstaan. De heerser zelf was nog analfabeet, maar besefte scherp dat een groot en complex rijk alleen geregeerd kon worden door de beste mensen te verzamelen en veel meer ontwikkelde talenten aan het werk te zetten en te vormen. Dit kon hij zien bij zijn collega’s ‘elders’, die veel hiervan aan hem voordeden.

Leren van de knappe buren

Karel onderhield als eerste  ‘Europese ’vorst nauwe relaties met de grote wereldrijken in de mondiale omgeving. Die lieten zien wat een echte grootmacht kon voorstellen. De keizers in Byzantium, kaliefen in Bagdad en andere islamitische vorsten rond de Middellandse Zee omringden zich met kunstenaars, geleerden, denkers en dichters die hun bewind luister, aantrekkingskracht, vernuft en uitstraling geven. Zijn eigen Europa kon daar maar weinig tegenover stellen in de 8e eeuw.

De nieuwe vorst van de Franken, Karel, ging dat veranderen. Hij veroverde en onderwierp volkeren en gebieden bij de vleet. Zijn rijk groeide uit tot een combinatie van wat nu de Benelux, Frankrijk, Duitsland, Noord Spanje en Italië zou heten. Voor de paus was dat voldoende om Karel uit te roepen tot de nieuwe ‘Caesar’, de keizer van een nieuw Romeins rijk, nu katholiek in plaats van heidens. Hij kroonde hem persoonlijk in Rome, tijdens het kerstfeest van het jaar 800. Symbolischer kon het niet.

Karel stelde niet teleur. Hij begreep wat de ene universele kerk hem als ‘Germaans stamhoofd’ kon bieden. Niet alleen een metafysisch perspectief voor zijn bewind, maar ook een uitnemend kader en voorbeeld voor hoogwaardig politiek management. In Italië ontmoette hij in 780 de Engelse geleerde en kerkelijke bestuurder Alcuin uit York. Deze benoemde hij tot zijn ‘eerste minister’ en minister van onderwijs. Alcuin deed ook pogingen de ongeletterde Karel lezen en schrijven bij te brengen, maar dat lukte maar matig.

Deugden en ondeugden

Veel meer succes had hij met de ‘hofschool’ in Aken, waar Karel talenten uit heel zijn rijk een soort staats-MBA opleiding liet vormen. Ook de grote kloosters in het rijk werden tot een soort gymnasia, universiteiten en kunstacademies tegelijk uitgebouwd. Alcuin werd in dat verband bijvoorbeeld door de keizer tot abt benoemd van het grote, invloedrijke klooster St. Martin in Tours.

Alcuin bleef van 781 tot zijn dood in 804 direct bij Karel, op twee korte bezoeken thuis in Engeland na. Hij zorgde dat de vorst werd bijgespijkerd in zulke cruciale wetenschappen voor het eigentijds keizerschap als dialectiek, retorica en astronomie, oftewel het mathematisch in kaart brengen van de tijd en de seizoenen. Ook schreef hij voor de keizer en het hof een handboek voor correct gedrag en heerschappij, de ‘Tractatus de virtutibus en vitiis’, het traktaat over de deugden en ondeugden.

Keizer en minister zorgden zo voor de bloei van de Karolingische renaissance, de eerste van die reeks wedergeboorten van de klassiek Grieks-Romeinse traditie en de daarmee samenhangende ambitie van een universele, rationele en tegelijk mystieke cultuur. Ze zorgden zelfs voor een gemeenschappelijk alfabet en schrift voor Europa, waarvan onze huidige blok- en drukletters nog steeds de directe afstammelingen zijn.

Fitness en biografie

Trouwens, de Europese en vooral ook Duitse hang naar gezond gedrag, kuuroorden en fitheidswanen danken we  ook aan Karel de Grote. Zijn hoofdstad vestigde hij bij de Romeinse warmtebaden en gezonde watertjes van het kuuroord Aken, om ook op leeftijd volop alert en stevig te kunnen regeren.

Waarom weten we zo veel over deze eerste keizer van Europa? Dat danken we aan Alcuin en hemzelf. Zij trainden Einhart, de Duitse assistent van de Engelse staatsman, tot administratief chef en Karels biograaf. Ook bouwde Einhart als architect de Palts, Dom en overige keizerlijke bouwwerken die nu nog in Aken prijken.

Na Karels dood bleef Einhart een belangrijk ‘public servant’. Opmerkelijk is dat hij een hoog opgeleide leek was, geen clericus of edelman. Met zijn op het werk van de Romeinse historicus Suetonius geïnspireerde ‘Vita Caroli Magni’ zette Einhart het model neer van de ‘moderne’ Europese biografie van grote mannen.

Majestueus Chanson

De keizer werd door zijn rijke leven, grootse daden en fascinerende, alerte persoonlijkheid in de eeuwen na zijn dood een legende, een personage ook in de Europese letterkunde. Het Nederlands kent als vroegste roman immers ‘Karel en de Elegast’ een picaresk dieven en gedaantewisselingen verhaal. Is dat waar gebeurd? Frits van Oostrom wijst er fijntjes op dat het 1400 verzen rijke boek zegt: “Wat den coninc daer ghevel, dat weten noch die menige wel,” oftewel ‘wat de koning daar overkwam, dat weet menigeen nog best’ (Stemmen op Schrift, blz 234).

Nog beroemder is natuurlijk het Roelandslied, het tragische verhaal over Karels oogappel, de held Roeland, “het majestueuze Chanson de Roland” in de woorden van Van Oostrom.

De trotse ridder Roland weigerde, toen hij door een jaloerse vriend verraden was aan de Moorse vijand, zijn ivoren wonderhoorn, ‘de Olifant’, te blazen om zo keizer Karel te hulp te roepen op de pas van Roncevaux in Noord-Spanje. Pas met zijn laatste ademtocht sloeg hij alarm en een intens bedroefde Karel vond op het slagveld alleen nog het lijk van zijn jonge held. De laatste verzen vertellen “van een eenzame, intens vermoeide keizer, verteerd door rouw,” aldus Van Oostrom in zijn meesterwerk ‘Stemmen op Schrift’ over onze vroegste letterkunde.

Karel en Orlando in de opera

Roland en zijn keizerlijke heer gingen dan ook de Europese kunst van alle eeuwen in . Het heldendicht ‘Orlando Furioso’ over Roelands gekmakende verliefdheid op een tovenares en zijn heldhaftige ondergang, een dichtwerk uit de volgende Renaissance, van de hand van de Italiaan Ariosto, werd overal vertaald en vertolkt. De figuren van de dappere ridder en de slechte, maar oh zo sexy, Oosterse heks waren dan ook onweerstaanbaar.

Zo danken wij een Karel de Grote, zijn imperium met zijn rijke cultuur en contacten met de moslim-wereld en Byzantium enkele van de beste opera’s van later eeuwen. Georg Friedrich Händel schreef  liefst drie stukken muziektheater over Roland, zijn avonturen en legendes: Orlando, Ariodante en Alcina. Ook Vivaldi en Scarlatti schreven opera’s over de koene ridder en zijn gevaarlijke tovenares.

Keizer Karel ligt intussen nu 1200 jaar begraven in zijn eigen Dom in Aken. Waar precies is in de loop der eeuwen in de nevelen van de herinnering verloren gegaan. Niets zouden Duitse archeologen zo graag vinden als de lijkkist en de beenderen van hun eerste keizer. Het zou de oudheidkundige dit dat voor elkaar kreeg eeuwige roem verschaffen. Zo machtig is ook nu nog de mythe van deze eerste heerser van Europa.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK